J.B. Charles
vervolg van pagina 12
politiek is, zijn houding tegenover figuren als Luns en Kissinger. De eerste noemde hij altijd de Hese Hufter (te vaak naar mijn idee omdat daarmee het effect teloorging), maar in dit boek wordt hij enkele keren als ‘de eeuwige corpsbal’ getypeerd, wat mij heel wat treffender voorkomt. De invloed op de politiek van wat ik hier maar even het ‘post-studentencorpssyndroom’ noem, daarover zou ik meer willen weten. Zo bevat het boek talrijke aansporingen eens anders tegen de dingen aan te kijken.
Eén voorbeeld geef ik daar nog van. De schrijver, op weg naar een bijeenkomst van criminologen, landt op het vliegveld van Dallas in Texas, waar even later ook Richard Nixon zal aankomen. Op die vergadering zal John Ehrlichman het woord voeren over zijn ervaringen in de gevangenis, waar hij een straf heeft uitgezeten voor zijn aandeel in het Watergate-schandaal. Charles: ‘Dat is toch iets dat je alleen in Amerika zult meemaken. Een soortgelijke ervaring hadden wij in Nederland kunnen beleven wanneer Prins Bernhard als een man voor zijn malversaties was gestraft. Wat zou dat al ons gepraat over het strafrechtelijke systeem en ons gezwoeg met de reklasseringsgedachte een stoot in een hoopvolle richting hebben kunnen geven!’ Zo is het.
Ik vind dit een belangwekkend boek, omdat ik de schrijver gekend heb en veel waarover hij zijn licht laat schijnen heb meegemaakt of daarover gelezen heb. De stellige vanzelfsprekendheid waarmee dingen beweerd worden dwingt mij nog eens over eigen standpunten na te denken. De vraag is echter wat een lezer die weinig of niets heeft meegemaakt of gelezen, omdat hij een andere achtergrond heeft of gewoon omdat hij te jong is, met dit boek aan moet. Daarmee kom ik bij de rol van de uitgever.
Waarom bevat het boek geen verklarende aantekeningen over wie wie is? Weet iedere lezer wie Bert Bakker, V. Hepp, H.H. Kuiper is? Of aardrijkskundeleraar Van Deursen, van wie de schrijver les heeft gehad? Die laatste weet ik, omdat ik van hem in Groningen ook les heb gehad, maar in mijn omgeving waar ik naar verschillende namen gevraagd heb, bleef veel onbeantwoord (H.H. Kuiper is overigens een zoon van Abraham Kuyper). Als de uitgever van mening is dat het werk van J.B. Charles ook voor de nu opgroeiende generatie van betekenis is dan had hij niet zo liefdeloos met dit boek moeten omspringen.
■