Een weinig geloofwaardig scenario
Seymour Hersch komt niet verder met vlucht KAL 007
The Target Is Destroyed. What Really Happened to Flight 007 and What America Knew About It door Seymour M. Hersch Uitgever: Random House, 282 p., (importeur Van Ditmar, f53,65) en Faber & Faber (importeur Nilsson & Lamm, f42,50)
Cees Wiebes
Eind augustus kon men de naam van de bekende Amerikaanse journalist Seymour M. Hersh op de voorpagina's van de meeste binnen- en buitenlandse dagbladen terugvinden. Hersh, winnaar van onder meer de Pulitzerprijs, werd bekend door zijn onthullingen over de Amerikaanse betrokkenheid bij het bloedbad in het Vietnamese My Lai en door zijn vernietigende studie over Kissinger, getiteld The Price of Power. Nu kwam hij in het nieuws door de publikatie van zijn nieuwe boek over het neerschieten van de Koreaanse boeing 747 door Sovjet-jagers op 1 september 1983, waarbij 269 inzittenden het leven verloren. Dit toestel - de KAL 007 - was op weg van Alaska naar Seoel en week naarmate de vlucht vorderde steeds verder van zijn geplande route af om uiteindelijk boven militair gevoelig gebied van de Sovjetunie te geraken, waar het werd neergeschoten.
Een van de belangrijkste onthullingen van Hersh in zijn boek The Target is Destroyed. What Really Happened to Flight 007 and What America Knew About It is, dat de Sovjets zich ‘vergisten’ en KAL 007 voor een spionagevliegtuig hielden. De officiële Amerikaanse lezing, dat de Sovjets bewust en opzettelijk een burgertoestel hadden neergeschoten, klopt volgens Hersh absoluut niet. Hij baseert zijn bevindingen vooral op anonieme interviews met medewerkers van verschillende Amerikaanse inlichtingendiensten en gesprekken in Moskou met hoge militairen en een onderminister. Alle ontwikkelingen van de KAL 007 nauwgezet volgend, frappeert het mij dat Hersh zoveel publiciteit krijgt voor een onthulling die er eigenlijk geen is. Want twee weken na het drama kon men in het Amerikaanse weekblad Newsweek al hetzelfde lezen. Ook kwamen de Amerikaanse onderzoekers Dallin, Allardyce, Keppel en Pearson en de Brit Sayle tot vergelijkbare conclusies en soms tot verdergaande onthullingen dan die van Hersh. Recentelijk verscheen nog R.W. Johnsons Shootdown. The Verdict on KAL 007 (zie mijn bespreking in VN Boekenbijlage van 19 juli jongstleden). Ook hij komt met de vergissingsthese en trekt uit al het beschikbare materiaal (net als de Amerikaanse onderzoekers) de verdergaande conclusie dat KAL 007 een spionageopdracht had. Men kan eigenlijk stellen dat Hersh' afwijzing van de officiële Amerikaanse lezing een tendens is die zich al ruim drie jaar manifesteert.
Zoals de ondertitels al aangeven, tracht Hersh (vrij vertaald) twee vragen te beantwoorden: waarom week de KAL 007 zo ver van zijn route af en wat wisten de Amerikaanse inlichtingendiensten van het verloop van de KAL-007-vlucht? Om te beginnen met de tweede vraag: in zijn beantwoording ervan (voornamelijk op basis van de anonieme interviews) weet Hersh heel duidelijk te maken waartoe de Amerikaanse en Japanse afluisterstations in het Verre Oosten in staat zijn. Dat kan variëren van het afluisteren van telefoonverbindingen tot het vastleggen van satellietcommunicatie. Op het eerste gezicht lijkt het allemaal heel indrukwekkend wat Hersh weet te reconstrueren over de kennis van de Amerikaanse inlichtingendiensten over de KAL-007-vlucht. Maar bij nadere lezing en vergelijking met ander materiaal blijkt dat Hersh aan het globaal bekende beeld toch slechts details weet toe te voegen en soms zelfs met aperte onjuistheden komt. Bovendien is het al langer bekend dat de Amerikaanse afluistercapacileiten immens zijn en het zijn dan ook niet meer dan puntjes op de i die Hersh weet te zetten. Uit wat Hersh ons te melden heeft, blijkt dat de Amerikanen de onderschepping van KAL 007 gevolgd hebben, maar dat het enorme belang van die informatie pas uren na het drama na nadere analyse onderkend werd, toen de opnamebanden bestudeerd werden. Hersh weet bij de verdere beantwoording van de tweede vraag (bijna vijfenzeventig procent van het boek) uitstekend duidelijk te maken dat de officiële versie van het Witte Huis en het State Department van geen enkele kant deugt. Sterker nog, Hersh onthult dat vooral de inlichtingendienst van de Amerikaanse luchtmacht al enkele uren na het drama tot de conclusie kwam dat de Sovjets KAL 007 voor een spionagevliegtuig (een RC 135) hebben gehouden. Dat lag ook voor de hand omdat zo'n RC 135 's nachts enige tijd in de buurt van KAL 007 had gevlogen. Van een bewust en opzettelijk neerschieten van een burgervliegtuig was dus absoluut
geen sprake. De inlichtingendienst van de luchtmacht besefte echter ook dat zo'n boodschap niet erg zou passen in de anticommunistische dogma's van de regering-Reagan. Desondanks besloot men om deze informatie - onder het motto ‘Katy, bar the doors’ - door te geven aan het Witte Huis. Daar gaven de hardliners in de eerste uren na het drama uiteraard de voorkeur aan gegevens die wel in hun politieke visie pasten en op basis van informatie van de CIA en de National Security Agency (NSA) concludeerde men dat hier toch sprake was van opzet aan Sovjetkant. De hele politieke strategie werd hierop afgestemd en gegevens die hier niet mee in overeenstemming waren, werden terzijde gelegd.