Platvloersheid als morele en intellectuele plicht
Burgess pingelt op zijn tekstverwerker
The Pianoplayers door Anthony Burgess Uitgever: Arbor House en Century Hutchinson, 208 p. Importeur: Van Ditmar, f 48,40
Anthony Paul
Earthly Powers, de omvangrijkste er meest ambitieuze roman van Anthony Burgess tot dusver, had een verteller die ettelijke omstandigheden met zijn auteur gemeen had, maar in beslissende opzichten van hem verschilde: enerzijds was hij schrijver, rooms-katholiek en woonachtig op Malta, anderzijds homoseksueel en in de tachtig. Burgess' korte, vlotte nieuwe roman The Pianoplayers wordt eveneens verteld door een figuur die gerieflijk veel lijkt op hemzelf; wederom zijn beiden katholiek; beiden zijn geboren in Manchester ‘terwijl de Eerste Wereldoorlog erop los timmerde en jengelde met het rechterpedaal ingedrukt’; beiden wonen nu in Zuid-Frankrijk; beiden stellen belang in muziek, volkscultuur, eten, seks. In tegenstelling tot de schrijver echter is de verteller een vrouw, die naar we gaandeweg te weten komen een geslaagde loopbaan heeft gehad als prostituée en recentelijk als drijvende kracht achter een Liefdesschool, waar mannen wordt geleerd een vrouw te behandelen als een haarfijn gestemd muziekinstrument. Zo worden de twee hoofdzaken van de roman, muziek en seks, keurig - zij het losjes - met elkaar verbonden.
Het boek bestaat uit de memoires van deze vrouw, Ellen Henshaw, die voor tweederde gaan over haar kindertijd en het verhaal van haar vader. Vrijwel de gehele thematiek en essentie van het boek is te vinden in het verhaal van de jonge Ellen en haar pa; de rest komt neer op een improvisatie die allengs dolzinniger maar daarmee allengs minder overtuigend wordt.
Ellens vader was zoals zij hem hardnekkig noemt pianospeler, kortom: ‘hij en het instrument zo ongeveer één aan elkaar geramd geheel. In de kroeg, in de bioscoop, achter op de pier in Blackpool, hij was altijd de pianospeler.’ Een pianist daarentegen draagt een rok en een witte das en krijgt applaus, zoals Schnabel, Horowitz ‘of zijn eigen achterkleinzoon’. Op hem komen we nog terug.
Burgess stelt zichzelf in de gelegenheid het Noordengelse leven van zijn eigen kindertijd en jeugdjaren op te roepen: de films en muziek natuurlijk, en het zondagsblad News of the World, hetzij vanwege zijn moorden en schandalen rond hopmannen, hetzij als pakpapier voor in moutazijn gedrenkte friet. Er is nog veel meer degelijk Engels proleteneten: ‘varkenspastei met dik piccalilly en gefrituurde gepaneerde kabeljauw’, zalm uit blik, jamtaartjes, sardines, alles aangevuld met de goede oude worcestersaus, zo bruin en geurig, en weggespoeld met pinten Bass van 't vat en een lekker sterke pot thee (instructies bijgeleverd), te drinken met gecondenseerde melk. Ervaren lezers zullen vertrouwd zijn met dit menu, dat Burgess graag nog eens opwarmt en opnieuw serveert.
Het voedsel levert een dramatisch keerpunt op wanneer pa wordt getroffen door een koliek na het eten van zeven harde groene bananen en de elfjarige Ellen in het filmtheater zijn plaats achter de piano moet innemen ter begeleiding van de Keystone Kops en Metropolis. Ze kan dat doordat pa het haar geleerd heeft volgens zijn zelfverzonnen methode, die ook met ons wordt doorgenomen. Het ziet er voor een muzikale analfabeet als ikzelf zo simpel uit dat ik op een dag de proef op de som ga nemen.
Ellens vader is een vindingrijk, ja nu en dan bezield filmbegeleider, zoals wanneer hij bij een slagerijreclame het Agnus Dei speelt. Ten slotte gaat hij te ver: dronken speelt hij For He's a Jolly Good Fellow als begeleiding bij de opstanding in een film over het leven van Jezus en vliegt eruit. Rond diezelfde tijd begint Ellen op kleine schaal haar seksloopbaan. Een halve crown per keer voor het begaan van de zonde der onkuisheid maakt het huishouden in de crisis een stuk gemakkelijker.