Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdChlebnikov en Piet GrijsIn de Boekenbijlage van 20 september publiceert Piet Grijs een tegen mij gerichte brief. Ik teken daarbij aan: ten eerste: zich herinnerend dat in de oorlog de joden zoveel van de Duitsers te lijden hebben gehad, noemt hij de als jood geboren dichter Paul Celan expres een ‘Duitser’. ‘Een grap, zoals ik er zoveel maak,’ verklaart hij. Maar voor mij is dit geen grap maar een grofheid. Ten tweede: ik heb nooit Chlebnikovs gedicht ‘De trompet van Goel-moellah’ vertaald of willen vertalen. Ten derde: het gedicht ‘Ik en Rusland’ of ‘Rusland en ik’ begint met ‘Rusland schonk duizendmaal duizenden vrijheid’ en pas in de derde regel komt de ik aan het woord met ‘Maar ik trok mijn hemd uit’. De volgorde in de titel Rusland en ik komt me dus logisch voor en niet ‘idioot’ zoals Piet Grijs beweert. Ten slotte: het spijt me dat Piet Grijs zijn mantel der liefde heeft verscheurd. En dat juist nu. Met de winter voor de deur. Amsterdam, Charles B. Timmer | |
Chlebnikov en Piet Grijs 2Eens besprak een criticus de briljante Nederlandse vertaling van de roman Petersburg. Leg er de Duitse, Franse of Engelse maar eens naast. Petersburg, een van de meest originele romans uit de twintigste eeuw, staat bol van neologismen, metaforen en... woordspelingen. Bjelyj is de Russische Joyce. Deze criticus dus riep uit dat hij het werk alleen gelezen had toen hij nog maar half Russisch kende maar zich wél herinnerde dat het tóch heel anders was dan... Timmers vertaling. Die ongevraagde zelfbekentenis bracht Marko Fondse in de NRC tot de volgende verzuchting: ‘In ieder zichzelf respecterend land zou men iemand van het formaat van een Timmer al lang hebben bekroond met een eredoctoraat. Maar in dit groen-groen-knolle-knolle-land stuurt men een snotneus op hem af.’ Die snotneus was... u raadt het. Nu, zeven jaar later, geeft Willem G. Weststeijn heel klagelijk te kennen dat hij zich voor dat eredoctoraat gaat inspannen (VN, Boekenbijlage 20 september). Klagend, want voor het eerst heeft Timmer iets over hém geschreven, en wel over zijn eigen vertaalproeven naar Chlebnikov. ‘Ik ga niet in discussie met Timmer over de vermeende vertaalfouten.’ Nee, niet doen. Liever treedt hij in het openbaar op met zijn mede-Stoker die nu ineens ook over een fabuleuze kennis van het Russisch blijkt te beschikken. Eens heeft deze laatbloeier zijn machtscredo onthuld; de cursiveringen in zijn Intree als PC-redacteur zijn van mij: ‘Om dit te kunnen, zijn een ivoren ballon, ironie, reductio ad absurdum, grove leugens en schematisaties nodig. Daar zal ik dan ook niet voor terugdeinzen.’ Dit heeft hij lange tijd krampachtig waargemaakt, maar ditmaal bereikt hij het toppunt van de vermoorde onschuld: ‘Wat heeft Timmer tegen mij? Ik noemde in mijn stuk ook de Nederlandse vertalers. Vier namen; en Timmer liet ik ongenoemd. Zijn pogingen om het lange gedicht “De trompet van de Gul-mullah” te vertalen waren immers zo krakkemikkig dat ik ze met de mantel der liefde bedekte. Die mantel hebben ik en Timmer nu verscheurd.’ (VN, Boekenbijlage 20 september.) Tja, Timmer heeft dat gedicht uiteraard nooit vertaald (zie credo), er ook nooit een poging toe gedaan en zelfs geen ander serieus gedicht van Chlebnikov ooit vertolkt. Piet Grijs is er altijd voor uitgekomen dat hij het liegen evenmin kan laten als het bedriegen. Eerlijk is eerlijk. In de war, leende hij nog even het ‘krakkemikkig’ van zijn lieve Tamar - uit een andere polemiek. Maar zie, dat gedicht is nu juist door Willem G. wél vertaald. En hoe. De straatarme derwisj, gehuld in twee aardappelzakken, gaat nota bene ‘dineren’ - op het strand. Welnu, graag nodig ik beide heren uit om op mijn kosten te komen dineren, bij de fritesboer om de hoek. Dan kunnen we meteen dat eredoctoraat even regelen, en vaststellen dat Timmer niet van doceren houdt. En terloops: dat polemiek iets anders is dan vete en bloedwraak. Ach, de gifkikker is iets dat uitsluitend de gifkik kan geven. Twee van zulke diertjes zich zien opblazen om een duet van gifkikjes uit te voeren... Gifstorting en giflozing? Eéns zal de vervuiler betalen. Amsterdam, Henri Boontje |
|