Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermdVerdriet 7Ik ben helemaal geen juichende Claus-liefhebber, maar weet toch wat glariede, pladijs, mastellen en resems betekent, hoewel ik meer Frans en Duits dan Nederlands spreek. Ten Bravens kritiek op Claus' schrijf- en vertelstijl kan ik beter accepteren, hoewel ze summier gehouden is, en er in feite alleen maar schoonheidsfouten geciteerd worden. Dat iemand de pretentie niet mag hebben een Nederlandstalige roman geschreven te hebben wanneer hij erin een streektaal (in casu het Vlaams) gebruikt is een interessante bewering, waarover echter mag gediscussieerd worden. Ik neig ertoe Gezelles dichtkunst Nederlandser te vinden dan die van Bilderdijk, en de werken van Conscience, hoewel in een ABN geschreven, veel meer streekgebonden dan die van Bredero, hoewel deze laatste veelvuldig van dialecten gebruik maakte. Misschien is er nog een ander criterium dan dat van de ‘couleur locale’ van woorden en uitdrukkingen, dat maakt of een werk algemeen Nederlands is of provinciaal. Ten Braven beweert dat ‘Het verdriet van België’ gesteld is in een ‘kunstmatig samenraapsel van (...)’, in tegenstelling tot het werk van Gezelle bijvoorbeeld. Nochtans heeft ook Gezelle een eigen taal ‘samengeraapt’ uit drie dialecten, het Brugs, het Iepers en het Kortrijks, en dit in navolging van Homeros, die ook dialecten ‘samenraapte’ - ook hun taal was dus kunstmatig. Het zou zinvol zijn een linguïstische analyse van deze verschillende ‘samenraapsels’ door te voeren - het zou misschien ook een ander licht kunnen werpen op het verschil tussen algemene taal en streektaal. Antwerpen, dr. med. F. De Beukelaer | |
Verdriet 8Het door Nederland hooggeprezen Het verdriet van België maakt op mij geen indruk; het is langdradig en saai en na een vijftigtal bladzijden had ik het voor gezien. Bovendien verschijnt het in een periode van een verhitte controversie naar aanleiding van de tv-reeks over de Vlaamse collaboratie tijdens de oorlog, wat mijns inziens nogal opportuun (lees: commercieël) is van Hugo Claus. Nu, verkoopcijfers liegen niet. Wat het Vlaamse taalgebruik betreft, ben ik het evenwel met Ten Braven niet eens: mijns inziens heeft Claus opzettelijk gekozen voor een eerder archaïsch Vlaams, met de bedoeling het tijdbeeld van de oorlogsjaren op te roepen. De woorden en uitdrukkingen die hij hiervoor gebruikt, zijn voor een Noordnederlander vanzelfsprekend onbegrijpelijk, maar ze bestaan echt. Alleen zijn ze zoveel verouderd, dat de naoorlogse generatie die nog weinig of niet meer kent. De uitdrukkingen die Ten Braven aanhaalt zijn Vlaams, en meer bepaald Gents, uit de stad waar Claus al geruime tijd verblijft. Een broer van hem heeft er trouwens een club. Dat Ten Bravens Vlaamse zegslieden die uitdrukkingen niet kennen, moet dus liggen aan het feit dat zij geen Gentenaars zijn, ofwel de vooroorlogse uitdrukkingen niet kennen. Ikzelf ben ook niet vertrouwd met woorden als glariede en resem, maar toch heeft Claus hierdoor de juiste (lees: historische) toon kunnen treffen om de aktie te situeren. Tussen haakjes, mastellen zijn een Gentse culinaire specialiteit: koffiekoeken met kaneel. Wie Gent aktief bezocht heeft, moet ermee kennis gemaakt hebben. In elk geval klinkt het smakelijker dan kaneelkoffiekoeken. Gent, W. Willaert | |
Verdriet 9Ook ik heb mij met veel moeite door het boek geworsteld, maar ik kan het niet eens zijn met Ten Bravens opmerkingen over de Vlaamse taal die gebezigd wordt in het boek. Sinds zeven jaar zijn wij hier in Antwerpen neergestreken en de uitdrukkingen die Claus gebruikt in zijn boek, worden hier veelal dagelijks gebruikt. Ook ik heb moeilijkheden ondervonden met vele uitdrukkingen en heb mij daartoe het Zuid Nederlandse Woordenboek aangeschaft om voor mijzelf moeilijke en onbegrijpelijke uitdrukkingen verduidelijkt te zien. Misschien kan uw medewerker zich dit woordenboek ook aanschaffen, zodat hij niet een onjuiste recensie behoeft te schrijven. Berghem/Antwerpen L.P.J. Holzhaus | |
Verdriet 10Claus schrijft ‘blauwe bloemkens wijsmaken’. Toevallig ken ik een paar regels uit het rederijkersvers, waarmee ‘die van Vlaardingen’ de kamer van Delft op het landjuweel van 1617 dat bij hen werd gehouden begroet hebben. ‘Welkoom, die u begin en name hebt bekomen Van 't delven met de Spa: maer 't zijn maer blaeuwe/blomen Dat Delft na Delphis niet...’ (F.K.H. Kossmann, De spelen van Gijsbrecht van Hogendorp, Den Haag 1932, p. 1 - zijn uitleg: Blaeuwe blomen = ijdele verbeelding.) Uw zegslieden van Vlaamsen huize hebben, zegt u, de uitdrukking ‘blauwe bloemkens wijsmaken’ nog nooit eerder gehoord. Dat lijkt me goed mogelijk. Intussen, geheel uit de lucht gegrepen schijnt dit Vlaams toch niet te zijn. Bergschenhoek, N. van der Blom. | |
Verdriet 11Wat betreft de ‘vlaamsismen’ in Het verdriet van België (namaakvlaams, fantasievlaams) moet Ten Braven eens het Zuidnederlands Woordenboek van W. de Clerck ('s-Gravenhage/Antwerpen 1981) raadplegen en zich niet in de luren laten leggen door zijn zegslieden van Vlaamsen huize. Die zegslieden zou hij dan ook eens duidelijk moeten maken wat het verschil is tussen streektaal, streekdialect, oprecht Vlaams en boerenvlaams, waar nog niemand er inhoudelijk in geslaagd is te definiëren wat Vlaams is. Wat Claus' taalgebruik betreft mag Ten Braven overigens bezwaar hebben tegen bekroning met de Prijs der Nederlandse letteren. Hij zal daar dan wel de jury en niet Claus op moeten aankijken. De pretentie die hij Claus toedicht meet deze jury zich aan en niet Claus, die een boek geschreven heeft dat wellicht tot zijn genoegen, maar buiten zijn wil bekroond is. Amsterdam, Har Brok. | |
Antwoord van Ten BravenDat ik door mijn bijdrage van 23 augustus het verdriet van Vlaanderen zo heb vergroot, spijt me wreed. Dat zulks niet mijn bedoeling was, hoef ik haast niet te zeggen. De hele polemiek is overigens een bijna komisch voorbeeld van een misverstand. De in hun taaltrots zo lichtgeraakte Vlaamssprekers verweren zich veelal alsof ze van mij geen Vlaams mogen spreken; integendeel: een paar maanden geleden heb ik zelfs heel lovend een Vlaams boek (van Jozef Deleu) besproken, juist omdat het zo ronduit Vlaams was. Wat ik over Claus' taalgebruik te zeggen had, was niet veel meer dan dat hij een kunstmatig jargon heeft gesmeed uit Franse, Vlaamse en Nederlandse elementen, dat nooit als zodanig ergens gesproken is. Ik word daarin met kracht bijgevallen door het meest geleerde van de ingezonden verweerschriften, dat van Guido Geerts, die over hetzelfde onderwerp een uitvoerige beschouwing blijkt te hebben geschreven in Dietsche Warande en Belfort van januari 1986. Ook hij stelt vast dat er bij Claus (en anderen) sprake is van een kunstmatig jargon dat voor de Noordnederlandse lezer bij uitstek authentiek lijkt. En dat was feitelijk het enige dat ik op 23 augustus op mijn lever had. Ik richtte mij tot de Nederlandse critici, aan wie ik voorhield dat ze zich te gemakkelijk lieten vertederen door Claus' taalgebruik en dat ze zich daarmee patroniserend en neerbuigend opstelden, als een lieve Oom die de zo authentieke kindertekening van zijn kleine neefje overdreven lof toezwaait en alle constructiefouten en slordigheden bij voorbaat vergoelijkt. Zo is Claus mijns inziens door de Nederlandse recensenten behandeld en kennelijk niet voor vol aangezien. Voor het overige laat ik de ingezondenbriefschrijvers elkaar graag beantwoorden. Wat de een dagelijks Vlaams noemt, wordt door de ander als exlusief Gents gedetermineerd en door een derde als een zelfverzonnen samenraapsel. Wat de een het gewone woord voor ‘broodje’ acht, vertaalt de ander met kaneelkoffiekoek. Ga er maar aan staan, als eenvoudig Nederlander. Dat al deze termen in Van Dale of in een Zuidnederlands woordenboek staan, betwijfel ik niet, maar persoonlijk lees ik liever een roman waarbij ik de dikke Van Dale niet ook op schoot hoef te nemen. Ik heb hoogstens mijn eigen landgenoten verweten dat ze al enthousiast waren voordat ze zelf alles netjes hadden opgezocht. Daar neem ik persoonlijk Claus te serieus voor. Maar dat ik buiten de landsgrenzen blijkbaar zo intensief word gelezen, dat heeft me wel deugd gedaan.
Discussie gesloten |
|