Tiereleboem of Tsjing Tsjingeleboem, dat is de vraag
Een nieuwe vertaling van Het huis in het Poeh-Hoekje
Het huis in het Poeh-Hoekje door A.A. Milne Vertaling: Mies Bouhuys Uitgever: Van Goor, 151 p., f19,90
Aukje Holtrop
De vraag waar veel om draait is: hoeveel geheimzinniger is een Flipperdeflap dan een Klontemiggel? En wat vervolgens belangrijk is: waarvan schrik je meer, van een Flipperdeflap die ‘Ho-ho’ zegt, of van een Klontemiggel die ‘Boe-oe’ roept?
Het is een kwestie van leeftijd. Iedereen van twintig jaar en ouder, die ooit Winnie de Poeh heeft gelezen of voorgelezen gekregen weet dat een Flipperdeflap ho-ho zegt; zo iemand kan absoluut niet uit de voeten met boeroepende Klontemiggels (Klontemiggels) die in een val zouden moeten vallen die Poeh en Knorretje speciaal gemaakt hebben, maar waar jammer genoeg toch nooit een echte Klontemiggel invalt. Hoe dapper vooral Poeh dit dreigende gevaar ook afwacht.
Nooit zou ik me de vraag over Flipperdeflappen en Klontemiggels hebben hoeven stellen als er niet een nieuwe vertaling van ‘Het huis in het Poeh-hoekje’ was verschenen. De oude vertaling was van Toos Blom, maar de uitgever, Van Goor, vond het tijd vooreen nieuwe. Mies Bouhuys heeft die gemaakt. De belangrijkste reden voor een nieuwe vertaling, zegt ze, is dat kinderen van tegenwoordig sommige woorden uit de oude vertaling niet meer kennen of begrijpen, dat die vertaling van Toos Blom ouderwets was en oubollig. Christopher Robin heette in het Nederlands Janneman Robinson, en dat is veelzeggend. Mies Bouhuys heeft er weer gewoon Christoffer Robin van gemaakt.
Wie Toos Blom ook geweest mag zijn, het is haar niet helemaal kwalijk te nemen, dat van Janneman Robinson en de Flipperdeflap. Zij vertaalde deel twee, ‘Het huis in het Poeh-hoekje’, en moest of wilde zich wel houden aan de namen die de vertaalster van deel één, ‘Winnie de Poeh’, had bedacht. Die vertaalster was Nienke van Hichtum, en ook haar tekst wordt herzien: Mies Bouhuys werkt op dit moment aan de vertaling van ‘Winnie de Poeh’.
Niet dan met zeer gemengde gevoelens heb ik de nieuwe versie van ‘Het huis in het Poeh-hoekje’ gelezen. Nu ik het uit heb, en vergeleken met de oude vertaling (ik ben geneigd te zeggen: de Statenvertaling) van Toos Blom, vraag ik me af of het alleen maar reactionair gezeur is om tégen nieuwe vertalingen van zulke klassieke boeken te zijn. Want na lezing en vergelijking (plus de Engelse oertekst zal ik maar zeggen erbij) vind ik die nieuwe vertaling niet slecht, maar wel overbodig. Inderdaad tref je bij Toos Blom wel eens een slordigheidje aan en staat er ‘Iejoor’ als ‘Roe’ bedoeld is, en zo nu en dan zijn de zinnen wat ouderwets, maar op het geheel van het boek komt dat zo weinig voor, dat er desnoods bij een herdruk iets aan gedaan had kunnen worden. En voor de rest hoort Poeh ouderwets en plechtig te zijn en staan veel woorden niet voor niets met hoofdletters geschreven. Woorden en zinswendingen die in het Nederlandse taalgebruik (een hapje van 't een of ander) en de literatuur (Gerard Reve) een plaats hebben gekregen.
Voorbeelden graag. Direct al valt op dat het voorwoord en het gedicht, waarmee de Engelse tekst begint, ontbreken bij Bouhuys. Blom had het gedicht ook al weggelaten plus een deel van het voorwoord. Ik vermoed dat Mies Bouhuys alles heeft weggelaten omdat het voorwoord verwijst naar het eerste boek en zij het tweede boek het eerst heeft vertaald. Ook de hoofdstuktitels verschillen: Bloms titels, letterlijk vertaald, beginnen met ‘Waarin...’, terwijl Bouhuys de (moderne) directe rede aanhoudt. De eerste bladzijden bieden meteen een paar mooie voorbeelden van de minieme verschillen in vertaaltekst, die naar mijn gevoel grote sfeerverschillen oproepen. Eerst een stukje Blom-tekst, uit het eerste hoofdstuk waarin Poeh Knorretje wil bezoeken, maar hem niet thuis treft: ‘(...) tot zijn verwondering vond hij de deur open en hoe meer hij naar binnen keek, des te minder zag hij van Knorretje. “Hij is uit,” zei Poeh verdrietig, “Dat is 't em. Hij is er niet. Nu moet ik in mijn eentje een Denk-wandeling maken. Jakkes!”’ De vertaling-Bouhuys: ‘(...) tot zijn verbazing zag Poeh dat de deur open was en hoe meer hij naar binnen keek hoe meer Knorretje weg was. “Hij is uit,” zei Poeh sip. “Dat moet wel. Hij is er niet. Ik moet eens een goed Denk-Ommetje maken, in m'n eentje. Niks an.”’
Zeer verschillend, deze twee vertalingen. Even verderop krijgt Poeh een deuntje in zijn hoofd, in de Blom-versie ‘een Goed Deuntje, zo een, dat Hoopvol voor anderen geneuried zou kunnen worden’, en bij Bouhuys: ‘Best een lekker deuntje, leek het hem, zo eentje, dat een Opkikkertje is Voor Wie het Hoort.’
En dan volgt de evergreen over de sneeuw. Ik móét de beide versies afdrukken: Bloms vertaling:
Hoe langer (Tiereleboem),
Of het sneeuwt (Tiereleboem),
Of er valt (Tiereleboem),
O, mijn benen (Tiereleboem),
O, mijn benen (Tiereleboem),
En mijn tenen (Tiereleboem),
Bouhuys vertaalt:
Zo lang als het sneeuwt (Tsjing Tsjingeleboem),
Op mijn kop, (Tsjing Tsjingeleboem),
Houdt het niet op (Tsjing Tsjingeleboem),
Hoe langer het doorgaat (Tsjing Tsjingeleboem)
En het niet ophoudt (Tsjing Tsjingeleboem)
Hoe kouder (Tsjing Tsjingeleboem)
Het verschil is duidelijk, en het eigenaardige is dat de Engelse tekst even ver van (of dicht bij) Blom staat als bij Bouhuys. Misschien dat ‘Tiddely pom’ metrisch net iets preciezer vertaald is met ‘Tiereleboem’ dan met ‘Tsjing Tsjingeleboem’, maar daar is diepgaande discussie over mogelijk.