Maartje Luccioni
Vervolg van pagina 10
maar het komt niet in haar op om Minny van deze verhouding op de hoogte te stellen.
Het is niet háár vrijage die een aanslag doet op Claudia's kalmte, maar die van John - of liever, de gevolgen daarvan. Over zijn affaire met zijn jonge secretaresse op zichzelf spreken ze relaxed - ongeveer zoals de hoofdpersonen uit Alles anders, maar Claudia is geschokt als hij haar vertelt dat zijn vriendin een kind van hem verwacht. De oplossingen die John aandraagt om met deze situatie te kunnen leven vindt zij alle even lachwekkend. Om een nieuwe inzinking te bezweren staan haar drie middelen ter beschikking. Samen met Minny nagaan of ‘huilen kan altijd nog’ ook in deze situatie stand houdt, enorme aantallen koppen thee drinken, en schilderen. ‘Het gaat mij erom aan te tonen dat mensen in staat zijn de brokken van hun leven bij elkaar te vegen en verder te leven,’ zei Maartje Luccioni in een interview met Doeschka Meijsing (VN 22 maart 1980). ‘Ik hou niet van mensen die ondergaan in de ellende.’ Claudia gaat er dan ook niet onderdoor.
Bij een dergelijk romanonderwerp loopt een auteur voortdurend het risico dat het verhaal vervalt in feministische clichés, maar Luccioni heeft deze valkuilen behendig weten te ontwijken. Haar nuchtere, geamuseerde kijk op haar personages heeft haar daarvoor behoed.
De gebalde vrouw is, net zoals de vorige romans van Luccioni, opgebouwd uit een aantal korte hoofdstukjes die elkaar als in een snel gemonteerde film opvolgen. Er komt geen overbodige scène in voor en in ieder hoofdstukje zijn wel enkele verrassende waarnemingen en invallen te vinden. De loop van de gebeurtenissen gaat steeds vergezeld van de gedachten van Claudia daarover. Het is haar ervaring dat ze haar gevoelswereld in bedwang kan houden door ze binnen de lijst van een schilderij op te bergen. Ze ‘denkt’ haar schilderijen lang voordat ze ze maakt, en omdat haar schilderijen een weergave zijn van wat haar obsedeert, wordt duidelijk waar Claudia's reacties vandaan komen. Veel van wat ze overdenkt is commentaar op de manier waarop zij vrouw is, of waarop iemand als Minny vrouw is. De gebalde vrouw is daardoor een uiterst vrouwelijk boek. ‘Uiterst vrouwelijk’ moet hier positief worden opgevat, omdat het boek tevens vervuld is van een aangename mildheid om het feit dat de dingen nu eenmaal zijn zoals ze zijn - inclusief de man.
Het enige wat me enigszins stoorde zijn de titels die Luccioni aan de hoofdstukjes heeft meegegeven. Die zijn nogal triviaal. ‘Bij Minny’, ‘De club’, ‘Bij Moira en Claudia’, ‘Haakwerk’, ‘John belt op’, ‘Naar de spoorlijn’. Zeker, John belde op, en in ‘Naar de spoorlijn’ begeeft Claudia zich ook inderdaad naar de spoorlijn, het onderwerp van een van haar schilderijen, maar waarom zijn ze niet eenvoudig van een nummer voorzien? De titels voegen niets toe, en drieënveertig stuks in een tamelijk dun boekje is nogal uitbundig. Is dit de macht der gewoonte? Of is het voor alle zekerheid een verkapte waarschuwing aan de lezer: denk erom, er staat meer dan je denkt dat er staat?
■