Huilen kan altijd nog
Opgewekte zedenschets van Maartje Luccioni
De gebalde vrouw door Maartje Luccioni Uitgever: De Bezige Bij, 128 p., f26,50
Martje Breedt Bruyn
Mannen - ze maken hun jonge maîtresse zwanger, ze doen het met de beste vriendin van hun vrouw, ze hebben wonderlijke ideeën over het huishouden, en ze verrassen hun vrouw met een knalgele broodtrommel als de keuken in uitgekiende pasteltinten is gehouden. Zo althans zijn de mannen in de nieuwste roman van Maartje Luccioni, De gebalde vrouw.
In haar vorige romans was voor mannen ook al geen glanzende rol weggelegd, maar godzijdank heeft zij in geen van haar boeken, ook niet in haar nieuwste op zeurderige wijze verslag gedaan van de strijd tussen de seksen. Ook de mannen uit De gebalde vrouw hebben een enerverend beroep, een geslaagde carrière, zijn intelligent en zien er goed uit. Ze zijn alleen wat pathetisch in hun opvattingen over vrouwen. En dat heeft waarschijnlijk alles te maken met het feit dat ze worden getypeerd vanuit het gezichtspunt van hun vrouwen.
Maartje Luccioni
hans van den bogaard
John Maitland, de man van Claudia, is een consciëntieus Lagerhuislid. Hij heeft een flat in Londen, en komt nu en dan zijn vrouw bezoeken, die een flink eind buiten de hoofdstad woont, in een rustiek huis in de buurt van de zee. Het gescheiden van elkaar wonen bevalt beiden uitstekend; Johns korte bezoeken zijn daardoor bijna feestelijke gebeurtenissen, en de vele briefjes waarin hij haar tussendoor van zijn leven op de hoogte houdt geven aan dat hun relatie opgewekt en ontspannen is. Claudia en John hebben iets van het echtpaar James en Line uit Luccioni's roman Alles anders, die tien jaar geleden verscheen. Dat Amsterdamse paar, begin-veertigers, probeerde nieuw elan in hun overigens redelijk harmonieuze huwelijk te brengen door allebei een verhouding te beginnen met iemand van de leeftijd van hun kinderen, en ze doen elkaar daar verslag van. Hun huwelijk overleeft het experiment, maar ze moeten toegeven dat de jeugd de sterkste troeven in handen heeft. Met lichte weemoed beginnen ze aan de tweede helft van hun leven.
De verstandhouding tussen John en-Claudia, beiden even in de vijftig, lijkt in z'n kameraadschap veel op die van James en Line. Het Engelse paar is gescheiden gaan leven nadat Claudia omstreeks haar vijfenveertigste in een psychische crisis was geraakt. Met haar kinderloosheid had ze zich verzoend, maar hoe verder te leven met de kwellende vraag: is dit nu alles, is mijn bestaan niet meer dan een afgeleide van het zijne? Dank zij haar vitale persoonlijkheid komt ze uit de kliniek met het vaste voornemen nu eindelijk aan een eigen leven te beginnen. Haar verblijf in de kliniek had voor Claudia nog een belangrijk neveneffect: tijdens de therapie kwam haar talent voor tekenen aan het licht.
Zeven jaar later, de tijd waarin De gebalde vrouw zich afspeelt, is Claudia een succesvol schilderes. Haar dagelijkse leven verloopt ogenschijnlijk gerieflijk. Haar werk wordt goed verkocht, en de huishoudelijke bezigheden verricht ze met dezelfde liefde voor het detail als waarmee ze achter haar schildersezel staat. Eenzaam is ze niet, want ze heeft een reeks jongere vrouwelijke kennissen, en dan is er haar beste vriendin, de vrolijke, energieke Minny. Minny huldigt het opgeruimde credo ‘huilen kan altijd nog’, en de twee vrouwen weten de grotere en kleinere ongelukken in het leven onschadelijk te maken door ze aan elkaar te vertellen. Maar dit blijkt niet voor alles op te gaan. De man van Minny begint een verhouding met Claudia. Ze laat het als iets vanzelfsprekends gebeuren; als hij na een vrijage weer weg is denkt ze er niet verder over na. Haar evenwicht blijft bewaard,
Vervolg op pagina 12