Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny Schouten‘Onze verwachting was dat Yvonne Keuls en Jan Wolkers de meest popi schrijvers zouden zijn onder middelbare scholieren,’ zegt redacteur Ronald Dietz van Diepzee, een literatuurkrant die voor het middelbaar onderwijs wordt gemaakt en wordt uitgegeven door Wolters-Noordhoff. De Diepzee-enquête naar de verplichte literatuurlijsten, die dit jaar voor het eerst gehouden werd, was ‘landelijk goed gespreid’, vindt Dietz. De veertienhonderd teruggestuurde enquête-formulieren wezen uit dat Hermans en Mulisch de beste schrijvers werden gevonden. In 1978, toen Vrij Nederland een top-tien publiceerde van onder scholieren meest gelezen boeken, namen ‘zittenblijvers’ als Het bittere kruid, Oeroeg, De komst van Joachim Stiller, Wierook en tranen en De kleine Johannes de eerste plaatsen in. Bij het onderzoek van Diepzee blijken ze verdwenen te zijn uit de waarderingslijsten; ze komen nog wel voor op de frequentielijsten. De drie bovenste titels van de nieuwe toptien zijn verrassend en voor uitgevers bemoedigend: 1. Hermans' De donkere kamer van Damocles, 2. Mulisch' De aanslag, en 3. Dirk Ayelt Kooimans Montyn. Als ‘snelste stijger’ krijgt Harry Mulisch voor De aanslag de Diepzee-prijs uitgereikt: f5000, - en een oorkonde. Die prijs, ‘de eerste literaire prijs die door scholieren uitgereikt wordt’, wordt driejaarlijks, evenals het eraan verbonden onderzoek. De prijs gaat níét naar de schrijver van het meest gelezen boek, ‘want dan zou de winnaar steeds dezelfde zijn’, zegt Dietz, die schat dat dertig jaar zo ongeveer de termijn is waarop een boek niet van de literatuurlijsten te branden is. Nu pas verdwijnen titels als Het fregatschip Johanna Maria en De herberg met het hoefijzer. ‘Je kunt het zien aan Oeroeg (1948), dat bezig is naar de rand te schuiven.’ Uit de motivatie die werd gevraagd blijkt dat leerlingen zich in hun keuze zeker níét laten leiden door hun ouders, níét door recensies, weinig door hun leraren, en het meest door het oordeel van medeleerlingen en het onderwerp (waar zij ‘thema’ tegen moeten zeggen): oorlog en pubers. Ook spanning is belangrijk, wat de reden zal zijn waarom Reves Vierde man op de 19e plaats staat, en De avonden op de 52e.
Romanschrijfster Doeschka Meijsing gaat met een kleine bundel Paard Heer Mantel als dichteres debuteren bij de nieuwe uitgeverij van An Dekker. Meijsings ontrouw aan haar uitgever Querido is eenmalig, ‘Het is een vriendendienst ter gelegenheid van mijn nieuwe fonds,’ zegt ex-Sara-uitgeefster An Dekker. De fondslijst belooft tien titels voor het najaar. Op de aanbieding staat een strip over menstruatie en andere meisjesmoeilijkheden, een internationale vrouwenatlas (een coproduktie met Calmann-Lévy, Pan Books, Simon & Schuster en Fischer Verlag) en vier romans van Diet Verschoor, waarvan Schorrebloem, De vrouw in het blauw en Zeventien september herdrukken zijn van eerdere uitgaven bij Verschoors vorige uitgever, Manteau-Amsterdam. Een novelle van Bookerprize-winnares Keri Hulme kon An Dekker kopen ‘omdat Sara in contracten nooit claims legde op ander werk van dezelfde schrijver’, zegt Dekker, die vermoedt dat Sara het korte verhaal ook niet zou willen uitgeven, ‘omdat de hoofdpersoon een man is’. Dat ook manspersonen als auteur in Dekkers fonds zullen voorkomen, ziet zijzelf als wat haar uitgeverij onderscheiden zal van die van haar vorige. An Dekker verliet Sara met achterlating van (nog niet gesaneerde) schulden, waarvoor Dekker de verantwoordelijkheid ontkent: ‘Dat ik financieel wanbeheer gevoerd zou hebben is een onzinnig verwijt. Ik heb mijn calculaties en begrotingen laten goedkeuren door experts. De leningen die ik nu heb gekregen om me zelfstandig te vestigen, en de kredieten van drukkers, bewijzen het omgekeerde.’ Eerder werd gemeld dat An Dekker zich zou vestigen onder de financiële paraplu van importeur-distributeur Nilsson & Lamm. Dat contract blijkt nu in een laat stadium niet gefiatteerd te zijn door Nilssons raad van commissarissen. ‘Een pijnlijk probleem,’ zegt Rob van der Bilt van Nilsson & Lamm. ‘We stoten tegelijkertijd ook andere vertegenwoordigingen van Nederlandse uitgeverijen af.’ Voor Arena, C & R Books, Dedalus, Herrebout Homeovisie en Uniepers, en ook voor Joost Nijsen en In de Knipscheer (met wie nog geen bindende overeenkomsten waren) is bemiddeld in het zoeken van andere oplossingen. Van Nilssons ‘activiteiten-afbouw’ krijgt de computer de schuld: ‘We hebben alle mankracht nodig voor de nog steeds moeizaam verlopende automatisering, en we willen vooral importeur zijn, in de breedte en de diepte.’
f.b. hotz
Van verhalenschrijver F.B. Hotz kondigde uitgeverij De Arbeiderspers anderhalf jaar geleden een roman aan, die door de boekhandel ‘indrukwekkend’ besteld werd, maar die nog steeds op zich wachten laat. Hotz, wiens laatste bundel Duistere jaren in 1983 verscheen, heeft inmiddels genoeg verhalen voor een nieuwe verhalenbundel. Toch wil uitgever Theo Sontrop de verhalen niet uitgeven voor hij Hotz' roman in handen heeft. Een patstelling is ontstaan doordat Hotz liever eerst de verhalen uitgegeven ziet worden, en zijn roman in een lade heeft weggesloten totdat dat gebeurd is. ‘Het is géén procedure,’ licht Sontrop toe, ‘als uitgever levert het gezichtsverlies op als je een boek aankondigt, de bestellingen noteert, en vervolgens tegen je klanten zegt dat ze maar met een ander boek genoegen moeten nemen. Hotz vindt zijn roman, eigenlijk een romanachtige novelle, nog niet wat het moet zijn. Hij is niet het type auteur dat over zijn schouder laat meelezen, en ik heb het boek daardoor nog niet eens kunnen lezen. Ik denk wel dat ik het krijg, we wachten het daarom rustig af. Ik ben niet zo neringziek als Frans Janssen schrijft in het laatste nummer van Optima’.
Over One World Poetry is het doek gevallen. Loonbelasting over het salaris van de ene vaste medewerker, Ben Posset, schulden aan De Meervaart, De Melkweg en de Stichting Schrijvers/School/Samenleving leidden tot het onlangs uitgesproken faillissement. De penningmeester van de Stichting One World Poetry, Rob Lückerhof, wil zéker niet de schuld op het gebrek aan geduld van de fiscus schuiven: ‘Ze zijn al zéér coulant (clement?) geweest.’ In het midden latend wie er verantwoordelijk voor was zegt Lückerhof ‘dat er een uitstekend artistiek beheer is gevoerd, maar dat de administratie ook wel erg uit de hand is gelopen’. Er is wel een saneringsplan opgesteld, maar dat gaf te weinig zicht op een oplossing binnen een redelijke termijn, zegt Lückerhof. ‘Hoewel we geen saneringssubsidie kregen van WVC, heeft ons bescheiden festival in 1985 financieel quitte gespeeld, maar het heeft niet meer mogen baten.’
Elsevier-uitgeverij Manteau in Antwerpen verbood aan haar vorige, na ontslag op staande voet vertrokken directeur Julien Weverbergh, om de naam Houtekiet te gebruiken voor zijn nieuwe uitgeverij. Wraak van Weverberghs voormalige werkgeefster Angèle Manteau, zou men allicht denken, maar Elsevier lid van de raad voor bestuur Berwaerts spreekt die suggestie tegen. ‘Onze raadsman heeft erop gewezen dat Manteau de literaire exploitatierechten heeft op de boeken van Gerard Walschap, dus ook op het gebruik van de titel van Walschaps roman Houtekiet. Als Weverberghs nieuwe uitgeverij beginnen onder die naam, dan zouden we er ons niet om bekommeren. Omdat het om een literaire uitgeverij gaat, ligt dat anders. De uitgeefgroep Combo (waartoe Weverbeghs nieuwe uitgeverij behoort) heeft overigens begrip voor onze bezwaren getoond.’ Weverbergh, die eerder verklaarde dat Walschap geen bezwaar had tegen het gebruik van de titel van zijn boek, noemt zijn uitgeverij nu H. ‘Als afkorting van Hadewijch,’ zegt hij, daarmee doelend op de naam van zijn Vlaamse ‘zuster-imprint’ bij Combo. Is het heus geen afkorting van Houtekiet? ‘Dat is uw interpretatie,’ zegt Weverbergh onbereidwillig. ‘Ik heb verder géén commentaar. U moet maar bij Manteau gaan vragen.’ |
|