Vertaald
Geliefd monster door Javier Tomeo, vertaling Jean-A. Schalenkamp (Wereldbibliotheek, 124 p., f24,50). Over het vorige boek van deze moderne Spaanse auteur, De markies schrijft een opmerkelijke brief, ben ik net zo enthousiast als over deze, eveneens licht absurdistische roman. De dertigjarige (anti)held lijdt onder de tirannieke druk van zijn moeder. Hij meent een daad te moeten stellen om zichzelf te bevrijden van haar heerszucht en solliciteert naar een functie als nachtwaker bij een internationale bank, met een baan zal hij zich immers onafhankelijker kunnen opstellen. De personeelschef Krugger dwingt hem tijdens het sollicitatiegesprek, dat de inhoud van dit boek bepaalt, in details te treden omdat ‘die bijzonderheden zich later in vergrote mate op het werk projecteren’. En ‘dat het nu juist die kleine details zijn die het ware karakter van de mens kunnen openbaren’. Het gesprek, dat uitloopt op een wederzijdse biecht waarin de rol van hun beider moeders zeer groot blijkt, is een bizarre, schitterend verwoorde dialoog tussen twee tragische mannen.
Engelen en mensen door Mary Gordon, vertaling Marijke Emeis (‘Bert Bakker, 285 p., f36,90). ‘Al spreek ik met de tongen van engelen en mensen: als ik de liefde niet heb, ben ik een galmend bekken of een schelle cimbaal.’ Met dit motto, ontleend aan de eerste brief van de apostel Paulus aan de Corinthiërs opent Mary Gordon haar roman over het geloof in liefde, de hoop op liefde en het falen van de liefde. Dat laatste is van toepassing op de godsdienstfanate Laura van wie niemand hield of houdt en die zichzelf beschouwt als een uitverkorene van de Heer. Zij ziet het als haar opdracht om Anne Forster, de achtendertigjarige hoofdpersoon uit het verhaal, en haar kinderen te redden. Anne is voor het eerst alleen: haar man met wie ze gelukkig getrouwd is, verblijft voor zijn werk een jaar in Frankrijk; ondertussen stort Anne zich vol overgave op het schrijven van een catalogus over een Amerikaanse schilderes uit het begin van deze eeuw. In dat jaar gebeuren er veel ingrijpende dingen die Anne doen beseffen dat liefde iets is wat je bij toeval wint en niet op afroep beschikbaar is - zelfs moederliefde niet.
De verzamelaar door John Fowles, vertaling Frédérique van Schouwen (Bruna 272 p., f29,90. Met The Collector debuteerde Fowles in 1963 en onmiddellijk verwierf hij er internationale roem mee die nog werd vergroot door de verfilming van dit boek en van het latere The French Lieutenant's Woman. Clegg, een eenzame, saaie ambtenaar, verzamelt in zijn vrije tijd vlinders. Al enkele jaren is hij een stille bewonderaar van zijn aantrekkelijke dorpsgenote Miranda. Als Clegg een enorme geldprijs wint, koopt hij een groot, afgelegen landhuis, ontvoert Miranda en sluit haar op in de speciaal voor dit doel ingerichte kelder. Hij hoopt dat het meisje, als ze hem beter leert kennen, genegenheid voor hem zal opvatten. In de ik-vorm vertelt deze gevaarlijke gestoorde hoe hij tot zijn gruwelijke daad komt, zijn verhaal wordt onderbroken door het dagboek dat het wanhopige slachtoffer bijhoudt gedurende haar isolement. De angstaanjagende roman eindigt met Miranda's onvermijdelijke dood, net als alle felbegeerde vlinders.
De oorlog beu door Françoise Sagan, vertaling Margreet Hirs (Elsevier, 212 p., f24,90. De oppervlakkige, welgestelde fabrikant Charles Sambrat maakt zich niet zo druk over de oorlog. Hij heeft een hekel aan geweld, maar denkt aanvankelijk dat het zijn tijd wel zal duren. Tot Charles' vriend, de idealistische Jerôme gevangen wordt genomen en diens vriendin, de vrouw die Charles met succes van hem had afgepikt, verdwijnt. Dan is hij ‘de oorlog beu’ en sluit zich alsnog aan bij het verzet. Deze beschrijving wekt de indruk dat men met een oorlogsroman te maken heeft, niets is minder waar. Weliswaar oefent de gekozen periode enige invloed uit op het verhaal maar Françoise Sagans produkt is toch meer een drakerige liefdesroman over een onweerstaanbare vrouwenversierder (Charles), die een onweerstaanbaar mooie vrouw verovert en zo de onaantrekkelijke maar doodgoeie verzetsstrijder Jerôme tot grote hoogte van jaloezie drijft.
MARIJKE HILHORST