De ondergrondse strijd van de CPN in de oorlog
Partij in het verzet: vooral een feitelijke studie
Partij en het verzet. De CPN in de tweede wereldoorlog door Hansje Galesloot en Susan Legêne Uitgever: Pegasus, 381 p., f35,-
Igor Cornelissen
‘We hebben niet gejuicht, we hebben niet gedanst, we hebben elkaar alleen de hand gedrukt. Zo beleefden wij de bevrijding.’
Het citaat is van een communist die Sachsenhausen overleefde en meemaakte hoe in de laatste weken nog zoveel vrienden stierven.
Verhoudingsgewijs telde de Communistische Partij Nederland de meeste slachtoffers. Van het vooroorlogse kader overleefden weinigen de Duitse bezetting.
Na de ontmaskering van Stalin door Chroesjtsjov, de ontwikkeling van het zogenaamde Eurocommunisme en een zelfkritische analyse van de politiek van de Communistische Internationale, bleef er voor de Nederlandse communisten steeds minder over om trots op te zijn. Eigenlijk zijn er nog maar drie wapenfeiten die in historische terugblikken van stal worden gehaald: de strijd tegen werkloosheid en racisme in de jaren dertig, het verzet na de oorlog tegen de Indonesië-politiek van de regering en de belangrijke rol die de CPN speelde in het verzet.
Nu had L. de Jong in zijn geschiedschrijving de communisten al wel het volle pond gegeven maar hij, en zijn collega Ben Sijes, golden tot enkele jaren geleden als geschiedvervalsers die in opdracht van CIA of BVD de heroïsche rol van de CPN wegmoffelden. Sijes' beschrijving van de Februaristaking, een nog altijd voortreffelijke studie, was voor de CPN alleen al een reden om in drie verschillende partijpublikaties gifpijlen op Sijes en De Jong af te schieten. Had Sijes dan werkelijk de rol van de illegale CPN gekleineerd? Allerminst, maar hij had een theorie ontwikkeld over lont en kruitvat, had ook de acties van de (veel kleinere) revolutionaire socialisten rondom Sneevliet genoemd en had niet vermeld dat het beroemde pamflet Staakt! Staakt! Staakt! door Paul de Groot was geschreven. Dat laatste was een doodzonde want De Groot was - geheel in navolging van Josef Stalin - de verpersoonlijking van het Nederlandse communisme. Hij had als het ware de partij opgericht, tot bloei gebracht en tijdens de bezetting geleid. Wie aan De Groot kwam, kwam aan de partij, zei Marcus Bakker en De Groot schreef ook de geschiedenis van de partij. Dat wil dus zeggen dat hij de gebeurtenissen herschreef. Mensen die zich ooit tegen hem hadden verzet, werden of helemaal vergeten, weggepoetst, of ontmaskerd als spion, Engels agent, handlanger van de Mikado. Díé methode hadden De Groot en zijn adjudanten (Bakker, de gebroeders Wolff, et cetera) niet uitgevonden maar stamde uit Moskou.
Paul de Groot spreekt op het Amstelveld, 1945
Met die methode heeft de CPN ongeveer tien jaar geleden gebroken toen De Groot uit de partijleiding werd verdreven. En zo hebben de lezers van De Waarheid al eens kunnen vernemen dat De Groot niet de auteur is van het beroemde manifest Staakt! Staakt! Staakt! Lang vergeten figuren worden weer met artikelen geëerd en zelfs L. de Jong geldt tegenwoordig als autoriteit. Van dat open klimaat hebben Hansje Galesloot en Susan Legêne kunnen profiteren door nu eindelijk de geschiedenis van de partij in het verzet te schrijven. Het is een boeiende en serieuze studie geworden met een verantwoord notenapparaat, goed geïllustreerd en typografisch uitstekend verzorgd. Hoewel vrij veel figuren zijn geïnterviewd, is toch niet de fout gemaakt de (vaak vervormde) herinneringen in de plaats te laten komen voor de geschreven teksten uit die tijd.
Wie zich, zoals ik, langer interesseert voor de geschiedenis van de Nederlandse communisten komt - of heb ik er overheen gelezen? - geen echte onthullingen tegen. De problemen in de eerste periode, toen het Molotov-Ribbentrop-pakt nog gold, de verschillende opvattingen over de vraag of het hier een imperialistische oorlog betrof (met Engeland als grootste boosdoener) of dat gestreefd moest worden naar een zo breed mogelijk nationaal verzet - dat alles was bijvoorbeeld al te lezen in de oorlogsherinneringen van Frits Reuter, in de studie van Ger Harmsen over Alex de Leeuw en bij dr. L. de Jong.