Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |
Joodse riten en symbolen door rabbijn S.Ph. de Vries Mzn. Uitgever: De Arbeiderspers, 316 p. f59,50Edward van VoolenJoodse riten en symbolen van rabbijn De Vries behoort tot de meest gelezen en geciteerde inleidingen op het jodendom. Het boek is sinds jaar en dag een standaardwerk voor de kennis omtrent de gebruiken en voorschriften van het dagelijkse joodse leven. Uit het verschijnen van een nieuwe herdruk, kort nadat de vorige al weer snel was uitverkocht, blijkt dat er nog steeds vraag naar is. De oorspronkelijke tweedelige editie dateert uit de jaren 1927-1932. In de herdruk is alleen de spelling aangepast, en hier en daar een woord gewijzigd of een passage ingekort. Synagoge, sabbat en feestdagen, de rituele spijsbereiding en de joodse levenscyclus (van wieg tot graf) passeren achtereenvolgens de revue. Liefdevolle beschrijvingen worden telkens met voorbeelden geïllustreerd en werpen licht op inmiddels vergeten gewoonten. ‘Aan het einde van de sabbat,’ zo vertelt De Vries bijvoorbeeld over zijn familie, veehouders in de Achterhoek, ‘besprenkelt grootmoeder de vloer van het woonvertrek met de rest van de wijn. Men geloofde dat het zegen strooide in de echtelijke woning.’ Dat De Vries op andere plaatsen breedsprakig is, dient de lezer voor lief te nemen. Ondanks de populariteit die De Vries tegenwoordig ook in joodse kring geniet, is het vooral de niet-joodse pers die in het verleden voor de grote verbreiding van deze inleiding heeft gezorgd. Van de vanzelfsprekendheid waarmee het jodendom tegenwoordig in woord en beeld geëtaleerd wordt, was destijds geen sprake. In joodse kring waren de reacties dan ook niet onverdeeld. In zijn afscheidspredikatie als rabbijn van Haarlem in 1940 herinnert zich de inmiddels zeventigjarige De Vries over zijn publicistische activiteiten: ‘Toen ik daarmee begon was het voor velen een grote schrik. Zo maar het jodendom, zijn intiemste en heiligste bijzonderheden, zijn eredienst, zijn ceremonieel, zijn riten en symbolen in de courant ter schouw naar buiten brengen. Men vond het erg.’ Joodse riten en symbolen is inderdaad uit een veertiendaagse rubriek in de Oprechte Haarlemsche Courant voortgekomen. De aanleiding tot die reeks was een college van de destijds invloedrijke Leidse hoogleraar wijsbegeerte G.J.P.J. Bolland geweest. Daarin was hij fel van leer getrokken tegen ‘democratie, minderwaardige stedelingen, goddeloze arbeiders en de fiets als middel tot heimelijk verkeer en factor van gezagvernietigende verijdeling ener zedelijke opvoeding’. Deze tirade bereikt een hoogtepunt in Bollands aantijgingen tegen ‘het internationale jodendom, de verwerving van wereldheerschappij, de internationale geldmacht en tenslotte het drijven naar opheffing van de eigendommen der goyim’ (niet-joden). In talrijke brochures had Bolland het klassieke arsenaal van antisemitische kreten verbreid. Een uitdaging van mr. B.E. Asscher om zijn stellingen voor de rechtbank te bewijzen, stuitte op Bollands onwil. In een open brief had de Utrechtse opperrabijn Justus Tal Bolland toegevoegd: ‘Professor, gij zijt een leugenaar.’ De Vries, niet geïnteresseerd in de zinloze polemiek die de gemoederen van zijn tijd zo bezig hield - ‘de apologie des jodendoms is niet bepaald mijn geliefkoosd vak’ - besluit om zijn joodse kroniek tot een forum te maken voor actuali- Vervolg op pagina 16 |
|