Geen traditie van heldendom of strijd
De bewustwording der Canadezen
The Canadians door Andrew H. Malcolm Uitgever: Bantam Books, 385 p. Importeur: Van Ditmar, f35,85
Louise Fresco
Een overvloed aan slachtoffers en rampen, overleven als levensfilosofie, fatalistische hoofdpersonen, die in een blizzard hun laatste lucifer verspillen en roemloos ten onder gaan. Dat zijn karakteristieke thema's in de Canadese literatuur, zo treffend geanalyseerd door Margaret Atwood in haar studie Survival: a thematic guide to Canadian literature, dat al in 1972 verscheen. Atwoods centrale stelling was dat een postkoloniale mentaliteit Canadezen ertoe brengt zichzelf als slachtoffers te zien. Andrew Malcolms boek over Canada zou gelezen kunnen worden als een vervolg op en een onderbouwing van het werk van Atwood. Hij schetst een uitgebreid portret van de geografische, historische en culturele ontwikkeling van Canada. Een land met gigantische mogelijkheden, waarvan zo'n 40% nog bijna onontgonnen is. Het klimaat is grimmig en de afstanden zijn onoverbrugbaar. ‘Up north’ is de ruige wereld van oil drillers, sneeuwstormen en helikopters. Het grootste deel van de Canadese bevolking woont verspreid langs de grens met de Verenigde Staten en is weinig mobiel. Terwijl de VS golven van immigranten kende die zich langzaam maar zeker over het hele land verspreidden, vestigden de negentiende-eeuwse immigranten in Canada zich in de meeste gevallen eens en voorgoed op dezelfde plek. Daardoor ontstonden gemeenschappen met een grote etnische diversiteit die slechts weinig met elkaar gemeen hadden. Het fysisch milieu maakt dat de Canadese provincies veel makkelijker over de grens contact hebben met de noordelijke Amerikaanse staten, dan met andere Canadese provincies. Tussen de provincies bestaan grote economische verschillen: de arme, rurale Atlantische provincies blijven achter bij British Columbia, waar mijnbouw en export naar het Verre Oosten een stevige economische basis vormen. Tussen mensen van verschillende provincies heersen wantrouwen en stereotiepen. Canadezen voelen zich altijd
een minderheid: de Inuit (Eskimo's) tegenover de immigranten, de Frans-Canadezen tegenover de Engelssprekenden, en die laatste groep tegenover de Amerikanen. De relatie tussen Canada en de Verenigde Staten is zeer complex, en Malcolm die voor een Amerikaans publiek schrijft dat nauwelijks iets van Canada weet, besteedt daar veel aandacht aan. De grens tussen Canada en de VS is de langste onverdedigde grens tussen twee landen. Meer dan zes miljoen immigranten zijn die grens in de ene of de andere richting overgestoken, een van de grootste migratiebewegingen in de recente geschiedenis. De VS zijn in alle opzichten het referentiepunt: Canadezen kijken naar de Amerikaanse televisie, lezen Amerikaanse kranten, kopen liefst Amerikaanse goederen en zoeken de zon op in Florida of Californië. Canadezen staan ambivalent tegenover de economische en culturele dominantie van de VS: enerzijds is alles dat uit Amerika komt beter, maar anderzijds leidt het gevoel van afhankelijkheid tot wrok. Canadeze vergelijken zichzelf voortdurend met Amerikanen, en een van de weinige dingen waar ze het onderling over eens zijn is dat ze in ieder geval geen Amerikanen zijn.
Tegelijkertijd koesteren zij een diepe minachting tegenover alles wat Canadees is. Net als in andere ex-kolonies is het gevolg een aanzienlijke brain drain van getalenteerde Canadezen. Veel beroemde ‘Amerikanen’ zijn in feite Canadezen, zoals John K. Galbraith, of Saul Bellow. Zij zijn het benauwde klimaat van Canada ontvlucht en kregen pas daarbuiten erkenning. Margaret Atwood beschreef de sfeer van de jaren zestig als: ‘Ofschoon we wisten dat we schrijver wilden worden, wilden we beslist geen Canadese schrijvers worden.’ Malcolm, een Amerikaan van Canadese ouders, en journalist voor The New York Times in Toronto, noemt dit complex de ‘self destructive strain of the Canadian mind’. Net zoals de eeuwige slachtofferrol uit de literatuur, heeft dit diepe minderwaardigheidsgevoel veel te maken met de ontstaansgeschiedenis van Canada. In tegenstelling tot de VS won Canada zijn onafhankelijkheid niet na een verzet tegen de Britse koloniale overheid, maar werd, tegen zijn wil, door London in 1867 onafhankelijk verklaard. Pas in 1982 kreeg het land een grondwet. Er is geen enkele traditie van heldendom of strijd die Canadezen het gevoel zou kunnen geven dat ze een natie vormen. Malcolm haalt een anekdote aan, waarin wordt gesteld dat Canada door zijn locatie en culturele en linguïstische diversiteit een land had moeten worden met een Franse cultuur, Amerikaanse efficiency en een Brits overheidssysteem. Helaas heeft het een Amerikaanse cultuur, Britse efficiency en een Franse overheid. Dit grapje is typerend, omdat er uit blijkt hoezeer Canadezen vinden dat ze iemand anders zouden moeten zijn in plaats van zichzelf. Maar langzamerhand begint er een Canadese bewustwording op gang te komen. Malcolms boek biedt daar allerlei voorbeelden van, in een combinatie van journalistieke reportages (bijvoorbeeld over de geavanceerde technologie die op booreilanden binnen de
poolcirkel is ontwikkeld), persoonlijke verhalen (over zijn familieleden die in tegenstelling tot vorige
[vervolg op pagina 7]