Pocket & paperback
The Signet Classic Book of Contemporary American Short Stories samengesteld en van een inleiding voorzien door Burton Raffel (Signet 500 p., f20,35). De vierendertig verhalen die in deze bundel verzameld zijn, stammen uit de laatste veertig jaar. Het oudste verhaal is van Peter Taylor ‘First Heat’ uit 1948, het nieuwste van Steven Goldleaf uit 1984. Volgens de inleider is ‘the short story rather than the novel (...) the literary barometer of our time.’ Zijn selectie pretendeert representatief te zijn, de grote namen zijn dan ook allen vertegenwoordigd: Cheever, Bellow, Roth, Malamud, Updike, Beattie, Barthelme en nog zesentwintig anderen. In New Women and New Fiction samengesteld en van een inleiding voorzien door Susan Cahill (A Mentor Book 271 p., f16,65) zijn eenentwintig verhalen bijeengebracht die na de jaren zestig geschreven zijn. Bette Pesetsky, Fay Weldon, Anne Tyler en Ann Beattie in zusterlijk samenzijn met mindere godinnen. Van Lorrie Moore is het verhaal ‘How to become a writer’ opgenomen; in de vorm van een advies, een prachtige schets van een moeizame schrijfpoging. Het is afkomstig uit Self-Help van Lorrie Moore (A Plume Book 163 p., f26,25), negen in korte fragmenten opgebouwde verhalen, waarin een scherp en melancholisch beeld gegeven wordt van de twijfels aangaande liefdesrelaties en ambities.
Women Who Love Too Much door Robin Norwood (Pocket Books 302 p., f18,55). De therapeute Norwood behandelde jarenlang alcoholisten en drugsverslaafden, toen ze ontdekte dat de vrouwen van deze mannen verslaafd waren aan hun ‘reddende’ rol. Mannen met een ongelukkige jeugd storten zich in werk, drank of sport; vrouwen raken geobsedeerd door relaties, meestal met ongeïnteresseerde personen van wie ze net zo min als van hun ouders liefde kunnen ontvangen. Hoe minder liefde ze krijgen, hoe meer ze zich vastklampen aan de man in kwestie. Ze verwarren lijden met liefde. Als ondertitel heeft het boek meegekregen ‘When you keep whishing and hoping he'll change!’ In vijftien kenmerken typeert ze vrouwen die te veel liefde geven, waarvan de laatste luid: ‘You are not attracted to men who are kind, stable, reliable, and interested in you. You find such “nice” men boring.’ De case-studies die volgen zijn nog treuriger dan de hoofdstuktitel doet vermoeden: ‘If I suffer for you, will you love me?’ De betrokken personen komen uit gezinnen waarin aan emotionele behoeftes niet werd voldaan. Vrouwen vluchten in zorgen en smachten; mannen maken zich afhankelijk zonder iets te geven. Norwood geeft - typisch Amerikaans - een praktische handleiding voor het oplossen van de problemen in tien regels. Als aanhangsels nog een concreet plan voor het opzetten van een steungroep en een lijst van literatuur en hulporganisaties. Het klinkt allemaal nogal triviaal, maar de plompverloren beschrijving en de praktische tips maken het probleem wellicht hanteerbaar. In ieder geval is het aangenaam leesvoer voor diegenen die zich kunnen vermaken met het leed van anderen.
Beyond the Mountain door Elizabeth Arthur (Pavanne 205 p., f19,20) is een roman - eerder gepubliceerd in 1983 - over een bergbeklimster die met een vrouwenexpeditie een Himalayareus bedwingt. De confrontatie met de berg is voor haar een reis in het verleden; ze verwerkt het verlies van broer en echtgenoot die ze tijdens een eerdere tocht voor haar ogen heeft zien verongelukken. The Winding Trail samengesteld door Roger Smith (Paladin 423 p., f34,30) is een bloemlezing voor wandelaars en trekkers. Ruim tachtig artikelen en essays uit de afgelopen twee eeuwen van Britse en Amerikaanse auteurs over wandelroutes zijn hierin bijeengebracht. Het merendeel van de beschrijvingen beslaat de paden in Groot-Brittannië en de Verenigde Staten, waaraan een handvol stukken over de rest van de wereld én enkele algemene beschouwingen over het wandelen zijn toegevoegd. Het voorwoord is van John Hillaby; een lijst met gidsen en nuttige adressen completeert het boek. H.V. Morton doet in In Search of Wales (Methuen 273 p., f34,30) als een echte verteller verslag van zijn reizen door Wales. Aan de hand van gesprekken, observaties van anderen en eigen bevindingen geeft hij een enthousiaste beschrijving van het land en bewoners. De fotografische herdruk stamt uit 1932 en is verluchtigd met foto's.
REINTJE GIANOTTEN