Coremans, de Sjaalman van Rotterdam
Minibiografie van een anarchistisch meubelmaker
Coremans de Rapaljaan. Opkomst en ondergang van L.G.A. Coremans en zijn Rapaille Partij door J.L. van der Pauw, met een bijdrage van M.P.C.M. van Schendelen Uitgever: Ad. Donker, 108 p., f19,50
Igor Cornelissen
Wat een heerlijk boekje over deze Rotterdamse rapaljaan. Vlot en dus niet gewichtig geschreven. Een dun boekje. Eigenlijk houd ik niet van dunne boekjes omdat ik me dan meestal bekocht voel. Maar deze met liefde geschreven mini-biografie is behalve rijk en goed geïllustreerd een schoolvoorbeeld van hoe het moet.
Coremans kwam uit de anarchistische beweging en had dus de pest aan de baantjesjagers die het gewone volk slechts als stemvee zagen. Hij kwam, voor één periode, in 1923 in de Rotterdamse gemeenteraad. Hij begon direct al met een voorstel om aan de werklozen een hectoliter kolen uit te keren en vijftien gulden voor man en vrouw ‘en een rijksdaalder voor elk kind onder de zestien jaar’. Hij voorspelde dat hij met zijn voorstel wel alleen zou blijven staan. Coremans bleef inderdaad vier jaar alleen staan. Aan de communisten had hij ook hevig de pest. Dat was rode terreur. Toen een mederaadslid hem vroeg waarom hij eigenlijk in de raad zat antwoordde de werkloze meubelmaker: ‘Voor mijn baantje, om jullie te controleren. Er is geen verschil tussen het abattoir en de Coolsingel, alleen, op het abattoir worden de dieren gevild en hier de gemeenschap. Ik dank u.’
Hij had ‘het zooitje’ liever tegen zich dan met zich. Een soortgelijke beweging had in Amsterdam Bertus Zuurbier in de raad gebracht nadat de alcoholische straatfiguur en lijsttrekker Hadjememaar via een noodwetje onverkiesbaar was verklaard. Die Amsterdamse tak van het anarchistisch verzet tegen de kiesdwang was al wel beschreven. Wat in Rotterdam gebeurde (en gebeurt) zal wel altijd stiefmoederlijk worden bedeeld. Ze zijn daar wel handig maar niet slim. Gelukkig dat J.L. van der Pauw nu een kleine revanche genomen heeft met deze Opkomst en ondergang van L.G.A. Coremans en zijn Rapaille Partij.
Het was natuurlijk niet allemaal echt belangrijk en een grote figuur was Coremans ook niet. Hij was wel eerlijk en ging na zijn raadslidmaatschap weer stoelen en tafels maken. Hij had klanten onder vooraanstaande Rotterdammers die dan eisten dat hij zijn naam sneed in het meubelstuk. Aan de achterkant.
Het knappe van Van der Pauw is dat hij niet in een bekende val is gelopen. Hij heeft natuurlijk veel meer materiaal vergaard over deze volksvertegenwoordiger die ook eens - zéér ontroerend - met succes opkwam voor een blind geschoten jongen van 21 jaar die in diepe armoede was geraakt.
De Rapaille Partijtop in café ‘De Buik van Parijs’. Links: Coremans
Van der Pauw heeft zijn studie echter niet opgeblazen en hem binnen de honderd pagina's gehouden. En dat dan inclusief de zes heldere bladzijden van M.P.C.M. van Schendelen, hoogleraar in de politicologie aan de Erasmus universiteit Rotterdam, die het ‘type’ Coremans onder de loep neemt. ‘Politieke narren verdwijnen, omdat de mandarijnen van hen leren.’ En ietsje verder dezelfde Van Schendelen: ‘Een samenleving die het zonder de uitlaatklep van een politieke nar kan stellen, omdat er uitwegen geheel buiten de politiek om zijn, neemt haar mandarijnen nòg minder serieus.’ Ik vind dat een hele diepe doordenker en Rotterdams op zijn best.