Leegte
U stelt de pijn die u voelde bij het wachten, op één lijn met de pijn van uw echtgenoot in het concentratiekamp?
‘Als de omstandigheden van pijn zo verschrikkelijk zijn, vallen ze buiten alle categorieën, je kunt ze niet negeren. En ik geloof dat de pijn van mij, de aanwezige, erger was omdat hij verzwakter was, enorm vermoeid en als van de wereld af.’
De avond ervoor had ze het over de leegte die ze onbewust en instinctief in zichzelf creëerde om te schrijven: ‘Als men in stilte schreeuwt, klinkt het luider. La douleur is sterk omdat ik alleen sta voor de oorlog, voor de dood, voor mijn echtgenoot, voor afschuwelijke verschrikkingen. Alleen. Ik heb het niet zo gewild, zo ging het gewoon. Ik wist het niet van tevoren. Als je de dingen van tevoren weet, schrijf je niet. Het is heel bijzonder, schrijven. Het is een aparte, ondergrondse, eenzame zaak. Het is als een parallel leven aan het eigen leven. Nooit laat het het leven los, zoals de dood.’
U houdt niet van schrijven?
‘Die vraag doet niet ter zake. Je schrijft of je schrijft niet. Het is voor mij een verplichting, een vreemde verplichting, want waarom moet je opeens zonodig dingen vertellen? Als mensen zeggen dat mijn werk droevig is, begrijp ik niet wat ze bedoelen. Ik heb nooit een stelling over mijn werk, ik weet niet, wanneer ik schrijf, of het zus is of zo. En oordelen van literaire critici zijn gewoonlijk van nul en generlei waarde omdat ze het over een boek hebben als over een stuk taart, of een biefstuk.’
Het onverwachte succes van L'amant maakt haar nog steeds beduusd (‘Zelfs in Brazilië wordt het enorm verkocht, begrijpt u dat?’), vooral omdat ze het eerst niet in deze vorm had willen schrijven maar als begeleidende tekst bij een fotoalbum over haar leven en films, dat L'image absolue zou heten en dat samengesteld zou worden door haar zoon Jean Miscolo. Het liep anders, het bleek ongemerkt een sublieme concentratie te worden van alle thema's uit haar vroegere verhalen: het Indo-China uit de jaren dertig, de lome en vreemde sfeer in de Franse kolonie, de armoede, de lichamelijke passie van een vijftienjarige voor een rijke oudere Chinees en de voortschrijdende losmaking van een gezin dat onverdraaglijk wordt, uitgezonderd de jongste broer van wie ze houdt. Gebleven is haar meteen herkenbare stijl, de fragmentarische manier van schrijven met een heen en terug gaan in de herinnering, in de verbeelding, in woorden. Nieuw was het meer onthulde autobiografische aspect, alsof ze zich bevrijd voelde van een bepaald gewicht. Is dat zo?
Duras: ‘Zeker. Van een psychologisch gewicht. In L'amant zeg ik ook dat ik tot dan toe alleen over de heldere dingen uit mijn jeugd geschreven heb, maar dat nu de verborgen episodes aan de beurt komen; dat ik wel veel over mijn familieleden verteld heb maar dat ze toen nog leefden en dan schrijf je eromheen zonder tot ze door te dringen. Nu zijn ze dood en als ze dood zijn, zijn er geen getuigen meer. In L'amant schrijf ik over mijn broer zoals hij is maar het is duidelijk dat ik er niet meer onder lijd. Mijn kindertijd heeft opgehouden me te doen lijden.’ Duras is nu tweeënzeventig jaar, maar het tasten naar een identiteit - dat in al haar werk een onmiskenbaar spanningsveld is - gaat door. Zoals in Savannah Bay het jonge meisje via de oude toneelspeelster haar identiteit tracht vast te stellen, een van tevoren tot mislukken gedoemde onderneming: ‘Ze onderzoekt de feiten van het verleden zoals men het in de psychoanalyse doet, maar nu via een vrouw die in de totale zinsverbijstering van haar leeftijd is. Dat noem ik de “splendeur de l'âge”: ze vergeet en ze vergeet. Het meisje probeert er minuscule zekerheden uit te halen.’
Dat zijn voor u geen zekerheden?
‘Nee. Ik herinner me bijvoorbeeld niet meer waar ik van uitgegaan ben. Natuurlijk heb ik het stuk voor Madeleine Renaud geschreven. Maar waarom? Waarom die witte steen genomen, die ik al twintig jaar lang niet gezien heb en die in Italië is? Natuurlijk, ik ben uitgegaan van het theater, ik hou niet van theaterachtig theater maar van overdacht, stil, langzaam en erg betrokken theater. Er is alleen maar tragisch theater, het is een herhaling van dingen die verdwijnen en weer terugkomen, verdwijnen en weer terugkomen, zoals de golfslag van de zee. Madeleine gelooft dat het haar dochter is en dan weer niet en dan weer wel. Ze weet het zelf niet, ik geloof dat het zó is. Ze weet het zelf niet.’
Je kunt het verleden niet kennen: is dat een zekerheid voor u?
‘Ik geloof dat je helemaal niets kunt kennen. Helemaal niets. Men heeft de illusie van kennis en de domheid meet zich af aan de illusie, aan de intensiteit van de illusie. Hoe meer men er zeker van is iets te weten, hoe dommer men is.’
U zegt in La douleur van de nazi Rabier dat hij dom is.
‘Zeker. De ideologie van Hitler was van een stomme eenvoud. Men moet hun kunnen vergeven, maar het lichaam vergeeft niet. Mijn lichaam vergeeft niet. De rest is rook. Het lichaam heeft zijn eigen imbeciliteit, het heeft zijn eigen geheugen. Ik zie nog altijd dat meisje dat twintig was, vijfentwintig, en dat blind gestorven is met bevroren voeten op de dag van de bevrijding. Mijn schoonzuster. Daar kom ik nooit meer overheen. Dat is ervaring, dat is verschrikkelijk. Dat is de het van het geheugen. En het lichaam is daarin trouwer dan het verstand.’
■
Van Marguerite Duras is het volgende proza in het Nederlands verkrijgbaar: ‘Moderato Cantabile’ (De Arbeiderspers), ‘De minnaar’ (De Arbeiderspers), ‘De pijn’ (Van Gennep) en de toneelteksten ‘Savannah Bay’, ‘Le square’, ‘Agatha’ en ‘De ziekte van de dood’ (de meeste bij International Bookshop Theatre). In Frankrijk komt haar werk voornamelijk uit bij Editions de Minuit.