[Worstelen met de polarisatiegedachte - vervolg]
van het partijbestuur te krijgen. De nieuwe koers zou realistisch moeten zijn: niet te veel eisen, niet te veel beloven, niet te veel appelleren aan uit de mode geraakte begrippen als ‘solidariteit’. Volgens Anet Bleich liet men ‘een tamelijk trefzekere analyse van de opdoemende mentaliteit (“verstrakking”, onzekerheid, ontvankelijkheid voor “flinke” oplossingen) volgen door een “onthutsende” conclusie: “We zullen een beetje de kleur van de omgeving moeten aannemen.”’
Anet Bleich vervolgt dat de geest van Garderen de PvdA niet blijvend heeft weten te beheersen mede dank zij de invloed van voorzitter Max van den Berg en van de ‘nogal conjunctuurbestendige sociaal-democraat Den Uyl’. Maar in haar slotparagraaf (geschreven op het breukvlak van 1985 en 1986) constateert zij niettemin ‘een opmerkelijke politieke rust’. De partij streefde naar veertig procent van de kiezers, waarna ze als regeringspartner niet langer zou zijn te omzeilen. Samenwerking stond voorop bij de presentatie van het verkiezingsprogram: samenwerking met de sociale partners bij het terugdringen van de werkloosheid, samenwerking met het CDA - of, minder waarschijnlijk VVD - in een toekomstige regering.
Anet Bleichs laatste woorden: ‘Wanneer de PvdA met haar ingetogen opstelling van het moment er inderdaad in zou slagen een verdere verdieping van de maatschappelijke kloof tussen “winners” en “losers” te verminderen, dan zou dat zeker een prijs waard zijn. Maar ook de prijs van opdoemende nieuwe depolitisering?’
Inmiddels is gebleken dat de ingetogen opstelling van de PvdA het heeft afgelegd tegen de politieke duidelijkheid van het CDA. Tegenover het rechtse regeerakkoord stelde de PvdA geen links alternatief. Het was de omgekeerde wereld. De tijd zal leren of de verkiezingsuitslag van mei 1986 wederom een nieuw tijdperk voor de Partij van de Arbeid zal inluiden.
De geschiedschrijving van Anet Bleich wordt gelardeerd met vijf interviews: Wim Thomassen, Jaap Burger, Sjeng Tans, Joop den Uyl en Max van den Berg. De laatste heeft het over de Nieuwlinksers, die in de vroege jaren zeventig een actieve rol hebben gespeeld, maar die niet zo'n lange adem hebben en misschien nu teleurgesteld zijn. Van den Berg heeft als eerste afgehaakt. Dat zijn de verrassingen waarvoor je komt te staan als geschiedschrijver-tot-het-laatste-moment.
■