Tijdschrift
De blikvanger, althans voor mij moet ik toegeven, van het zomernummer van Optima (nr. 11, zomer '86) is het groepje erotische gedichten van auteurs die zich niet dagelijks op dat terrein begeven. In het sonnet Surprise, surprise beschrijft Beatrijs Ritsema wat er zoal op feestjes kan gebeuren. In Desertie loopt het allemaal treurig af. Nico Scheepmaker zette zijn exhibitionistische fantasieën om in light verse. De vijf verzen van Carlos Drummond de Andrade in de vertaling van August Willemsen zijn eigenlijk geen echte erotische poëzie. Een regeltje als ‘Zwaluwen doen het in de lucht’ lijkt in vertaling wel erg populair. Jean Pierre Rawie beheerst dit genre het beste. Zijn gedicht Dit alles (‘Ik wilde dat ik even kon vergeten hoe onvergetelijk dit alles was’) is het hoogtepunt van het rijtje luchtige gedichten. Optima is met ingang van het dubbele Drank & Letteren-nummer van begin dit jaar wat uiterlijk betreft overgestapt van het sympathieke literaire clubblaadje (met nietje) naar de meer professioneel ogende paperback. Het omslag bevat nog steeds de letter Optima van Herman Zapf en behalve de ruimere bladspiegel is er aan het ontwerp niets veranderd. E.B.J.M. Blomme doet in zijn stuk ‘De tekstediteur betrapt’ een uitgebreid verslag van een veel uitputtender variantenonderzoek van Bordewijks Rood Paleis dan de bezorgers van het Verzameld Werk nodig vonden. Deze editie uit 1982 rammelt op allerlei fronten: letters en zelfs regels zijn verdwenen; spelling en interpunctie zijn soms op onverantwoorde manier gewijzigd. De samenstellers van het Verzameld Werk baseerden zich op de derde druk van Rood Paleis, omdat dat de laatste was die Bordewijk zelf onder ogen gehad heeft. Dat dit geen steekhoudend argument is laat Blomme zien met citaten van
Bordewijk die diens mening over het corrigeren van reeds in druk verschenen werk bevatten en doorslaggevender, met veel slordigheidsfouten in de derde druk in vergelijk met de eerste. Het is jammer, concludeert Blomme terecht dat er nu zo'n aanvechtbare leeseditie op de markt is gebracht, want er zal nu wel geen verantwoorde wetenschappelijke editie meer verschijnen. Frans A. Janssen bespreekt in zijn rubriek ‘Boekenmaken’ recente publikaties op het gebied van de boekdrukkunst, de boekbezorging en het boeken verzamelen. Zijn enthousiasme over het slecht in de band zittende boek Het grafisch produktieproces deel ik niet. Het boek is niet bruikbaar voor zelfstudie van de niet-ingevoerde leek. Optima opent met een veelbelovend fragment van Hans Moll: ‘De jongen die van boksen hield’. De moord op twee krakers in een slooppand in de asociale Dierenbuurt houdt verslaggever Ernst tot in zijn dromen bezig. Of dit spannende fragment vervolg zal krijgen wordt niet vermeld.
EVA COSSEE