Jean Rhys [vervolg]
werk zo sterk autobiografisch is, werkt het leggen van rechtstreekse verbanden tussen auteur en personages, hoe verleidelijk ook, alleen maar versluierend. Het is juist deze versluiering, dat ‘verdraaien van de waarheid’ over haar leven, waar Rhys zich zo sterk tegen heeft verzet.
Bij Angier leidt het in ieder geval tot enkele merkwaardige redenaties. ‘Once Jean has got herself to Engeland (...) we too will start with Anna; we will follow her through Marya and Julia, to see why she ended up as Sasha, the oldest heroine,’ aldus Angier: de romanpersonages moeten aantonen waarom het hun auteur tenslotte verging als haar oudste heldin. Net zo krom klinkt: ‘Ever since Anna Morgan came to London Jean had been haunted by the imagery of streets (...) hostile to her.’ Anna Morgan, een figuur uit Voyage in the Dark, de derde roman van Rhys, wandelt hier het leven van haar auteur binnen: het doet denken aan een personage dat van het witte doek de zaal instapt, zoals in de film The Purple Rose of Cairo. Maar Angier speelt geen spel met het spanningsveld tussen fictie en werkelijkheid, zoals Woody Allen dat doet, integendeel, zij lijkt zich zelfs niet bewust van het beslaan ervan.
Hoewel er dus bezwaren kleven aan de biografische schets van Carole Angier, verdient zij lof vanwege haar zorgvuldige stijl en haar genuanceerde uitspraken. In dat opzicht steekt haar boekje gunstig af tegen eerdere pogingen, waarvan Jean Rhys van Louis James uit 1978 het absolute dieptepunt vormt. (Dat ook Carole Angier dit misbaksel nog steeds als ‘secundaire literatuur’ aanbeveelt is treurig en onbegrijpelijk. Op deze manier blijven de grove fouten, slordigheden en gemeenplaatsen van James ons achtervolgen: vorig jaar doken ze weer op in de biografische introductie van Jean Rhys in The Norton Anthology of Literature by Woman.) Het is de onwetenschappelijke manier waarop Angier haar materiaal presenteert die afbreuk doet aan haar verdiensten. Mogelijk heeft zij de opdracht gekregen om haar schets, bestemd voor een algemeen publiek, niet al te geleerd te maken. Met het resultaat is echter niemand werkelijk gediend: wie meer wil weten komt niet voldoende aan zijn trekken; wie al meer weel evenmin.
■