Borges
Vervolg van pagina 6
(Dat heb ik nooit iemand verteld; kinderen zijn verlegen.)
Nu vrees ik dat de spiegel
Het ware gezicht van mijn ziel omsluit,
Door duisternis en schuld geschonden,
Het gezicht dat God ziet en wellicht de mensen.
Het hallucinerend knappe van dit gedicht is niet zozeer de verandering van de angst zelf maar het feit dat de angst van de oude Borges op haar beurt weer het spiegelbeeld is van die van de jonge Borges. In diepste zin zet hij een onzeker vraagteken bij de omkering van de gedachte, en dus eigenlijk bij zijn eigen ontwikkeling en bij het verschil tussen zicht en blindheid.
Borges Homerische, Miltoniaanse blindheid heeft hem niet alleen naar de poëzie teruggevoerd, maar ook naar een verfijnde menselijkheid. Het ‘ik’ in zijn gedichten is niet in de eerste plaats meer een virtuoze verzamelaar en verzinner van boeken en citaten, maar iemand die in het holst van de geest eigen motieven en obsessies onderzoekt. Er zijn heel wat gedichten van Borges die mij niet zo bekoren, vooral de lange epische gewrochten waar hij (overigens nooit lukraak) opsomt uit zijn belezenheid en herinnering, die van ‘degene die de encyclopedieën doorbladerde,/De overjarige student met de witte of grijze slapen’; maar er zijn er ook heel veel waaruit regels voor altijd in mijn geheugen blijven haken, omdat ze samenvatten waar het in zijn werk om gaat. Het gedicht ‘De panter’ is een variatie op zijn geliefkoosde tijgermotief - de verwoestende kracht van een roofdier, een ‘man of action’ die deze in zichzelf verzonken man telkens en telkens als ideaal opriep: de panter is gekooid en legt ‘onophoudelijk de monotone weg’ af, niet wetend dat er een buitenwereld bestaat. En dan schrijft Borges, deze in zijn lakonieke kortheid sublieme regel op: ‘Tevergeefs is de wereld verscheiden,’ verknoeide moeite voor wie het nooit zo zal ervaren.
■
Het werk van Jorge Luis Borges in het Nederlands
De Aleph (verhalen), f26, - /f10, -
Het boek van zand (verhalen), f32,50
De Zahir (verhalen), f27, -
Gedichten, f39,50
Geheimschrift (poëzie), f36,50
De roos van Paracelsus en Blauwe tijgers (verhalen), f10, -
De cultus van het Boek (essays), f36,50
Zeven avonden (lezingen), f36,50
De geschiedenis van de eeuwigheid (essays), f35, -