Doelmatigheid
Toch reikt het nut van zelfs de saaiste reisgids verder dan uitsluitend die van wegwijzer in het doolhof waar de passant in rondwentelt. De goede reisgids verhoogt de voorpret die aan het vakantiegebeuren vooraf met gaan. Een goede reisgids combineert praktische aanwijzingen met - het klinkt paradoxaal - romantiek. Wie op een kille winteravond bij het lezen van een reisgids over Tunesië geen visioenen krijgt over Arabische nachten in de kasba kan beter thuisblijven - of zich een andere reisgids aanschaffen. Buiten kijf staat de doelmatigheid van het gidsje dat vermeldt dat het Tsjechische woord voor ‘ja’ klinkt als ‘nee’; of dat Mexicaanse vrachtwagenchauffeurs het linker knipperlicht gebruiken om aan te geven dat het verkeer dat achter hen rijdt veilig kan inhalen (tenzij de vrachtwagenchauffeur linksaf slaat en hetzelfde signaal gebruikt.) De goedkope Berlitz-reisgidsjes over verre landen over zee worden uitmuntend verkocht - en dat duidt er wellicht op dat ze vooral worden gebruikt door reizigers die zich thuis willen voorbereiden. Iemand die tienduizend gulden uitgeeft voor een reis zal zich niet beperken tot de aankoop van een reisgidsje dat minder dan een tientje kost.
De Consumentenbond is bezig met een omvangrijk onderzoek naar de kwaliteit van reisgidsen. Een heidens karwei, want of een gids goed is of niet wordt bepaald door het type vakantie dat de reiziger nastreeft. In de loop van volgend jaar zal de uitslag gepubliceerd worden, maar Georgie Don, medewerkster van de Consumentenbond en toegevoegd aan het onderzoeksteam kan er nu alvast wel iets over zeggen. Op het moment van het gesprek vertoeft een deel van de afdeling waar ze werkt aan de Costa del Sol om de betrouwbaarheid van boeken over de zonkust te controleren. ‘Een euvel van veel reisgidsen is, dat ze niet erg up to date zijn’, kan mevrouw Don, hangende het onderzoek, alvast verklappen. ‘Een van onze mensen,’ gaat ze verder, ‘trok naar Indonesië en schafte zich voor zestig gulden de laatste editie van het Indonesian Handbook aan. Daarin werd een paradijselijk natuurgebied aangeprezen, waar uitsluitend apen woonden en één mens: een oude kluizenaar. Het rustoord was uitsluitend per lange busrit te bereiken. Toen mijn collega uitstapte, hoorde hij in de verte het geschetter van luidsprekers. Hij moest een kaartje kopen om het gebied in te mogen en werd meteen besprongen door dames, die hem bananen wilden verkopen. Die bananen konden worden gevoerd aan de laatste aap die daar in een boom zat. Bij navraag bleek dat die kluizenaar al tien jaar geleden was vertrokken omdat het hem te onrustig werd. Bij het Indonesian Handbook doet zich in extremo voor wat op veel van die gidsen valt aan te merken: ze zijn nauwelijks bruikbaar omdat de inhoud niet bij elke herdruk wordt geactualiseerd.’
Geen kwaad woord wenst Georgie Don te horen over de reisgidsen die uitgeverij Gottmer in de Dominicusreeks geeft. ‘Vooral voor mensen die een rondreis maken geschikt; de toon is soms aan de oubollige kant, maar de informatie is altijd gedegen,’ zegt ze.
De oude heer Jo Dominicus had tientallen reisboeken op zijn naam staan toen hij in 1983 kwam te overlijden. Toch verschijnen er nog steeds nieuwe Dominicus-gidsen. Na de dood van de auteur speurde de uitgeverij naar bekwame krachten, die zijn levenswerk zouden kunnen voortzetten. Gegadigden moesten een proeve van bekwaamheid afleggen door het schrijven van een paar hoofdstukken ‘in de stijl van Dominicus’. De vijf meest getalenteerde kandidaten werden uitverkoren: zij gaan voort met het schrijven van de never ending story over vakantiebestemmingen.
Hoe populairder een toeristenzone, des te meer reisgidsen erover verkrijgbaar zijn. Mevrouw Don bekritiseert: ‘Er is een gebrek aan gidsen over landen die niet zo in trek zijn. Met landen waar erg veel over geschreven wordt, heb je aan de andere kant het nadeel dat de auteurs van elkaar overschrijven. Dat is uit ons onderzoek gebleken. De ANWB-gids over Mallorca en de Kleine Kosmosgids over Mallorca vertoonden op sommige plaatsen vrijwel dezelfde tekst. Ook kun je soms letterlijk de passages aanwijzen waaruit blijkt dat de schrijver helemaal niet geweest is in het gebied waar hij over schrijft.’
In 1981 deed de Consumentenbond ook al eens een onderzoek naar de betrouwbaarheid van reisgidsen. Gegevens over aanbevolen attracties liepen in het geanalyseerde drukwerk sterk uiteen: ‘Bijna alle gidsen gaan in de fout bij de beschrijving van het Frogner-park in Oslo. De ANWB noemt vrouwenfiguren die de fontein tillen, maar het zijn enorme mannen. Dominicus beschrijft een beeldengroep die de geboorte van het kind voorstelt, maar het gaat hier om de ontwikkeling van foetus tot leren lopen. De kleine gids van Kosmos vermeldt vier beeldengroepen met adelaars, maar dit zijn draken. De hoogte van de Eiffeltoren varieert in de diverse gidsen van 300 tot 327 meter en het uitzicht van zestig tot negentig kilometer; het aantal lijnen van de Parijse metro is volgens de diverse gidsen zestien, veertien, dertien en twaalf.’
Per serie kan de kwaliteit zeer uiteenlopen. ‘Berlitz is vrij consistent, maar de ANWB-gidsen zijn nogal variabel. Soms erg goed, soms erg slecht - het hangt er maar vanaf, wie met het schrijfwerk wordt belast,’ zegt Georgie Don. Twee jaar geleden besloot de ANWB tot ‘kwaliteitsverbetering’ van het reisgidsenfonds. Volgens de organisatie ging van de f11 miljard die Nederlanders vorig jaar aan vakanties uitgaven circa f30 miljoen naar de aanschaf van gidsen en kaarten.
De beste reisgids die verkrijgbaar is? Georgie Don zou het niet weten. ‘Persoonlijk neem ik altijd een Michelingids mee, maar dat is misschien een wat eh... subjectief oordeel,’ antwoordt ze voorzichtig.
De slechtste reisgids? Met die vraag weet mevrouw Don beter raad. ‘De Kleine Kosmos, die is werkelijk bar en boos,’ zegt ze. ‘Onnauwkeurig. Belangrijke bezienswaardigheden staan er niet in. Onze indruk is, dat de inhoud van die boekjes