Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 10]
| |||||||||||||
Rob SijmonsOp is op en Holland is totaal op, geheel leegverkocht. Holland heeft niets meer te bieden aan originele wandeltochten. In vijf jaar tijd is elk pad dat voor wandelaars maar enigszins de moeite waard is opgenomen in een veelheid aan routes. Binnenkort zien we het twintigste boekje waarin het kerkepad van Holysloot beschreven wordt, en op de Tiendweg beneden Oudewater en Haastrecht kan de ANWB al bijna voetgangerslichten plaatsen. Bah. Nieuwe wandelingen zijn dus vaak nieuwverpakte oude wandelingen. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het recent verschenen zesde deeltje van Lopen over gras, geschreven respectievelijk getekend door de leraren Engels Kees ten Holt en Jouke van der Meij. Een aantal van hun Wandelingen in het Westen van Noord-Holland (Bert Bakker, f16,90) is eerder door andere auteurs beschreven. Zo bevatte de klassieker Voetwijzer door Nederland nummer 2 (Dwarsstap, Nijmegen; f18,50) welgeteld drie wandelingen in dat deel van Noord-Holland en alle drie keren ze - soms licht gevarieerd - in het gidsje van Ten Holt en Van der Meij terug. Het aardige is dat dit doubleren een nauwkeurige vergelijking mogelijk maakt. Op bijna alle punten wint de uit 1983 daterende Voetwijzer. De tekst en de informatie daarin zijn - ondanks de compactheid - rijker. Maar vooral de gebruikte kaarten zijn onvergelijkbaar van kwaliteit. De Voetwijzer drukt nauwkeurig stafkaarten af van schaal 1: 25.000, met daarin als rode lijn de route. Lopen over gras hanteert zelfgetekende rommelkaartjes, wat het vinden van de juiste weg af en toe stevig bemoeilijkt. Toch is het niet allemaal naäperij wat ten Holt en Van der Meij bedrijven. Hun aan het ziekelijke grenzende afkeer van asfalt brengt ze soms op originele vondsten, zeker voor wie niet te beroerd is over modderige dijkjes te glibberen met daarbij af en toe als hindernis een hek, een boze boer of een schuimbekkende hond. Vernieuwende verdedigers van het recht van overpad moeten wat voor hun ideaal overhebben. Wat zijn nu redelijke kwaliteitscriteria voor wandelgidsen?
Geen enkele routegids voldoet geheel aan deze criteria, maar de serie van dertien ANWB-wandelgidsen vormen wel het bedroevende dieptepunt. Het zijn regelrechte bevorderaars van semi-bermtoerisme. Gebruik de berm rustig voor het stallen van de auto, zij het met enige zorg: ‘Indien er alleen in de berm parkeermogelijkheden zijn, verzoeken wij u de toegangen tot natuurgebieden en landerijen vrij te laten.’ Veel wandelingen zijn in de directe omgeving van autowegen, ‘per openbaar vervoer niet bereikbaar’. Mocht dat wel het geval zijn - zoals bij een stadswandeling in Breda - dan wordt de ANWB-tekstverwerker op debielenproza gezet: de stad ligt ‘aan de Noord-Zuid en de Oost-West Intercitylijn’ van de spoorwegen. Volgens de Winkelgids van de ANWB kosten de boekjes f14,95 per stuk. Omdat ik als niet-lid bij de kassa van de ANWB te horen kreeg dat ik de boekjes daar niet mocht kopen ging ik naar mijn lijfwinkel voor wandelboeken. Daar rekende men f12,45. De beste wandelgidsen zijn de al genoemde Voetwijzers voor Nederland en de boekjes van de Stichting voor Lange Afstand Wandelpaden (LAW). De Voetwijzers bevatten rondwandelingen van een halve of hele dag. De LAW-gidsen beschrijven trektochten waarmee je dagen, desnoods weken onderweg kunt zijn. Een van de aardigste, mede omdat auto's en beschaving steeds op gepaste afstand zijn, is het Pieterpad tussen Pieterburen en Pietersberg. Vastgelegd in vier gidsen, met routebeschrijving in twee richtingen en stafkaarten helder meegedrukt, zij het in één kleur (alle f14, -). Alleen de gidsen van de officiële Engelse Long Distance Footpaths leveren een wat mooier kaartbeeld, maar die worden dan ook gedrukt bij Harer Majesteits Uitgeverij HMSO. En de Engelse routebeschrijvingen gaan overigens maar één kant op. Het Pieterpad en een aantal andere LAW-paden sluiten aan op het Franse net van GR-paden. Fameus is de in ons land eindigende GR-5, Noordzee-Middellandse Zee, lopend via Ardennen, Vogezen, Jura en Alpen. In België, Luxemburg en Frankrijk zijn deze routes gemarkeerd met rood-witte verfstrepen; in ons land is de markering op gang gekomen maar nog lang niet voltooid. Markering vermindert het belang van een goede kaart. Gemiddeld: want er hoeft maar één paaltje om te vallen of één gemarkeerde boom gekapt te worden, en de kaart is de enige koersbron. En dan te bedenken - zoals ik onlangs op de GR-5 veelvuldig nog kon waarnemen - dat in de Ardennen geregeld niet een enkele boom maar enige hectaren produktiebos tegelijk gekapt wordt. Het is in dit verband onbegrijpelijk dat er nog steeds Belgische GR-gidsen bestaan zonder degelijk kaartmateriaal. De afkorting GR komt van het Sentiers de Grande Randonnée; het Franse net bevat inmiddels 40.000 kilometer. De Vlamingen vertaalden het tot Grote Routepaden. Het is dan koddig om de Nederlan- | |||||||||||||
[pagina 11]
| |||||||||||||
ders die de GR-paden in Wallonië bevolken francofiel over Grandes Routes te horen spreken. De topoguides voor de GR kosten meestal minder dan twee tientjes; de LAW-gidsen kosten zelden meer dan viertien gulden.
walther van lothringen
De Voetwijzers kwamen van mensen rond het liefhebbers-kwartaalschrift Op lemen voeten, tijdschrift voor voettochten. Latere produkten uit dezelfde kring zijn nog steeds beter dan de rest maar toch van wat minder niveau. Steven van Schuppens Nederland 5 km per uur (Dwarsstap, f28, -) heeft de technisch bijna perfecte vorm bereikt (kaarten; scheiding beschrijving van de rondwandelingen en beschouwingen over ‘de geschiedenis van het landschap’), maar het enthousiasmerende van het ‘ontdekken’ is er wat af. Er sluipen routineuze trekjes in, maar niettemin aanbevolen. Nog weer minder blijken de twee wandelboekjes met ‘omgevingsgeschiedenis’ van steden: Te voet Amsterdam uit en Wandelen rond Arnhem (ook Dwarsstap; f19,50). Proefwandelingen met de Amsterdamse gids wezen uit dat de gebruikte kaarten (van de weidsbenaamde Fietskaart Informatie Stichting) absoluut onvoldoende waren. Een van de routes - het Spaarndammerpad in het westelijke havengebied - bleek vlak na verschijnen van de gids al hopeloos vast te lopen. Terugkeer bleek op dat moment de enige zinnige oplossing. | |||||||||||||
SchakelroutesDe wandelgidsen van de Belg Julien van Remoortere bevatten korte cirkelroutes, vaak samengesteld door het creatief aan elkaar rijgen van bestaande VVV-paden. De begeleidende tekst is breedsprakig, de kaartjes zijn wat erg primitief, waarbij het noorden aan de lange kant van het boekje, aan de korte kant, of ergens daartussenin kan zitten. Mocht er eens, onder wat zwaarder omstandigheden, een kompaskoers nodig zijn - bijvoorbeeld op de Hoge Venen - dan is dat uiterst onhandig. Naast die Venenroutes beschreef Van Remoortere ook de gidsjes Wandelen in: de Ardennen; het Groothertogdom Luxemburg; Duitstalig België. Alle verschenen bij Lannoo, f28,-. Van de Elmar-wandelgidsen kozen we ter beoordeling op goed geluk De Veluwe van M. Roland en B. Horeman. Tientallen dagtochten van acht tot twintig kilometer, en vijf ‘trektochten’. Wat dat laatste betreft: voor een lange-afstandswandeling moet deze gids niet gekocht worden. Stukjes van de kleinere tochten moet de lezer zelf aan elkaar schakelen. Steeds maar wisselpunten, ‘vandaar vervolgt u de route, nog steeds tegen de beschrijving in’. Achterstevoren lezend en het landschap bekijkend door een achteruitkijkspiegel bereike men het eindpunt. Verder vallen de tochtjes zelf in de categorie ‘aardig’ en is het kaartmateriaal niet meer dan redelijk. In de tekst ook nog veel gezeur: nadruk op het meenemen van een lange onderbroek, en zesenvijftig bladzijden historie van het Veluws landschap door - ettelijke - eeuwen heen. Uitgeverij Elmar vraagt voor de boekjes f19,50. Nu er zoveel routes zijn kon ook het samenvattende boekje over alle grote routes niet uitblijven. Op basis van een eerdere, veel compactere non-profit uitgave van Steven van Schuppen schreef Robert van der Veen Lange afstandswandelingen in België en Luxemburg. Het werd een uitgewalste brochure, onleesbaar door Van der Veens totale zelfoverschatting. De routes worden voorafgegan door literaristische ‘reisimpressies’: ‘Ik wil de reisbeschrijving niet daar (in Luxemburg, dit keer) maar thuis laten beginnen. “How did you get there,” zou Paul Theroux vragen. De heenreis is evenzeer belangrijk.’ Tja. De bespiegelingen over de Luxemburgse dagbladpers zullen we helemaal maar onbesproken laten. Kortom: een bureauredacteur bij uitgeverij Luitingh had ruim het rode potlood moeten laten dansen. Wat er overbleef had dan samengevoegd kunnen worden met de zakelijk interessante gedeelten uit de tweede Van der Veen: Lange afstandswandelingen in Nederland. Dán was f21,90, een redelijke prijs. | |||||||||||||
FietsboekenDe Rijwieltoerist heeft veel minder dan de wandelaar behoefte aan routegidsen. Met behulp van overal verkrijgbare kaarten kan de fietser heel makkelijk zelf zijn route uitzetten. De beste koop voor Nederland zijn de ANWB-toeristenkaarten 1: 100.000 (f6,95 per stuk), maar de wat minder kieskeurige gebruiker zal zelfs met de 1: 200.000 Michelin-kaarten (f6,25) nog aardig uit de wielen komen. Voor de fietsgidsen kunnen we ons beperken tot enige nouveautés. Uitgeverij Dwarsstap breidde dit jaar de serie Fietsmappen spectaculair uit; ze zijn er nu voor de ‘wijde’ omgeving van 's-Hertogenbosch, Utrecht, Arnhem, Amsterdam, Leiden, Den Haag, Haarlem, Breda en daarnaast voor Noord-Holland benoorden het IJ. Telkens vier echte stafkaarten 1: 50.000, met extra rode opdruk voor de routes; een doorzichtig plastic mapje met ingenieuze rits; een boekje met de routebeschrijvingen; en dat alles voor f19,50. Zeer aan te bevelen, maar dan voornamelijk voor kaarten en verpakking. De routebeschrijvingen zijn supersummier. Het hoge aantal routes (bijvoorbeeld eenenzestig rond Leiden) wordt kunstmatig verkregen door apart getelde opsplitsingen en varianten. Vernieuwd zijn de fietsgidsen van de Stichting Fiets. De oude serie was rommelig geschreven met primitief kaartwerk. Nu de Stichting met de ANWB samenwerkt, gebruikt men fragmenten van de toeristenkaarten 1: 100.000. Tevens zijn de gemarkeerde ANWB-fietsroutes opgenomen. Van de geplande zeventien delen met elk twintig ritten zijn inmiddels leverbaar Fietsen in: Drenthe, Twente/Salland, 't Gelders rivierengebied, Oost Noord-Brabant, Zuid-Holland Noord, Zuid-Holland Zuid. En: Op de veluwe. Per deeltje f9,95. Helaas nog steeds dat onhandig lange formaat. Prijzenswaardig curieus is H.D. Costers' dit jaar verschenen Fietsen van Maastricht naar de Méditerranée (De Horstink, f29,50). Enkele delen van de routebeschrijving kon ik - op geheugen - uit eigen ervaring toetsen: het boekje bleek opvallend goed geïnformeerd en precies. Dat de route ‘autoschuw’ is, zoals de flapstekst beweert, kan - helaas - niet waargemaakt worden, met name voor de meer geaccidenteerde stukken. Daar is weinig aan te doen: het aantal voor de trekkende fietser te gebruiken wegen is dan beperkt. De kaartfragmenten - zwart-witkopieën van de Michelin 1: 200.000 - zijn minder bruikbaar. Ze staan apart van de routebeschrijving en hebben het noorden steeds in een andere hoek. Daardoor moet je aan het stuur je kop steeds in een andere richting draaien als je de plaatsnamen wil lezen. De route telt 1365 kilometer verdeeld over tweeëntwintig etappes. Een vakantie op zichzelf. | |||||||||||||
GemurmureerDan drie gecombineerde fiets- en wandelgidsen rond een thema of streek. Fietsen en wandelen langs oude spoorlijnen van Alexander Artz (Elmar, f19,50) gaat uit van een charmant, zij het niet geheel origineel idee. De routes - in Nederland én België - worden zakelijk en niet spoorfreakerig beschreven. Helaas wisselt de kwaliteit van het kaartmateriaal sterk, van zeer goed tot vrijwel onbruikbaar. Minder enthousiasme bracht de Landschapsgids te weeg die Thale Hadderingh schreef, kennelijk voor een serie. In Tussen Rijn en Maas (Gottmer, f19,90) meldt de auteur zelve: ‘In de landschapsgidsen is de aandacht juist niet gericht op het uitzonderlijke, maar op het typerende. Dus geen gemurmureer, waarde lezers als u in deze gidsen geen inventarisatie vindt van musea, kerken, schilderijencollecties enzovoort. Daarvoor zijn andere gidsen.’ Het gemurmureer in dit gidsje komt van de auteur. Typerende zinsneden: ‘Het verschil in uiterlijk tussen beide (dorpskerken in Batenburg) is het verschil tussen domineren en dienen, tussen namaak en echt, tussen van buitenaf opgelegd en van binnenuit gegroeid. Zo leidt een fietstocht tot mijmeren en filosoferen.’ En: ‘Bos en bos is twee.’ Zo lusten wij er nog wel een. De kaarten in Hadderinghs gids zijn onbruikbaar. De derde combinatiegids is Vogeltochten in de Lage Landen, tot stand gekomen mede op initiatief van de Nederlandse Vereniging tot bescherming van vogels (Dwarsstap, f28,50). Een goed verzorgde, kloek ogende ratjetoe. Voor nietvogelfreaks is deze gids nauwelijks enthousiasmerend. Kinderdijk mag dan ‘ook ornithologisch interessant’ zijn, de opsomming van mogelijk aan te treffen gevederde vrienden plus een wel zeer summier routebeschrijvinkje zonder kaart overtuigt niet. Voor andere routes is de situatie minder erg; maar de uitspraak dat de gebruiker van de gids een grote kans heeft om ongeveer 250 vogels te leren kennen’ lijkt wel erg pretentieus. Tenzij men ‘kans’ vooral als onwaarschijnlijkheid leest. Tot slot nog een opmerking over aansluitend openbaar vervoer. Ons spoorboekje binnenland is onontbeerlijk: vernieuwd maar niet verbeterd, gelukkig nog steeds met álle spoorverbindingen en de boten op de Waddenzee (f6,50). Voor de bussen komt er medio juli, dus veel te laat, een Nationale Buswijzer (f3,25, dan te koop bij de NS). Wie de echte dienstregelingen wil hebben moet een hele rij aanschaffen; de NZH presteert het zelfs om voor haar gebied drie busdienstregelingen uit te brengen (elk f4, -). De NS-zomerdienstregeling buitenland (f6,50) is handig maar heeft als belangrijke beperking dat men alleen de grote lijnen neemt waarop je doorgaand vanuit Nederland terecht zult komen. Veel completer is de Thomas Cook Continental Timetable. Naast - ook nog niet volledige - dienstregelingen van de spoorwegen van Europa bevat het boekwerk bootverbindingen die voor de toerist van belang zijn. Elke maand verschijnt een nieuwe editie, hoewel veel tabellen een heel seizoen blijken mee te gaan. Een dure aanschaf (f29, - inclusief porto) maar voor de echte vakantiezwerver de moeite waard. De timetable is alleen te verkrijgen door bestellen met vooruitbetaling bij Schuijt & Co, Gedempte Oude Gracht 35 Haarlem, tel. 023-32 54 40. In het lijstje met criteria voor de kwaliteit van gidsen is één punt vergeten: • het prikkelen tot voorpret, het stimuleren van de fantasie, stel je voor dat ik op dat pad, in die trein, op die boot zou zitten. Maar een echte vakantiezwerver zoals ik heeft daar maar weinig voor nodig. Een mooie stafkaart, een betrouwbaar ogende dienstregeling: de sluizen van de fantasie gaan open. Holland is op, maar de rest van Nederland en Europa nog niet. ■ |
|