Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6]
| |
Hans WarrenDat Eva Cossee in de rubriek ‘Tijdschrift’ (Boekenbijlage 31-5-'86) gretig was om onvriendelijke dingen over het aan Hans Warren gewijde nummer van Het Oog in 't Zeil te zeggen, is haar volste recht. Maar ze is zo gretig geweest, dat het lezen van het nummer zoals wel erg duidelijk uit haar recensie blijkt er kennelijk bij in is geschoten. Tom Lanoye zou slechts een uittreksel van zijn scriptie geven. Inderdaad vat hij zijn scriptie samen, maar dan in een paar regels en in een zeer spottend kader. Piet Calis zou de achtergronden van het illegale blaadje Maecenas schetsen - dat is niet zo. Ikzelf zou ‘het experimentele’ ontkennen in Warrens vers ‘Aubade met lijsters’ - in feite beweerde ik ongeveer het tegengestelde. Frans de Rover en Wim Hottentot zouden niets anders doen dan Warrens oeuvre in het perspectief van het Dagboek plaatsen - wie het besproken tijdschrift las weet beter. Eva Cossee beweert: ‘Als je alle stukken in dit nummer gelezen hebt, komt je tot de conclusie dat het voor de bestudering van Warrens werk eigenlijk funest is dat hij zo veel over zichzelf aan het prijsgeven is.’ Wat die opmerking nu waard is, laat ik buiten beschouwing. Maar het verdient vermelding dat dit niet de conclusie is van iemand die alle stukken gelezen heeft, doch de mening van iemand die het bij doorbladeren heeft gelaten. Van iemand bovendien die gezien haar kronkelige redeneringen - bijvoorbeeld dat door het publiceren van foto's afbreuk aan het literaire gehalte van de dagboeken zou worden gedaan - niet garant staat voor een gefundeerde mening. Kloetinge Mario Molegraaf | |
Koos VorrinkIn de even interessante als onderkoelde bespreking ‘De halve biografie van Koos Vorrink’ (VN/Boekenbijlage, 7 juni 1986) schrijft Igor Cornelissen, in aanvulling op de zojuist verschenen biografie: ‘In 1948 stortte een vliegtuigje waarmee hij op weg was naar Noorwegen boven Denemarken neer. Vorrink had een geheime regeringsopdracht gehad en over het ongeluk dat hij wonderbaarlijk overleefde, werd nadien nogal geheimzinnig gedaan.’ Tot zover de feiten. Maar waarom onthult I.C. niet aan de lezer wat het doel was van de reis met het vliegtuigje en evenmin waarom het hele geval met zoveel geheimzinnigheid werd (en blijkbaar nog wordt) omgeven? Onder de titel Failure of a mission werd al in De Vlam van 1 oktober 1949 deze affaire in het kort uit de doeken gedaan: ‘Het ongeluk van het vliegtuig waarmee Koos Vorrink naar Kopenhagen vloog, had enkele pijnlijke gevolgen. In de eerste plaats werd hierdoor op incidentele wijze ruchtbaarheid gegeven aan de regeringsopdracht om bij de Scandinavische partijgenoten begrip te wekken voor de tweede politionele actie. Het tweede gevolg was dat deze missie niet doorging.’ Na zijn herstel vond in de Apollohal te Amsterdam een bijeenkomst plaats, zo vervolgt het ‘commentaar’ in De Vlam, ter gelegenheid van Vorrinks terugkeer tot het politieke leven, naar aanleiding waarvan hij de belangstellenden verzocht had ‘als huldeblijk een boek mee te brengen voor onze jongens in Indië: die dan met Sinterklaas een boekje in hun pakje vinden’. Deze aanvulling op de bespreking van I.C. kan tevens dienen als een kleine bijdrage tot de andere helft van de biografie van Koos Vorrink, met als mogelijke titel Van Vierhouten tot Djokja. Amsterdam Arthur Lehning | |
Max HavelaarIn de rubriek Ter Zake (Boekenbijlage, 31-5-'86) maakt Dini Schouten gewag van ‘een door Hermans bezorgde geannoteerde uitgave van de Max Havelaar. Hermans' uitgave is die naar de vierde druk van 1871.’ Dit alles is vrijwel geheel onjuist. De vierde druk van Max Havelaar verscheen niet in 1871, maar in 1875. Wat ik heb gedaan is niet het bezorgen en becommentariëren van de vierde druk, maar van de in facsimilé herdrukte vijfde druk uit 1881. Dit is de laatste door Multatuli zelf verbeterde druk en dus de enige gezaghebbende uitgave. Voorts deelt mejufrouw Schouten nog mede: ‘Naar berekening zullen Hermans' verklarende noten ongeveer de helft van het boek beslaan (...)’ Mejuffrouw Schouten is verkeerd voorgelicht of ze kan niet goed rekenen. Mijn verklarende noten beslaan aanmerkelijk minder dan de helft van het boek. Ik heb goede hoop dat dit sommige lezers zal teleurstellen, maar ik heb mijn best gedaan veel te verklaren in weinig woorden. Parijs Willem Frederik Hermans |
|