Waar de archieven vandaan kwamen
De papieren van de revolutie. Het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis 1935-1947 door Maria Hunink Uitgever: Het IISG, 364 p. Te bestellen door overmaking van f45, - op postgiro 4740245 van het IISG te Amsterdam onder vermelding van ‘De papieren van de revolutie / Hunink’
Igor Cornelissen
Vorig jaar schreef ik een VN-bijlage over het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis dat toen vijftig jaar bestond. Al die archieven, foto's en vaandels van revolutionairen en meer gematigde hervormers - dat boeide me allemaal zeer. En het ontroert me nog steeds.
Een van de mensen van het Instituut die me geweldig hielp (ik ken haar al jaren) was Maria Hunink die van 1956 tot 1973 bibliothecaresse was op het Instituut, er nog werkt, en een van de laatste schakels is naar de mensen die het IISG voor de oorlog maakten. In De papieren van de revolutie (een vondst van wijlen Jan Rogier) heeft Maria Hunink nu zelf de geschiedenis van het internationaal befaamde Instituut geschreven waarbij het accent valt op de periode tot ongeveer 1948. Toen waren de grote en belangrijke collecties al aangekocht en - want dat beschrijft ze ook - teruggekomen uit Duitsland.
Maria Hunink is een vrouw met een liefde voor het Instituut die ze gelukkig niet kan onderdrukken. De papieren zijn haar heilig en die liefde is nu gestold in een fraai boek waarin de verwerving van archieven en bibliotheken consciëntieus is beschreven. Al bladerend in dit gebonden en rijk geïllustreerde boek stuitte ik al weer op een interessante naam: Boris V. Savinkov (1879-1925), revolutionair en terrorist die onder Kerensky nog even onderminister van Oorlog was en later met Churchill confereerde om de bolsjewiki te verslaan. Toevallig weet ik dat die Savinkov ook te maken had met de Engelse spion Sidney Reilly waarover de BBC zo'n mooie tv-serie maakte. Bij Maria Hunink lees je dan droogjes in acht regels dat de collectie-Savinkov documenten uit de Burgerloorlog bevat waaronder correspondentie met Churchill en Pilsoedski. Het archief werd destijds aangekocht voor f850, -. Maria Hunink is iemand die liever smakelijke details vertelt dan ze opschrijft. Het moet bij haar allemaal strikt wetenschappelijk blijven. Haar geschiedschrijving maakt daardoor wel eens een wat droge indruk. Wie even zoekt achter de genoemde namen en collecties en weet dat de sociale geschiedenis niet begon met de bezetting van het Maagdenhuis aan het Amsterdamse Spui, die begrijpt wat voor een rijke en rijpe periodes er in de papieren van de revolutie opgetast liggen.
■