Brieven
Simone de Beauvoir
Een van de motto's die Simone de Beauvoir Le deuxième sexe in 1949 meegaf was: ‘Al wat door mannen over vrouwen is geschreven moet als verdacht worden beschouwd omdat ze zowel rechter als partij in het geschil zijn.’
Door de tijd (hopelijk) achterhaald?
Van een journalist die zich geroepen voelt iets te schrijven ter herdenking van een dode, mogen op z'n minst geïnteresseerdheid in de herdachte en enige kennis van en respekt voor het werk worden verwacht. Niet eerder las ik een stuk waarin deze drie simpele uitgangspunten zo perfekt werden genegeerd als in de herdenking van Simone de Beauvoir door H. van Galen Last (‘Onafhankelijker dan werd aangenomen’, VN-Boekenbijlage, 26-4-'86). Zijn interesse geldt veeleer Jean-Paul Sartre, ‘onmiskenbaar haar meester’, die in dit stukje van hooguit een getikte pagina nog zeven keer opduikt. Zijn kennis geeft slechts vooringenomen ideeën weer van hoe ‘de wereld’ haar zal beschouwen: literair geringschat, hoewel op momenten van onafhankelijkheid ‘alleen de mindere van een Sartre in topvorm’. Tenslotte zijn uiting van respekt: ‘haar ideeën zijn al bijna helemaal vergeten’, ‘zij was voor de werkelijke omgang met ideeën waarschijnlijk te serieus, een mankement dat vrouwen wel meer vertonen’.
Inderdaad, een oer-patriarchaal stukje tekst inclusief Subjectieve generalisatie om de Ander in een hok te kunnen plaatsen, een euvel waaraan mannen wel meer lijden. Van Galen Last had niet overtuigender kunnen demonstreren dat De Beauvoir's ideeën in ieder geval door hem helemaal zijn vergeten (voorzover hij ze ooit heeft gekend). Tegelijk onthult hij juist door dit treurige herdenkingsstukje dat, ook al heeft De Beauvoir het feminisme niet ‘uitgevonden’, haar ideeën van zo'n veertig jaar geleden (helaas) amper aan aktualiteit hebben ingeboet. Misschien toch dat boek nog maar eens écht lezen?
Amsterdam
Dédé Brouwer