Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenHet vertrek van An Dekker als uitgeefster/directeur bij Feministische uitgeverij Sara, wordt in één adem genoemd met liquiditeitsproblemen waarmee de uitgeverij zich kort na haar vrijwillig ontslag (dat met onmiddcllijke ingang verleend werd) geconfronteerd zag. ‘Maar liquiditeitsproblemen heeft vrijwel élke uitgeverij in deze tijd van het jaar,’ zegt An Dekker. ‘Ik vraag me af hoe groot die zijn. Vorig jaar zijn vijf boeken die werden aangekondigd niet uitgebracht, en er zijn investeringen gedaan in tekstverwerkers die ervoor zullen zorgen dat in 1986 de zetkosten gehalveerd zullen zijn. Maar onze omzet is in de eerste drie maanden van '86 met 57 procent gestegen. Het bedrijf loopt goed, als je ermaar vertrouwen in hebt.’ Als reden voor haar vertrek noemt An Dekker vooral de organisatiestructuur van Sara. ‘Een stichting is niet de juiste bestuursvorm voor een bedrijf. In het bestuur zitten mensen wier vak het niet is, en toch willen ze zich met het uitgeven bemoeien. Sinds augustus vorig jaar hebben we een nieuw personeeisteam. Ik heb het bestuur gewaarschuwd dat ik al overbelast was door mijn taak als uitgeefster en financieel directeur, en dat ik niet ook nog het personeel kon inwerken. Ze reageerden daar niet op. Ik heb veel energie in Sara gestoken, en met veel plezier, maar ik wil kunnen uitgeven, mooie en goede boeken uitgeven, en daar kwam ik niet meer aan toe. Toen ik hier kwam in '83 trof ik een bijna failliete uitgeverij aan, met een onverkoopbaar fonds: titels die leuk waren voor het begin van de vrouwenbeweging. De boekhouding was een half jaar lang niet gevoerd. In twee jaar tijd heb ik het vertrouwen teruggewonnen van de crediteuren, en we worden gerespecteerd in de uitgeverswereld, in binnen- en buitenland. Wat er misging, is dat de overgang van een collectieve naar een hiërarchische structuur, zoals die was aangenomen, werd teruggedraaid door de nieuwe mensen, die weer alles samen wilden beslissen, samen naar de bank, samen naar de drukker, en samen naar het postkantoor om een postzegel te kopen. Voor bedrijven met een ideologisch en collectief verleden is het altijd moeilijk als er een hoofd boven het gras uit gaat groeien.’ Conny Boekhout, redactiesecretaresse en woordvoerster van Sara, betreurt dat uit haar persbericht door kranten de gevolgtrekking is gemaakt dat An Dekker ontslag nam om de financiële catastrofe te ontlopen. ‘Ik ken de reden van haar ontslag niet. Het enige wat wij konden constateren is dat zij ontslag nam een week voordat het accountantsrapport kwam. Waar wij door geschokt zijn is dat wij een jaar lang te horen hebben gekregen dat het goed ging, en dat nu pas blijkt dat 1985 niet goed is geweest. Ik verdenk An niet van kwade trouw, zij zal ook gedacht hebben dat het goed ging. Samenwerkingsproblemen met haar zijn pas ontstaan toen we vroegen wanneer we eens iets met cijfers gingen doen. De mensen die hier nu zitten hebben volgens mij nooit moeite gehad met de nieuwe hiërarchische structuur, maar als An het een ondermijning van haar positie vindt, dat je personeel aan je bestuur om cijfers gaat vragen, dan is dat pas op het allerlaatst gebeurd.’
leven en werken der kabouter
Rien Poortvliets successtory Leven en werken der kabouters en Oproep der kabouters (vertaald in eenentwintig talen en gedurende driekwart jaar nummer één op de Newyorkse bestsellerlijst) is door een Spaanse televisiemaatschappij geserialiseerd. De zesentwintig afleveringen (van tien minuten) worden verkocht naar Italië, Frankrijk, België, Luxemburg, Amerika, Noord- en Zuid-Amerika, en Mexico. Uitgeverij Unieboek, agent voor de rechten op Poortvliets kabouterboeken, maakt melding van een lucratieve spin-off van de animatiefilms in Spanje, waar sinds de uitzendingen (begonnen in het najaar van 1985) een kabouterrage is ontstaan die gevoed wordt met washandjes, T-shirts, poppen, ballonnen, kinderpyjama's, behang en blocnotes. De merchandizing gaat zover dat ook boeken naar de televisie worden gemaakt, waar het andersomme al voorhanden was. ‘Ordinaire gretigheid van neringdoenden,’ zegt Rien Poortvliet, die er niets mee te maken wil hebben: ‘Ik hoef gelukkig geen geld te verdienen op een ordinaire manier. Geld kan me helemaal niet zoveel schelen, ik heb hier niet eens een geasfalteerd oprijlaantje. Ik heb van de Schepper de humor gekregen om me te vermeien in zoiets lulligs als de kabouter. Aan het maken van het boek heb ik plezier gehad, maar ik wil niet tot de dood erop volgt met mijn kabouters vereenzelvigd worden. Waar ik een hekel aan heb is het uitmelken. Maar ze hebben schijt aan je. Van die Spaanse televisieserie is zo'n gladde vent bij me geweest, zo één met een glimlach alsof de wereld op zijn pokkefilmpjes zit te wachten. Ze lieten me schetsen zien, nou, ze kunnen nog geen vosje tekenen. Ik heb aangeboden om ze wat vóór te schetsen, en dan zeggen ze, nou, graag, mijnheer, maar intussen blijkt de serie in Taiwan aan aflevering zeven toe te zijn. Nou zal het me een zorg zijn of ze in Argentinië, ook al zo'n klereland, kaboutervoorbehoedmiddelen verkopen, maar in Nederland wil ik die klerezooi met die klerekabouters niet. Maar bij Unieboek ken ik niemand meer, ik ben er weggegaan omdat je er te koop bent voor de meestbiedende, alsof je een voetballer bent. Ik heb m'n hele leven nog nooit een contract gelezen, dus hoe het met de rechten zit weet ik niet, maar ik heb Unieboek wel gedreigd met lijfstraffen als die serie naar Nederland komt.’ Toine Akveld, huidig directeur van Unieboek, is op de hoogte van Poortvliets veto. ‘We zullen de rechten niet aan Nederland verkopen,’ belooft Akveld, ‘maar het is de vraag of kaboutertjes een paspoortje nodig hebben om in Nederland te komen.’
Joost de Wit, directeur van de Stichting ter bevordering van Nederlands letterkundig werk, ofwel de Foundation for the Promotion of the Translation of Dutch Literary Works, is vanwege zijn verdiensten voor de culturele samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland, in België benoemd tot Ridder in de Orde van Leopold II. Zijn internationale betrekkingen zullen zo mogelijk nog intensiever worden door zijn benoeming, afgelopen zaterdag, tot voorzitter van de Nederlandse PEN (Poets, Playwrights, Essayists and Novelists). De Wit volgt Gerrit Borgers op. Tot het bestuur van PEN-Nederland treedt ook Rudolf Geel toe, die als secretaris binnenland de taak overneemt van Willem van Maanen. Louis Ferron wordt als bestuurslid opgevolgd door Tom van Deel. Ook het Nederlandse Writers Emergency Fund, bestuurlijk geen onderdeel van de PEN maar er wel aan gelieerd, krijgt nieuwe bestuursleden: op het komende PEN-congres in Hamburg (in juni) zal A. Den Doolaard worden opgevolgd door J. Bernlef. Internationaal beschermheer van het Writer's Emergency Fund was Heinrich Böll. Harold Pinter gaat diens plaats innemen. In Nederland is Joost de Wit al secretaris van het Schrijvers in nood-fonds, en lid van drie PEN-commissies: het Writers in Prison-Committee, het Peace-Committee en het Programme and Translations Committee. Een cumulatie van functies, die, aldus De Wit, de instemming heeft van PEN-Nederland: ‘In sommige landen vindt men het slecht en niet democratisch, maar hier vindt men het verstandig dat één iemand altijd weet waarover het gaat.’
In New York kunnen schrijvers speciale stilte-kamers huren. Dat bracht de Londense mevrouw Elizabeth Taylor Mead op het idee om haar flat (Farrington Road) in schrijfcellen te laten verdelen, per maand verhuurbaar. In West Duitsland bestaat een dergelijke faciliteit, voor vertalers, al wat langer, en het werkt. Of beter: er wordt gewerkt. Vertaalster Anne Stolz was drie dagen in het ‘Huis voor vertalers,’ in Straelen, vlak over de grens bij Venlo. Ze schrijft enthousiast over de nuttige contacten met tegelijk daar verblijvenden vertalers in dezelfde doeltaal. Het verblijf is gratis (reis en eten zijn voor eigen rekening). Het enige dat het Europäisches Übersetzers-Kollegium (Kuhstrasse 15-17 D-4172 Straelen am Niederrhein) terugverwacht is dat de vertalers hun taalvondsten achterlaten in de beschikbare tekstverwerkers. |
|