Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
Op z'n Russisch door Edward Topol Uitgever: A.W. Bruna, 204 p., f 24,90
| |
Het onderzeeërdomIn de Nederlandse versie, De jacht op de Red October, ontbreekt dat, zoals er heel wat meer filosofieën over communisme contra vrijheid geschrapt zijn. De auteur van het boek, Tom Clancy, is een verzekeringsagent die graag een thriller wou schrijven. Na een krantebericht over een muiterij op een Russisch fregat begon hij in zijn vrije tijd een studie van het onderzeeërdom en hij bedacht de nieuwste vondst van de Russen, de nauwelijks traceerbare onderzeeër Red October, die ook bij ons in de Bruna-uitgave die naam houdt. De kapitein van de boot, Captain First Rank Marko Ramius, besluit om persoonlijke redenen naar Amerika uit te wijken. Hij schrijft zijn commandant een laconiek briefje: ‘Ik ben op weg naar New York,’ en er ontstaat, zoals te verwachten viel, grote consternatie in het Kremlin en in het Witte Huis, de consternatie waarvan grote thrillers te maken zijn. Twee vloten op de uitkijk, twee vingers bij de knop, een klassieke, dramatische situatie. Tom Clancy werd met het boek de held van Washington, hij mocht komen eten met de staf van het Witte Huis, zijn boek werd op het Pentagon stukgelezen. Reagan heeft niks van een admiraal - voor die rollen namen ze altijd John Wayne, of William Holden, of Burt Lancaster, maar de manier waarop de Amerikanen de zaak uiteindelijk opknappen zal hem zeer aangesproken hebben. De situatie is spannend - het boek valt wat dat betreft tegen. Harkerig geschreven, uitgesponnen. Maar wie houdt van de Run Silent, Run Deep-mystiek, wie gevoel heeft voor dat soort onderzeeërdrama met al die sprongen naar de diverse hoofdkwartieren, zal er best plezier aan beleven. En ook zien dat de Russen uiterst kundige tegenstanders zijn. | |
TrenhaileRussen zijn soms zelfs geniaal, zeker als het om intelligence gaat. Wie dat bevestigd wil zien moet de boeken van Trenhaile maar lezen. Ze zijn er in pocket en in een Elsevier-vertaling. Trenhaile, zoals hij op het Elsevier-omslag staat, heet John Trenhaile en hij is een Engelse jurist, zevenendertig jaar oud. Hij schreef de Povin-trilogie. Povin is in de eerste twee boeken (The man called Kyril en A View from the Square) hoofd van de Russische spionage, Kyril, het eerste boek, is fraai en hard. Spannend en voor mensen met een sterke maag, want Trenhaile gaat soms met mensen om als met vliegen. Het speelt in Londen. Maar al in het tweede verplaatst Trenhaile het toneel naar Rusland. In Het Kremlin-signaal (zoals het hier heet) moet een groepje Amerikanen verhinderen dat de Russen een gestrande Awacs in Siberië kunnen betreden en bekijken. Zij krijgen daarbij hulp vanuit de KGB zelf: dat is altijd zwak in een plot, | |
[pagina 14]
| |
maar in het derde boek blijkt dat allemaal voorzien te zijn. In het Engels heet dat boek Nocturne for the general, maar Elsevier, net zo harteloos als Bruna en Red October, maakte daarvan Requiem voor een generaal; ik geef toe het is maar een thriller, maar er is een wezenlijk verschil tussen een donker stemmingstukje en een dodenmis. In het boek zit Povin al twee jaar in een kamp in de Goelag. Maar de KGB-voorzitter Kazin wil nog zijn laatste geheim weten en offert een ondervraagster, Inna Karsovina, op aan het verhoor van Povin, terwijl ook vanuit het Westen een beetje rare poging om hem te ontvoeren wordt opgezet. Deze Nocturne (de plot heeft met muziek te maken) / dit Requiem zit ook weer vol met Russische eigenaardigheden. Maar ze wegen - hoewel perfect beschreven - niet op tegen de inteelt van de spionageschrijver. Hij bouwt een wereld van intrige, van mores, van logica die op den duur nauwelijks voor de gewone lezer is bij te houden. Elsevier heeft op de voorzijde van het boek staan: ‘Requiem voor een generaal is van een zeldzame kwaliteit.’ Whitley Strieber. Ik weet absoluut niet wie die Strieber is. Een agent van de KGB of van Elsevier? De eerste Trenhaile vond ik boeiend, de tweede had ook nog de kracht en de spanning die een goede thriller nodig heeft, al hou ik niet van die onverwachte hoge dei ex machina. Maar deze derde liet me onaangedaan, ondanks die hoge kwaliteit. Trenhaile ontknoopt de laatste draden van een marionettenspel dat hijzelf heeft opgezet. Zijn vierde boek is inmiddels in Engeland verschenen: The Mahjong Spies. De troebelen in de smeltkroezen van Peking, Singapore en Hongkong. Trenhaile heeft in dat derde boek zijn Russen uitgezweet. Als ik hoogleraar in de jongste geschiedenis of in de nieuwste literatuur was loofde ik een medaille uit voor de mooiste studie over de Rus in de moderne thriller-literatuur. En het zou me dan niet verbazen als zou blijken dat de winnaar een universele bestseller gemaakt zou hebben, gelezen in alle politieke en diplomatieke kringen ter wereld. ■ |
|