In verzet tegen het Javaanse etnocentrisme
Voetsporen van Pramoedya Ananta Toer
Voetsporen door Pramoedya Ananta Toer Uitgever: Het Wereldvenster/Manus Amici, 420 p., f28,50
Tessel Pollmann
Hoe gaat het met Minke? Mm. We schrijven 1900-1913.
Minke is de hoofdpersoon van de vierdelige roman door Pramoedya Ananta Toer waarvan Voetsporen deel drie is. Minke is de journalist-leider van een Indonesische beweging die naar onafhankelijkheid én verwestering streeft. Maar dat alles in het Maleis, niet het Nederlands, en ook niet het Javaans.
Ziedaar de thema's waaruit Pramoedya in dit derde deel van zijn ideeënroman zijn verhaal opbouwt.
Het zijn historisch relevante thema's die horen bij oorsprong, groei en conflicten van de Sarekat Islam, de eerste echt politieke massabeweging in Indië.
In de eerste twee delen hebben we Minke gevolgd van schooljongen tot ongelukkige echtgenoot van een prachtige, maar tot de dood gedoemde Indo-europese, en met name in het tweede deel werd het idee Pramoedya wel eens te machtig en bleef er weinig roman over. In het derde deel is dat niet het geval; hier lezen we weer een verhaal, doorweven met ideeën. Schitterend en komisch zijn de eerste hoofdstukken als de regentenzoon Minke naar de inheemse artsenopleiding gaat (Yes, we deden aan apartheid, de dokter djawa ofte wel de inheemse arts kreeg een andere opleiding dan zijn blanke collega in Indië). Minke is dan in Batavia, wordt meegenomen naar een ontvangst van Van Heutsz en maakt daar mee hoe Marie van Zeggelen (schrijfster van ethische romans), Van Heutsz en anderen over zijn hoofd heen discussiëren.
Van Heutsz in al zijn soldateskheid is voor Minke begrijpelijk; de opvolger, gouverneur-generaal Idenburg (die in feite een stuk toleranter was), vindt hij glibberig en autoritair.
Minke verlaat de regentesk bestuurde opleiding, begint een dagblad in het Maleis, en dat is niet alleen een anti-Nederlandse, maar ook een anti-Javaanse idee: hij wil het etnocentrisme van de Javaan bestrijden, en alleen al om die reden zal Soeharto hem deze roman die óók een satire is op het moderne Indonesië, niet in dank afnemen.
Minke veroorzaakt met zijn publikaties het ene schandaal na het andere - het einde is dat hij wordt opgepakt. Zijn krant opgedoekt. Daarbij speelt vanaf het begin een groep Indo's een verradersrol - Minke vertrouwt deze kinderen van Javaanse moeders en blanke vaders in het geheel niet, bezig als ze zijn de macht naar zichzelf toe te trekken. De figuur Douwager is dan ook onbetrouwbaar; het is een portret van Douwes Dekker, de politiek leider van de Indo's.