Domheid
Vervolg van pagina 9
gaat aan een onbegrensde ontwikkeling.’
Deel één van de encyclopedie bevat naar de smaak van Matthijs van Boxsel iets te veel tekeningen. Persoonlijk hecht hij meer aan schema's en grafieken. Dat het naslagwerk wordt ingeluid door slechts vijfenveertig pagina's dundruk bevalt hem daarentegen weer wèl: ‘Het is een tegenwicht voor die twintigdelige, in kalfsleder gestoken folianten, die een sieraad voor de boekenkast heten te zijn.’ Geduldig legt hij uit, dat de domheid zich bij uitstek voor zowel satire als een encyclopedische behandeling leent. De satire en de encyclopedie hebben volgens hem ‘het streven naar totaliteit en intensionaliteit gemeenschappelijk’. Zo grijpt alles in elkaar. Zeven jaar geleden verzamelde hij alles over de kwartel; waarom dat vogeltje hem zo boeide, wist hij niet. Wellicht zou hij ooit nog eens een novelle schrijven waarin - naar het voorbeeld van de Russische klassieken - een kwartel rondvloog. Pas onlangs ontdekte hij dat de kwartel in Spaanse zegswijzen symbool van de domheid is. De novelle die Van Boxsel in de Encyclopedie zal opnemen, gaat over kwartels én domheid.
■