Kleine en grote drama's
Een eeuwige ‘pruimbal tussen willen en kunnen’ is ook Maria Regina, uit ‘Trio in la-mineur’. Zij is verliefd op twee mannen omdat één niet voldoende voor haar is. Als de ene haar bezoekt, verveelt hij haar al snel en completeert ze zijn onvolmaaktheid door zich de ander voor de geest te halen, en omgekeerd. Door haar zucht naar perfectie blijft ze alleen achter.
Evenals in De Psychiater - de eerste bloemlezing uit Machado de Assis' verhalen - is in Vrouwenarmen een van de belangrijkste thema's de veranderlijkheid van de mens. Waar vroeger sprake was van verzengende liefde is nu alleen nog maar onverschilligheid (‘Mariana’), wie verteerd werd door een onbeantwoorde liefde kan later heel gelukkig zijn met een ander (‘Eeuwig!’).
Van het besef dat de tijd voortschrijdt en alles wat belangrijk was onbelangrijk maakt, is het werk van Machado de Assis diep doordrongen. Vandaar waarschijnlijk dat hij niet te veel woorden vuil wil maken aan de kleine en grote drama's die inherent zijn aan het menselijk bestaan. Zijn verhalen zijn helder en strak van opbouw, het taalgebruik is onopgesmukt. Maar de nuchtere vorm dient niet om op ironische wijze afstand te creëren. De woorden van de verteller van ‘Eeuwig!’ zouden voor Machado de Assis zelf kunnen gelden: ‘Ik deed dit niet heimelijk lachend, men versta mij wel; mijn verbeelding werkte dit alles in volle ernst uit.’
Hoezeer het de auteur ernst is, wordt in twee verhalen uit deze bundel onverbloemder dan ooit duidelijk: ‘De geheime reden’ (over de macabere praktijken van de kliniekdirecteur) en ‘Vader en moeder’ (een slavenvanger hoeft zijn kind vanwege geldgebrek niet naar het vondelingenhuis te brengen als hij een zwarte slavin heeft gevangen; zij krijgt van ellende een miskraam). Voor een beminnelijke ironische glimlach laten deze verhalen geen ruimte.
Wie de vorige delen van de serie Machado de Assis-vertalingen kent (Posthume herinneringen van Brás Cubas, Quincas Borba, De psychiater en Dom Casmurro) zal in Vrouwenarmen niet voor grote verrassingen komen te staan. Maar dat wist hij al. In Quincas Borba staat immers: ‘maar het leven, mijn lieve lezer, bestáát uit niet meer dan vier of vijf situaties, die voor het oog door de omstandigheden worden gevarieerd en vermenigvuldigd.’
■