Alexander Herzen
vervolg van pagina 9
zens. Toen Herzen werd uitgewezen uit Frankrijk en een huis huurde in (het toen nog Italiaanse) Nice, volgden Herwegh en zijn vrouw hem en trokken zelfs bij de Herzens is. In Herzen zelf zag Herwegh ‘een oudere broer, een vader’, die sterker was dan hij en om wiens steun en liefde hij smeekte; diens gezin beschouwde hij als ideaal, alles was er even prachtig. Zijn voortdurende zelfbeklag, gezeur over zijn wanhoop en eenzaamheid (‘zonder een vriendenhand verkommerde en verwelkte hij’), het gebedel om aandacht begon Herzen zelf langzamerhand tegen te staan, maar vond een steeds sterkere respons bij zijn vrouw Natalie.
Natalie, geestelijk uit balans gebracht door het leven in het Westen en de catastrofale politieke gebeurtenissen, was niet bestand tegen de ‘zachte’, innemende, gevoelvolle Herwegh die bovendien, heel anders dan haar actieve echtgenoot die voortdurend op reis was, steeds in haar omgeving verkeerde en eindeloze gesprekken met haar voerde. Herzen bespeurde de toenadering, maar kon niet geloven dat ze een verhouding hadden aangezien Herwegh in gesprekken en in zijn openhartige, vurige brieven aan hem nooit ook maar met een woord over zijn liefde voor Natalie repte. Toen Natalie haar echtgenoot bekende dat ze een relatie met Herwegh had was Herzen diep geschokt. Het kwam echter niet tot een definitieve breuk tussen hem en zijn vrouw. Natalie besefte dat ze onlosmakelijk met Herzen verbonden was, wilde niet scheiden en verzoende zich met haar echtgenoot. Herzen schoof alle schuld op Herwegh en joeg hem zijn huis uit.
De affaire had een wat bizarre nasleep, omdat de hele zaak in de openbaarheid kwam en allerlei figuren er zich mee gingen bemoeien. Herwegh schreef beledigende brieven - hij beschuldigde Herzen er bijvoorbeeld van dat hij er de oorzaak van was dat Natalie hem, Herwegh, ontrouw was geworden - en dreigde met een duel. Herzen stelde zijn vrienden op de hoogte, die vervolgens een jury d'honneur wilden vormen, en stuurde Herwegh een delegatie die hem een brief moest voorlezen.
De zaak zou komische kanten hebben gehad als hij niet gepaard was gegaan met trieste gebeurtenissen die diepe sporen hebben nagelaten in Herzens leven. Kort nadat Herzen zich verzoend had met zijn vrouw kwamen zijn moeder en zijn doofstomme zoontje Kolja, aan wie hij zeer gehecht was, bij een schipbreuk op de Middellandse Zee om het leven. Natalie kwam deze slag niet te boven en stierf in het voorjaar van 1852. Hiermee besluit het derde deel van Herzens memoires.
Net als aan de eerste delen heeft de vertaler ook aan dit boek een uitvoering notenapparaat toegevoegd. Er is een uiterst nuttige tijdtabel van de beschreven jaren en een volledig naamregister. Timmer heeft hier, zoals bij hem gebruikelijk, grondig werk geleverd. Wat overdreven is de grote aandacht in de Aantekeningen voor enkele van de standaardedities afwijkende tekstvarianten die Timmer heeft kunnen aanbrengen omdat hij de beschikking had over een in Amsterdam aanwezig manuscript van dit deel van de memoires. Dergelijk uitvoerig commentaar past in een wetenschappelijk artikel, niet in een voor het algemene publiek bestemde uitgave. Het neemt echter niet weg dat de Nederlandse uitgave van Feiten en gedachten een van de meest complete edities van de memoires wordt en de vertaling in welke taal dan ook overtreft.
■