Messianistische rol
Het was inmiddels 1848, een van de roerigste jaren in de negentiende-eeuwse Europese geschiedenis. Toen Herzen vernam dat er ook in Frankrijk een revolutie had plaatsgevonden en de republiek was uitgeroepen, haastte hij zich weer naar Parijs, want hij wilde met eigen ogen zien hoe zijn idealen verwezenlijkt werden. Het neerslaan van de arbeidersopstanden en de overwinning van de (burgerlijke) reactie die gepaard ging met wreedheden en bloedvergieten was een uiterst bittere ervaring voor Herzen. Wat hij in Frankrijk heeft meegemaakt in de jaren 1848 tot 1851, van de mislukte revolutie tot de kroning van Napoleon III, veranderde zijn houding ten opzichte van de westerse ‘democratieën’ als ook ten opzichte van Rusland. Zijn groeiende minachting voor de eerste ging gepaard met een steeds sterker wordende overtuiging (niet ongewoon overigens bij Russische emigranten) dat Rusland een heel speciale, messianistische rol te spelen had in de wereldgeschiedenis (natuurlijk nadat eerst allerlei hervormingen waren doorgevoerd).
De ervaringen en ideeën uit de eerste jaren van zijn emigratie uitte Herzen in zijn wellicht bekendste boek Van de andere oever. In dit filosofisch-publicistische werk kwam hij tot een heel ander idee over de geschiedenis en de vooruitgang dan hij vroeger had. De geschiedenis, beweerde hij nu, kent geen ontwikkeling naar een bepaald doel. Net als het leven is het doel op zich. De mensheid bereikt zijn doel op ieder moment van zijn bestaan.
Het is daarom onzin verheven idealen na te streven en de wereld te willen verbeteren. Alles is zoals het is, je kunt noch het heden ongewijzigd laten voortbestaan, noch de toekomst tegenhouden. Overigens geloofde Herzen wel dat met de toekomst onvermijdelijk de komst van het socialisme verbonden was.
Deze fatalistische visie, die Herzen later weer inruilde voor de overtuiging dat de mens wel in staat was de geschiedenis naar zijn hand te zetten, was typerend voor de moeilijke situatie waarin de auteur zich rond 1850 in geestelijk opzicht bevond. Tevens echter is Van de andere oever een van Herzens scherpste en levendigste werken. Hij komt er in naar voren als een sprankelende geest en sterke persoonlijkheid die op een voortreffelijke manier zijn gedachten onder woorden weet te brengen.
Datzelfde beeld van Herzen ontstaat op grond van zijn memoires. De auteur verontschuldigt zich in het voorwoord bij het derde deel dat de gebeurtenissen die hij gaat vertellen een nogal fragmentarische indruk maken, omdat veel van wat hij over deze tijd heeft geschreven in andere publikaties is terechtgekomen en hij weinig voelde voor ‘herschrijven’. Dat fragmentarische is er inderdaad - je hebt soms geen flauw benul van de achtergrond waartegen de gebeurtenissen zich afspelen - maar geldt niet voor het beeld van de hoofdpersoon, Herzen, dat zich met elk hoofdstuk bevestigt en meer diepgang krijgt.
Het is opmerkelijk hoe snel Herzen in contact kwam met de leidende revolutionairen van zijn tijd en een vooraanstaande positie onder hen wist in te nemen. Hij kende Garibaldi en Mazzini, leende geld aan Proudhon, steunde Bakoenin. Zijn medewerking aan kranten en tijdschriften werd op hoge prijs gesteld. De centrale plaats die Herzen innam onder de Westeuropese revolutionairen was te danken aan zijn persoonlijkheid, maar werd vergemakkelijkt door zijn financiële onafhankelijkheid. In tegenstelling tot de meeste revoulutionairen, die zo arm waren als kerkratten, was Herzen een vermogend man. Dank zij het feit dat hij baron Rothschild kende en als zaakwaarnemer had aangetrokken - in die tijd de belangrijkste financier van Europa, met wie staatshoofden terdege rekening dienden te houden - waagde de tsaar het niet Herzens aanzienlijke bezittingen in Rusland te confisqueren. De auteur heeft altijd als een ‘barin’, een grote heer geleefd, met een huis vol bedienden, een voortdurend ‘open huis’ bovendien, waar iedereen welkom was en dat de revolutionairen als een magneet aantrok.
Van de revolutionairen die Herzen ontmoette heeft hij in zijn memoires scherpe portretten gegeven. Dit is een van Herzens sterke punten: naast het voortreffelijk weergeven van zijn ideeën is hij een meester in het beschrijven van de mensen met wie hij in contact kwam. Terwijl dit in de vorige delen van de memoires leden van de Russische intelligentsia waren, zijn het nu Westeuropeanen, Fransen en Italianen vooral en, het uitgebreidst, de Duitse dichter en revolutionair Georg Herwegh.