Thrillers
In Californië is niet alleen de private eye-roman ontstaan, maar ook de moderne politieroman. Joseph Wambaugh begon ermee en even leek het erop dat Joseph McNamara met The first directive (Fawcett, f16,65) zijn voorbeeld zou volgen. Helaas blijkt hij niet zozeer te zijn geïnteresseerd in de beschrijving van de politie als een instituut vol marginale types die dankzij het uniform zich nog net in het leven staande kunnen houden. McNamara schrijft veel liever over de liefde tussen man en vrouw. Voor iemand die zelf bij de politie werkt, in de streek vol steenrijke intellectuelen ten zuiden van San Francisco, is het wel voor te stellen dat die het na het dagelijks werk eigenlijk over iets anders wil hebben, maar moet de lezer daaronder lijden?
Als op een boek van Ed McBain staat dat het over het 87th Precinct gaat, dan kan je dat rustig geloven. In Lightning (Pan, f16,65) is het hele stel weer compleet: Steve Carella en zijn doofstomme vrouw en alle anderen tot aan de kale Meyer Meyer toe. Uiteraard gebeuren er weer verschrikkelijke dingen in Isola (lees: New York). Dit keer gaat het voornamelijk over verkrachtingen en McBain schuwt het onsmakelijke detail niet. Tegelijkertijd schrijft hij op zo'n luchtige en soepele manier dat je als lezer die details in je vaart meeneemt. Voor een echte uitgebalanceerde intrige moet je niet bij McBain zijn, maar hij weet heel goed wat spanning is en zulke fatsoenlijke politiemannen als van het 87th Precinct vind je nergens meer.
Elmore Leonard geeft in zijn boeken graag ruim baan aan de onderwereld. Omdat hij heel goed typetjes kan neerzetten levert dat op zijn minst smakelijke scènes op. Waar blijft de moraal, vroeg ik me alleen bij vorige boeken af. In Glitz (Warner, f13,90 en Penguin, f16,40) kiest Leonard een keer voor de politie in de hoofdrol en dat zorgt meteen voor een zeer aardig boek. Luitenant Vincent Mora herstelt op Puerto Rico nadat hij buiten dienst door een rover op straat is neergeschoten en dank zij hem kan het korps van Puerto Rico en ook dat van Atlantic City, de gokstad ten zuiden van New York, een stel nare moorden oplossen. Mora is zó sympathiek en beleefd dat hij de rechercheurs van McBain naar de kroon steekt. Leonard weet verder ook alles af van smeerkezerijen en menselijke zwakheden, zodat over Glitz alleen maar goede dingen vallen te zeggen. Laat niemand zich zenuwachtig maken door de eenentwintig jubelkreten uit velerlei bron die de uitgever op voor-, achter- en binnenkant van het boek heeft geplaatst, want Glitz is echt aardig.
James McCain wist al in de jaren dertig dat de mens niet deugt en voornamelijk door lage lusten wordt gedreven. Hij is daarmee een wereldberoemd romancier geworden. Picador heeft nu vijf van zijn romans, waaronder het overbekende The postman always rings twice, in één band uitgebracht (Picador, f29,80) en zoals altijd bij Picador heeft men ook nu zijn best gedaan om de bundel er mooi te laten uitzien. Na Chandler (in drie delen fraai gebundeld) nu dus opnieuw een mooi verjaarscadeau waar je nooit door in verlegenheid kan raken.
John Godey is een oude misdaadauteur die bekend is geworden door The taking of Pelham One Two Three, waarin een trein van de Newyorkse ondergrondse wordt gekaapt. Fatal Beauty (Methuen, f16,65 en Warner, f16,65) beperkt zich simpel tot de ontvoering van een Amerikaan in Italië door linkse terroristen. Aan de buitenkant lijkt het erop alsof twee Amerikanen het slachtoffer zijn geworden en de moeder van de tweede werpt zich in het gewoel om haar zoon te redden. Het boek draait grotendeels om deze struise en kuise Juno Sultan (hoe kan het anders met twee heersersnamen). Van zichzelf zegt ze dat ze het aartstype van de joodse moeder is, maar behalve het hilarische aanbieden van een bordje kippesoep is er gelukkig van liefdevol verpletteren weinig te merken. Zowel haar eigen gedrag als de andere onderdelen van het verhaal zorgen voor een aardig, gewelddadig boek vol vaart.
Naast Len Deighton (wiens Bernard Samson-trilogie nu met Naspel in Londen ook geheel in het Nederlands verkrijgbaar is) is Robert Littell de leukste en intelligentste schrijver van spionageromans. Littell debuteerde in 1973 met The defection of A.J. Lewinter (Bantam, f16,65) dat nu, samen met ander oud werk, is herdrukt als pocketboek. Op hetzelfde moment verscheen gebonden zijn nieuwste boek The sisters (Bantam, f47,25). Het handelsmerk van Littell is een listige intrige gekoppeld aan absurdistische situaties en dialogen. Lewinter is een Amerikaan die naar Rusland overloopt omdat zijn geniale plan om een eind te maken aan het ophalen van huisvuil niet serieus wordt genomen. Om de Russen nog meer voor zich in te nemen zegt hij over een eidetisch geheugen te beschikken en zo de lanceerbaan van intercontinentale raketten te kunnen reproduceren, omdat hij die toevallig op zijn werk bij het ministerie van Defensie onder ogen heeft gehad. The sisters zijn een ouder duo bij de CIA die bekend staan om hun duivelse plannen. In het begin denk je dat het boek gaat verdrinken in al te briljant intellectueel gepingpong, maar gelukkig blijkt al snel dat ze inderdaad opnieuw een verstrekkende operatie hebben ontworpen. De melancholieke Russen (types waarop Littell verzot is) die de spil van het verhaal vormen hebben het er maar moeilijk mee. Let ook op de twee huurmoordenaars waarvan de een de ander vermaakt met zijn gave om geluiden te kunnen nadoen. ‘Als je pijn voelt, leef je nog,’ zegt hij tegen zijn collega die in zijn voet is geschoten. ‘Nu doe je het geluid van zo'n klote-intellectueel na,’ zegt de ander. ‘Dan hoor ik je nog liever iemand die op dat klotegrint loopt, doen.’
■
THEO CAPEL