Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenAls SER en vakbonden accoord gaan, zal de boekenclub Boek en Plaat (450.000 leden) worden overgenomen door ECI, dat na de overname (in juli vorig jaar) van de enige concurrent NBC 1,2 miljoen leden bedient. De ‘moederfirma's’ Bertelsmann en Holzbrink onderhandelen nog. Een nieuw geluid is, dat het niet slecht gaat bij de boekenclubs. Directeur Tof van Boek & Plaat noemt het ‘een coïncidentie’ dat het ledental van zijn club groeiende is, al moet men daar niet uit concluderen dat de winst ook groeit. ‘Programma-directeur’ Lancé van ECI wijst op de stabiliteit van het marktaandeel van de boekenclubs in de totale boekenverkoop (25%): ‘Dat had u trouwens ook uit de cijfers van de Stichting Speurwerk kunnen halen.’ Boek en Plaat zal na de overname door ECI een ‘eigen gezicht’ blijven houden, zegt directeur Tof, die blijk geeft van actieve ledenwerving: ‘Men denkt dat wij erotiek, familieromans en Konsalik verkopen, maar weet u wel dat wij ook Achterberg, Neeltje Maria Min en Het verdriet van België en het verzameld werk van Cissy van Marxveld verkopen? Zelfs toch een moeilijk boek als dat van Hubert Lampo en de fotograaf Koster over Arthur verkopen wij heel behoorlijk. Je bent stom als je van boeken houdt om geen lid te zijn van Boek en Plaat.’ De zelfstandigheid van Boek en Plaat in de toekomst wordt bevestigd door de heer Lancé: ‘De overname is bedoeld om de efficiency te verhogen, in magazijnopslag, bestellingen en dergelijke.’ Het kost moeite om een voorstelling te maken van dat eigen gezicht. Lancé: ‘U moet het zich misschien voorstellen als het verschil tussen Cosmopolitan en Margriet, bladen die door hetzelfde concern, VNU, worden uitgegeven. De presentatie, dat wil zeggen: de catalogus, en de doelgroep verschilt, al moeten wij nog onderzoeken waarin precies. Maar ECI doet heel veel aan Nederlandse literatuur, en Boek en Plaat veel aan kunstboeken.’ Gaat ECI na het verwerven van het totale monopolie, zich nog onafhankelijker maken van uitgevers, door zélf de boeken te produceren? Lancé: ‘ECI verwerft inderdaad in een aantal gevallen de rechten van grote buitenlandse auteurs. Maar die activiteiten houden we bescheiden. Dat kan ook niet anders, want Nederlandse uitgeverijen zijn zelf aandeelhouders. Inderdaad, dat is wel een minderheidsbelang.’ Lancé verwacht niet dat uitgevers, ooit de oprichters van ECI, een concurrerende boekenclub zullen gaan oprichten. ‘Dat wordt gezegd, ja, maar in Nederland is werkelijk geen plaats voor meer dan één boekenclub. De uitgevers worden kleiner, en ze zullen de aanloopverliezen niet kunnen dragen. Bovendien, en daar vergist men zich wel eens in, een concern als Bertelsmann, dat mondiaal over 223 boekenclubs beschikt, heeft de specifieke kennis. Het ECI is steeds winstgevend geweest, en dat kan noch van NBC, noch van Boek & Plaat gezegd worden.’
conny van manen
Het verwondert niet dat Bert de Groot, directeur van de Kluwer-uitgeverijen Veen, Luitingh, Kosmos en Contact niet van negatieve discriminatie binnen zijn uitgeverij wil horen. Wie wel? De vraag drong zich op na het vertrek van Conny van Manen, redacteur vertaalde literaire fictie en van de serie Op schrijvers voeten, naar Maydo Kooij's Literary Agency. Conny van Manen zegt vooral moe te zijn geworden van de jarenlange strijd om haar capaciteiten erkend te zien in de functie-waardering en dus het salaris. Het zit haar dwars dat de redacteur die van buitenaf werd aangetrokken op haar oorspronkelijke plaats als fondsredacteur reisgidsen van Kosmos, direct hoger werd ingeschaald dan zij ooit had vermogen te bereiken, wat haar tot de conclusie bracht dat binnen een bedrijf verworven en bewezen know-how een minder goede onderhandelingspositie oplevert: ‘Met wat meer poe-ha verkoop je jezelf beter, en veel vrouwen hebben er geen zin in om zo gewichtig te doen.’ Het heeft allemaal niets met de man-vrouw-verhoudingen te maken, vindt haar voormalig werkgever De Groot, die van mening is dat uitgeverijen zich vrouwvriendelijker profileren dan het bedrijfsleven in het algemeen, waarbij zíjn Kluweruitgeverijen zich bovendien gunstig onderscheiden van andere: ‘Het percentage vrouwelijke redacteuren is hier vijftig procent, en er is één vrouw op vier uitgevers.’ De Groot erkent wel een handicap: ‘Ik ontken niet dat vrouwen beter beslagen ten ijs moeten komen om hun zwaarte te bewijzen.’ Zou dat wellicht positieve discriminatie heten?
Op 13 april werd Samuel Becketts tachtigste verjaardag naar behoren gevierd, met een speciale uitgave van het toneelwerk door Faber, een BBC-televisieportret, en coverstories en major features in de intellectuele periodieken. De datum werd ook met reverentie herdacht in de vorige boekenbijlage van Vrij Nederland. De columnist van de ‘Arts Diary’ van The Times had iets om zich vrolijk over te maken: Beckett werd niet geboren op 13 april 1906, de datum die de naslagwerken overigens wel degelijk geven, maar een maand later: het geboortecertificaat vermeldt 13 mei. Beckett, volgens zijn biografe Deirdre Bair ‘dol op leugens en legenden die hem interessanter kunnen maken’, heeft altijd volgehouden dat zijn geboortedatum viel op een vrijdag de dertiende, die ook nog Goede Vrijdag was. ‘Very absurd,’ vond de Times-medewerker, die twee dagen later wist te vermelden dat een Iers literair genootschap, pas opgericht maar pogend heel oud te klinken met de naam Aosdana, Beckett heeft benoemd tot Saoi, wat het equivalent moet betekenen van het lidmaatschap van de Académie Française. Beckett, die in Parijs woont, zal niet aanwezig zijn bij de lunch die later deze maand te zijner ere wordt aangericht. Aosdana is opgericht met de honorabele doelstelling om Ierse schrijvers een pensioen (£ 5000) te kunnen toestoppen. ‘Onnodig te zeggen’, weet de Times-columnist, ‘dat Beckett niet gesolliciteerd heeft naar hun aalmoes.’ Als eregast van het ‘Pinkstercongres’ (17 en 18 mei) dat het tijdschrift Kaos organiseert in het Amsterdamse Congrescentrum, is Jorge Luis Borges (1899) uitgenodigd. Borges heeft een toezegging gedaan om te komen, zegt organisator Theo Knippenberg, ‘maar we hebben zijn komst onder voorbehoud aangekondigd, want zijn gezondheidstoestand is wisselend. Borges is momenteel in Europa, en het gaat goed met hem, dus ik verwacht wel dat hij komt. Ik heb Borges ontmoet op Kreta, waar ik hem uitgenodigd heb voor een Duits congres dat ik toen organiseerde over de rol van mythen. Borges vond ons charmant en betrouwbaar. Hij heeft toen een lezing toegezegd van tien of vijftien minuten, en het is een fenomenale lezing geworden van anderhalf uur. We hebben het programma nu daarvoor opengehouden. Hij komt hier op uitnodiging van ons en van De Bezige Bij. Op het congres in de RAI, dat zal gaan over “Eros en geweld in menselijke relaties”, hopen we hem voor te kunnen stellen aan de Dalai Lama. Borges is heel geïnteresseerd in Nederland. Zijn blindheid verhindert hem niet om de sfeer te kunnen opsnuiven, merkte ik op Kreta. Wij willen hem vooral verwennen. Wel zal hij deelnemen aan de forumdiscussie. De andere sprekers zijn Fritjof Capra, R.D. Laing, Susan Griffin, Rollo May, Cloé Madanes en Jay Haley. Overdag is het programma specifiek voor psychotherapeuten, maar 's avonds is het voor een algemeen publiek. Wij willen onze lezers in staat stellen om van gedachten te wisselen met onze auteurs.’ |
|