Tijdschrift
‘De meeste vrouwen die een betaalde baan hebben worden onderbetaald en uitgebuit, ze doen al het rotwerk en verspillen hun tijd en vaardigheden,’ aldus Bernadette de Wit in Diva (januari 1986). Bladerend door de vijf jaargangen die samen het eerste lustrum betekenen van de ‘lefgozer onder de damesbladen’ kom je ontegenzeggelijk tot de conclusie dat deze uitspraak nog steeds geldt. Ook als je om je heen ziet blijkt de stelling te kloppen. We weten het allemaal allang maar de ommekeer van de positie van de vrouw als slachtoffer naar de vrouw als strateeg, zoals De Wit het formuleert is nog niet voor iedereen een feit. Diva, dat zich vijf jaar expliciet als lesbisch tijdschrift presenteerde, wordt met ingang van deze jaargang een maandelijk verschijnend opinieblad voor vrouwen. Het blad wil de tegenvoeter van Opzij worden in die zin dat Diva een strijdvaardiger standpunt wil innemen. Het jubileumnummer van Diva (maart 1986) opent met een interview met Ilse Kokula, die eind vorig jaar de nieuw gecreëerde Belle van Zuylen-leerstoel aan de Rijksuniversiteit Utrecht aanvaardde. De vragen zijn rechtlijniger dan Kokula had verwacht blijkt uit haar antwoorden, waarin haar achtergrond duidelijk doorklinkt. Kokula studeerde aan de linkse Hochschule in Berlijn, waar veldwerk, de praktijk dus, hoger werd aangeslagen dan publiceren, de theorie. Het gesprek gaat vooral over de waarde en de rol van subculturen in de samenleving. Bernadette de Wit spreekt met de twee auteurs van Breaking Silence, een boek van en over nonnen die uit de school klappen over hun kloosterleven. De beide vrouwen, die dit boek op basis van hun eigen ervaringen en gesprekken met andere ex-nonnen samenstelden, gaan onder meer in op de overeenkomsten tussen het leven in het klooster en de lesbische gemeenschap. De bijna paradijselijke sfeer (in de woorden van
Manahan en Curb zelf) van vrouwen onder elkaar hebben zij in de feministische beweging nooit zo sterk ervaren. De duidelijke hiërarchische structuur (er waren regels en je wist waar je je aan te houden had) veroorzaakte volgens hen dat totale en veilige gevoel. Nooit zal er in de vrouwenbeweging a priori van uit gegaan worden dat de ene vrouw beter toegerust of meer ervaren is dan de ander. Het dogma van de gelijkheid leidt ook tot het steeds weer opnieuw ter discussie stellen van de afgesproken regels. De daaruit-voortvloeiende verdeeldheid is er in de kloostergemeenschap niet. Toch hebben de geïnterviewde vrouwen geen heimwee naar hun celibaat, bepaalde eigenschappen konden in dat strenge klimaat natuurlijk niet tot bloei komen. In de andere bijdragen aan Diva komt ook op verschillende manieren vrouwenvriendschap aan de orde. Behalve in het artikel over het zogenaamde miskende genot van een klysma, waar alleen al de plaatjes me eerder aan geraffineerde martelingen doen denken dan aan erotiek.
EVA COSSEE