[Vertrokken met zichzelf - vervolg]
ling heeft ze heel sterk het gevoel gekregen dat die liefde alleen voorwaardelijk kan zijn. Als ze is zoals moeder wil, als ze zich volgens moeders normen gedraagt, zegt moeder van haar te houden, maar als ze haar eigen ideeën heeft en volgt is het uit met de liefde.
Als enige oplossing ziet zij weg te lopen, en dus neemt zij de trein en vertrekt van Parijs naar de kust, naar de Atlantische oceaan, waar het dan koud en guur is. Zo is het ook in de jeugdherbergen waar zij de nachten doorbrengt. Steeds blijft haar bezig houden of ze verder weg zal reizen of zal teruggaan. De hoop dat de ouders haar zullen zoeken speelt een grote rol, zouden zij zich ongerust maken of zijn ze blij van haar af te zijn?
De ‘fugue’ beslaat een tijd van zes dagen, maar in die tijd speelt zich in haarzelf heel wat af. Merkwaardigerwijs niet in haar relatie met de buitenwereld, in die zin beleeft zij eigenlijk heel weinig. Daardoor is het voor het lezerspubliek dat geïnteresseerd is in de psyche van adolescenten zo'n belangwekkend boek geworden, vooral ook omdat zij haar verhaal doorspekt met flash-backs die vaak zeer veelzeggend zijn.
Saraga is zestien jaar als ze haar roman schrijft, twee jaar na haar wegloopperiode. Het boek is een bewerking van de notities die zij tijdens haar ‘fugue’ maakte. Het begint met een soort proloog, die zich afspeelt als zij weer ‘thuis’ is, waarbij de winst lijkt te zijn dat zij nu wat zelfstandiger een dienstbodekamertje op een andere etage van moeders appartement mag bewonen. Het weglopen heeft in de houding van de moeder niet veel veranderd: ze dringt haar kamertje binnen en leest de notities.
Vervolg op pagina 19