Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenDe initiatiefneemster van Schrijversvakschool 't Colofon in Amsterdam, Edith Cohen, is opgelucht na haar vertrek: ‘De Stichting 't Colofon groeit uit tot een soort gezellige cursus voor amateurschrijvers, en dat was niet wat mij voor ogen stond toen ik er samen met Bouwina de Ridder aan begon. Ik wilde een professionele opleiding, minstens op, zeg maar, hbo-niveau, waar échte schrijvers zouden worden afgeleverd. De docenten die Bouwina de Ridder inbracht, waren geen van allen professionele schrijvers. Men ging elkaar beconcurreren, en tegen de komst van bijvoorbeeld Hannemieke Stamperius werd bezwaar gemaakt omdat ze feministe is. Voor mij was het een portefeuillekwestie dat ze kwam. Ik had niet voldoende overwicht om de anderen te dwingen tot een uitgebreide evaluatie. Ze werden ijdel door het succes, maar over de kwaliteit van de opleiding werd niet gepraat. Ik ben organisatorisch competent, maar ik vond dat er iemand naast mij moest komen, een bestuur of een mededirecteur, die de opleiding inhoudelijk op een hoger niveau zou kunnen tillen. Tactisch heb ik de fout gemaakt dat toen er besloten werd dat er een bestuur moest komen, ik niet heb kunnen tegenhouden dat daar mensen in kwamen die geen kwaliteiten bezitten op het gebied van het schrijven. Nu gaan er brieven uit vol spelfouten, en een aanvraag voor de subsidie werd naar het verkeerde ministerie gezonden. Er zijn grenzen aan je vriendjes vragen.’ Docent dramaschrijven Fons Eickholt betreurt het vertrek van Edith Cohen. ‘Volgens ons moest het bestuur kundig zijn in het onderhandelen en zaken doen, zodat wij als docenten ons met de inhoudelijke kant konden bezighouden. Edith wilde een artistiek bestuur, maar het ging ons vooral om het management. Wij waren het met ons drieeën erover eens dat er zo snel mogelijk een bestuur moest komen, en dat we anders met de school moesten ophouden. Beter een niet zo sterk bestuur dan geen bestuur. Die spelfouten werden onder Edith ook gemaakt. Zij vond dat ze geen brieven kon schrijven, maar het lag vooral aan het krakkemikkige administratieve apparaat waarover we beschikken. Ik ben het met haar eens dat het je visitekaartje is. Volgens mij is ze weggegaan omdat ze zichzelf niet competent vond. Wat ze wilde, wilde ze waarschijnlijk veel te vlug. Wij hebben in het afgelopen jaar juist wél gestreefd naar professionalisering, maar wij wilden docenten die niet alleen artistiek bevlogen zijn maar dat ook kunnen overbrengen. We zijn heel onstuimig met elkaar begonnen. De verschillende ideeën over de aanpak leidden inderdaad tot frustrerende ruzies en patstellingen. Het is jammer dat Edith niet bereid was tot een compromis.’
Voor Van Dis' De rat van Arras, Het Literair Eetboek, en Het Literair Eeuwboek moet men naar De Bijenkorf; voor het nieuwste Bommel-boek Een bommelding, Goed Gebundeld en Amerikaanse verhalen naar de Bruna-boekhandels; het debuut van Italo Svevo en De cactus van Nol Gregoor is alleen te koop in de vijftien boekhandels die aangesloten zijn bij de ‘Februari-werkgroep’; de gedichten die politici kozen voor Ons poëtisch Binnenhof zijn uitsluitend verkrijgbaar bij Vroom & Dreesmann. ‘Het fenomeen van de exclusieve uitgaven is volledig uit de hand gelopen,’ zegt een boze Jan Meng van Athenaeum Boekhandel in Amsterdam. ‘De beperkte verkrijgbaarheid van zulke promotie-uitgaven is in feite een indirecte aanval op de vaste boekenprijs. Het zijn actieboeken tegen stuntprijzen. Uitgevers spelen er een heel dubieuze rol in. Voor hen, en voor de auteurs is het gevonden geld. Maar de gewone boekhandel is er de dupe van: aan ons leveren ze niet. Ik ben bij De Bijenkorf honderd Van Dis-“boekenweekgeschenkjes” à f3,95 gaan kopen, omdat wij hier klanten hebben die helemaal niet naar De Bijenkorf wíllen. Boekhandel De Vries in Haarlem, die destijds een jubileumuitgaafje had van Doeschka Meijsing en Joost Swarte (“Ik ben niet in Haarlem geboren”), was toen tenminste zo fatsoenlijk om het aan andere boekhandels te leveren.’ Maarten Asscher van uitgeverij Meulenhoff, waar geen bezwaar is gemaakt tegen de goede sier die De Bijenkorf met haar auteur Adriaan van Dis wist te maken, en die de producent is van de twee bundels Goed Gebundeld voor Bruna, zegt dat het ‘niet de bedoeling is om de rolverdeling tussen boekhandels en uitgeverijen chronisch te verstoren. Per geval beslissen we met zorg en beleid. Vaak hebben deze acties een gezamenlijk gunstig effect voor uitgever, boekhandel en auteur, en voor het publiek is het een opsteker’.
wild plakken
De affiches voor Cyzia Zyke's Oro, Meulenhoffs mogelijke potboiler van dit seizoen, (‘goud en avonturen’), laat de uitgeverij wild plakken. Eerder werd zwart (of wit?) geplakt voor uitgaven van De Harmonie (De Bescheurkalender), Querido (Salamanders), Bert Bakker, (Süskinds Het parfum), en de Arbeiderspers (Dick Francis en Patricia Highsmith). Ook de eigen Weekbladpers behoort kennelijk tot de opdrachtgevers. De betreffende promotie-officials maar eens om commentaar gevraagd. Het commentaar varieert van licht gegeneerd (‘We hadden zoveel affiches over’ - Rob Mendel van Meulenhoff), lacherig (‘Er is zelfs een landelijk centraal kantoor van wilde plakkers; vroeger voerden ze onder elkaar oorlogjes uit door over elkaars affiches heen te plakken’ - Ariane Verdenius van Bert Bakker), schuldbewust (‘Het gebeurde tegen mijn zin’ - Theo Sontrop, de Arbeiderspers), tot kribbig: ‘Wat is de relevantie van uw vraag, mevrouw?’ - Alfons Peters van Querido. Slechts de feiten, is het antwoord op die laatste vraag. En de achtergronden: de betrokkenen melden eensluidend dat het in incidentele gevallen gebeurt. De Weekbladpers ontving vier polaroïd-kiekjes waarop het Gemeentelijk Reclamebureau de plaatsen laat zien ‘waar uw advertentie stond’, een aanbeveling voor waar ze beter hadden kunnen staan mét een opgave van de tarieven.
De ijzeren controle die Rudy Kousbroek had op het enige interview dat hij toestond (in zijn eigen NRC), inspireerde Nederlands meest geïnterviewde schrijver Maarten 't Hart tot een ‘Besluit’: ‘Ik heb mezelf heilig voorgenomen om nooit meer een interview te geven. Dat besluit heb ik eigenlijk al genomen sinds mijn interview met Bibeb, maar het is moeilijk om je eraan te houden. Ik vind interviews met anderen altijd heel leuk om te lezen. Maar je woorden worden verknipt en verdraaid, en toch word je erop aangevallen. Los van de bewonderenswaardige bezwaren die Kousbroek naar voren bracht, heb ik er zelf ook geen plezier meer in, en daardoor wordt het ook nooit leuk meer. Het is goed dat je mijn voornemen publiceert, dan moet ik me er wel aan houden. Als ik er per ongeluk een toezeg, ga ik meteen daarna om griep bidden, om op de dag zelve door ziekte verhinderd te kunnen zijn.’ Zou God er de hand in gehad hebben, dat een lezing die 't Hart twee weken geleden in Tiel zou houden, niet doorging - wegens griep?
De Prix de Littérature Traduite, een prijs voor het beste vertaalde boek, die dit jaar voor het eerst is ingesteld door het Festival du Livre van de stad Nantes (gehouden van 28 februari tot 2 maart), is gegeven aan Hugo Claus voor Le chagrin des Belges. Ook de vertaler (Alain van Crugten) ontvangt eenzelfde geldbedrag (10.000 Franse francs). Minstens zo bijzonder is dat ook de uitgever (Éditions Julliard) beprijsd wordt met een bedrag van 30.000 franc, ‘voor extra promotie in de gespecialiseerde literaire pers’. Tijdens de Boekenbeurs van Brussel (vooral Franstalige boeken), waar hem op 12 maart de prijs door afgevaardigden uit Nantes werd uitgereikt, zegde Hugo Claus toe volgend jaar de prijs te zullen overhandigen aan de volgende winnaar. Van Le chagrin des Belges werden in België een recordaantal exemplaren afgezet: 15.000. |
|