H.B.G. Casimir
Voor de aardigheid een oude ijslandse sage
‘Vroeger was het zo, dan timmerden mijn vrouw en ik elk jaar op de dode dagen die je hebt tussen Kerstmis en Oudjaar een boekenkast erbij. Ook de boekenmolen die daar staat, is zelf gemaakt. Ik kon er moeilijk aan komen, vandaar. Hij heeft een ander systeem dan gebruikelijk is. De meeste hebben één as waarop ze rusten, en daardoor zijn ze wankel. Deze heeft ook wel een as, om hem gecentreerd te houden, maar hij rust op vier wieltjes. Wat erin staat wisselt nogal, meestal woordenboeken. U ziet, ik moet hem eens uitmesten. De kasten hier in mijn werkkamer zijn ontworpen door een buurmeisje, die had binnenhuisarchitectuur gestudeerd. Ik heb haar toen haar eerste opdracht gegeven, en gezegd: ontwerp hier maar eens een stel boekenkasten.
Als je nou zo rondkijkt, die wand daar, dat zijn de vakboeken, die staan op onderwerp. Rechts daarvan staan de kunstboeken. Hier, langs deze wand, dat zijn wat klassieke teksten. Ik heb daar niet zo gek veel van. De meeste zijn tweetalig. Ik lees dan het Engels, en als ik een passage zie waarvan ik denk: dat vind ik nou echt mooi gezegd, dan kijk ik in de echte tekst. M'n Grieks ben ik vergeten, en voor Latijn zou ik zeker zakken als ik nu eindexamen moest doen, maar ik denk wel dat ik het in een half jaar weer te pakken zou krijgen.
hans van den bogaard
Dit plankje hier bevat een heel dierbare collectie: kinderboeken uit allerlei landen: Russische, Roemeense, Hongaarse, Poolse. Ik neem er van elke reis wel een paar mee, om de vormgeving. Zo'n Russisch sprookje, daar kom ik net doorheen, ik ken een beetje Russisch. Ernaast staan boeken die te groot waren om ergens anders te kunnen staan. Ik ben erg trots op deze volledige Cats, gekocht op een antiekmarkt in Heeze, voor betrekkelijk weinig geld. Die mevrouw stond er het jaar erop weer, en toen vertelde ze dat ze later zag dat ze per ongeluk de inkoopsprijs had berekend. Ik heb nog aangeboden om bij te betalen, maar dat hoefde niet. Ze vond dat het haar fout was geweest.
Dan staan hier een aantal bijbels, in verschillende talen. Het was eigenlijk mijn vader, die erg orthodox was opgevoed, die daarin geïnteresseerd was. Hij zei: ‘Als ik ergens ben waar ik de taal niet ken, dan koop ik een bijbel. Daar lees ik wat in, dan weet ik wat er staat, en dan krijg ik een idee van de taal.’ Kijk, deze is in het Rhaeto-Romaans, de vierde taal van Zwitserland. Ik heb de collectie wat aangevuld, al ben ik niet zo bijbelvast.
Op deze plank staan de boeken over muziek. Biografieën van Liszt en Gershwin, tussen die twee beweegt zich mijn smaak in muziek wel ongeveer. In de kast langs de achterwand staan buitenlandse romans, alfabetisch geordend, en klassieke Engelse gedichten: Swift, Milton en Chaucer. Apart staan de Russische vertaalde romans, en de Deense romans. Omdat ik een aantal jaren van mijn studie in Kopenhagen heb doorgebracht lees ik Deens nog steeds zonder moeite. Ik spreek het niet gemakkelijk meer. Zweeds, dat erg op het Deens lijkt, kan ik goed lezen, maar IJslands, dat is echt moeilijk, dan is een bladzijde een hele puzzel. Af en toe probeer ik het wel, voor de aardigheid, oude IJslandse sagen bijvoorbeeld, al lees ik die ook wel in Engelse of Deense vertaling. Ik zie dat er ook wat Italiaanse boeken tussen staan. Ik heb Pirandello gelezen in het Italiaans, en Tomasi di Lampedusa's Il gattopardo (De tijgerkat), maar dat is niet zulk erg gemakkelijk Italiaans.
Dit boekenkamertje, op de gang, was oorspronkelijk een douche. Die was niet meer nodig toen de kinderen het huis uitgingen, toen heb ik hem laten vertimmeren naar eigen ontwerp. Er staan encyclopedieën in, biografische woordenboeken, academieverslagen en dergelijke. Deze serie is schitterend: de Dictionary of Scientific Biography, van Scribner. En deze Italiaanse serie is ook prachtig, daarin hebben allerlei sterrekundigen, natuurkundigen en wiskundigen zelf een stukje autobiografie geschreven. Om wat ruimte te besparen knip ik wel eens levensberichten die me interesseren uit oude academieverslagen, die gaan dan in een klappertje.
Hier in de gang staat nog een kast, die is gevuld met historische werken over de natuurkunde. Dit zijn bijvoorbeeld de Verzamelde Werken van Niels Bohr, maar daar moeten nog delen van verschijnen. De Gedenkschriften van Einstein zie ik daar, en Huygens, dat is heel veel: 22 delen, maar daar zijn ook veel brieven bij. Ik heb daar wel veel in gelezen ja, al zal het geen tien procent zijn van wat erin staat. Dat boek daar, van Heisenberg, Der Teil und das Ganze, bevat een mooie opdracht, uit 1926. De collectie zet zich boven aan de trap voort. Er staat veel bij
‘Ik denk dat ik van alles wat er staat wel een paar relevante bladzijden gelezen heb’
wat ik nog 's wil gaan lezen: de werken van Galilei, gedeeltelijk in het Italiaans, gedeeltelijk in het Latijn. Dat vereist dus wat meer inspanning. Toen ik bij Philips was, heb ik gedacht: nou ga ik al die verzamelde werken kopen, en dan richt ik daar mijn kamer mee in, dat geeft je kantoor in zo'n industrie een beetje cachet. Een béétje snobistisch, niet? Kijk, dat zijn de brieven van Antoni van Leeuwenhoek, en daar staat Simon Stevin. Dat was een beetje een taalfanaat, hij schreef over de ‘waardigheid’ van de Nederlandse taal, en hij heeft woorden uitgevonden als evenwijdig en evenredig, begrippen waar andere talen geen woord voor hebben.
De bovenverdieping gebruiken we eigenlijk niet meer. Daar naast de logeerkamer staat een kast met detectives, en wat ander ‘gooi-en-smijt-werk’. Ik ben erg gesteld op Dorothy Sayers, en Cyril Hare, en Michael Innes. Ik koop ze tijdens vliegreizen. Ach, je doet ze niet weg omdat het moeilijk is er afstand van te doen. Soms kun je er een ander een plezier mee doen, en soms ben ik blij dat ze er staan omdat ik er een aardige zin uit citeren kan voor een artikel dat ik schrijf. Het is natuurlijk ook de kast waarin ik ga kijken als ik me verveel. In de woonkamer staat de Nederlandse literatuur, poëzie, en de tuin- en kookboeken. Moderne Nederlandse literatuur, dat houdt vooral mijn vrouw bij, die in een leesclubje zit. Van Mulisch lees ik alles, ook omdat ik met hem in de redactie van De Gids zit. Ja, dat zijn mooie banden daar van Couperus, maar toch overweeg ik nog om zijn Verzameld Werk aan te schaffen.
Dat is het zo ongeveer wel wat hier staat. Ik denk dat ik van alles wat er staat in ieder geval wel een paar relevante bladzijden gelezen heb. Maar van zo'n serie Duitse klassieken, Goethe, Schiller, Heine, daar lees je natuurlijk maar een paar procent van, en bovendien, ik ben niet zo'n erge Goethe-bewonderaar. Wat ik graag lees zijn de verhalen van Fritz Reu-
Vervolg op pagina 18