Doctorow organiseert een dia-avondje
Joods New York in de jaren dertig
World's Fair door E.L. Doctorow Uitgever: Random House, 288 p. Importeur: Van Ditmar, f53,40 Eveneens uitgegeven door Michael Joseph, 275 p. Importeur: Nilsson & Lamm, f53,85
Anthony Paul
De nieuwe roman van E.L. Doctorow heeft zoveel uitgesproken charmante en sympathieke aspecten, zoveel gevoelige en nauwkeurig te boek gestelde details over het dagelijks leven in joods New York in de jaren dertig, zoveel jeugdherinneringen die aan de vergetelheid ontrukt zijn, dat ik me bijna geroepen voel me te verontschuldigen voor het feit dat ik het boek in sommige opzichten irritant en teleurstellend vind. Bijna, maar niet helemaal.
World's Fair is een soort autobiografische Bildungsroman, een portret van de kunstenaar als klein jongetje. De held heeft de naam Edgar, veel familieomstandigheden, en zijn leeftijd met Doctorow gemeen: in 1930, als de roman ophoudt, is hij bijna tien jaar. Zijn grootouders zijn Russische emigranten, zijn ouders elkaars tegenpolen: een sterke en betrouwbare moeder, die waakt over regels en tradities, een eigenzinnige vader, die charmant en onbetrouwbaar is; hij drijft een muziekwinkel die tot ondergaan gedoemd is. Het boek is geschreven in de vorm van jeugdherinneringen, opgetekend door de volwassen Edgar, met bijdragen van zijn moeder en zijn oudere broer in een minder heldere, meer ‘spreektalige’ stijl. Doctorow streeft ernaar zo dicht mogelijk een levensloop te benaderen; dus doet hij het, aangezien het leven geen plot heeft, zonder plot, en vertrouwt erop dat de stroom van beelden en ervaringen z'n eigen verhaal vertelt. Dit lukt tot op zekere hoogte: we zien hoe Edgar steeds meer gaat begrijpen van de wereld en van zichzelf, van de spanningen binnen het hele gezin. Er zijn momenten waarop men zich op een dia-avondje waant en wat meer lijn in al dit materiaal wel degelijk aan een behoefte zou voldoen: maar zo gaat het nu eenmaal in het leven en dat is, kennelijk, ook de bedoeling van de auteur. In feite ontspoort hij doordat hij te veel ingrijpt in zijn stof. Maar daarover later meer.
Het feit dat Edgar dezelfde vroegste herinneringen heeft als iedereen doet daaraan niets af: in z'n bed plassen en bij z'n ouders mogen slapen, verstoppertje spelen onder de piano, een kasteel bouwen van tafels en stoelen, en kijken hoe zijn vader zich scheert. Zijn kinderlijke fantasieën (‘I imagined houses as superior beings who talked silently to each other’) worden afgewisseld met de analytische commentaren van de volwassen verteller. Hij vertelt ons, bijvoorbeeld, wat voor mensen zijn ouders waren, in plaats van ze ons alleen voor te schotelen zodat we zelf een oordeel kunnen vormen - zoals we dat, tenslotte, in het echte leven ook doen.
Dingen gaan Doctorow beter af dan mensen; de passages die de dichterlijke en symbolische hoogtepunten van World's Fair vormen, dat wil zeggen waar sprake is van literatuur, zijn de passages die rijk zijn aan de essentie van de concrete dingen die erin beschreven worden, zoals bijvoorbeeld een prachtig relaas over een waterkar die de straat schoonspuit, waar vervolgens kolen van een vrachtwagen op het trottoir gekieperd worden, ‘a great smoking avalanche of black stone’.
E.L. Doctorow
Het thema van de roman is hoe Edgar zich ontwikkelt door wat hij ziet en meemaakt, er is een overvloed aan nauwkeurig waargenomen details: de wereld van de kinderspelletjes op straat, films en radioprogramma's, de bedelaars en zwervers uit de crisisjaren, de stem van Hitler op de radio, een afschuwelijk bezoek aan de uitverkoop met zijn moeder, de al even afgrijselijke ervaring dat hij zich op het strand moet uitkleden, het kijken naar een baseball wedstrijd, dit alles culminerend in het typisch Amerikaans laaiend enthousiasme en futuristische pracht en praal van de Wereldtentoonstelling van 1939. Het is een drukbevolkt panorama dat een tijd en een plaats laat zien door de ongenuanceerd alerte, onschuldig egocentrische ogen van een kind. Voorzover het zo gezien wordt; want, helaas, laat de volwassen Edgar het kind Edgar maar niet met rust. Hij kan de verleiding niet weerstaan ons te wijzen op diepere betekenissen, en lagen Gewichtigheid aan te brengen als een ouderwetse schilder die zijn doek met een laag vernis bedekt.