Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenCees Nootebooms In Nederland is gecontracteerd in Engeland (Viking), Frankrijk (Calmann-Lévy), en Duitsland (Suhrkamp). De uitgever van Viking had een bezwaar tegen de titel, vertelt Nooteboom, ‘die deed hem te veel aan een reisboek denken. Nu is besloten tot In The Dutch Mountains. Dat doet het fictieve wel uitkomen, want in het buitenland schijnen ze te weten dat wij geen bergen bezitten. Van de buitenlandse ervaringen met Rituelen heb ik overigens veel geleerd. In het buitenland ben je een beginneling, vergelijk het met de lancering van een Bulgaarse schrijver in Denemarken. Ik sta er anders tegenover dan Harry Mulisch. Het moet niet mijn vriendschap met Harry gaan kosten, maar ik vind toch wel dat hij er volstrekt verkeerd aan deed om Claire White, de vertaalster van de Amerikaanse uitgave van De aanslag, in diskrediet te brengen. Die vertaling is zeer geprezen, in de New York Review of Books, en die recensie trekt hij toch ook niet in twijfel. Zo'n blunder als social-democrat voor SD'er, daar had hij zichzelf, én de vertaalster, voor moeten behoeden. Die plicht heb je als schrijver, tenminste voor de talen die je kent. Journalisten hadden daar trouwens naar horen te vragen, waarom hij de vertaling niet zelf heeft doorgelezen. Harry zegt: “Bulgaars kan ik ook niet lezen”, maar dat vind ik een sofistisch argument. Ik spiegel me aan Mary McCarthy, die mijn Rituelen heel zorgvuldig doornam en van commentaar voorzag. Zijzelf, vijfenzeventig jaar oud, neemt nog elke week Duitse les, en brengt minstens twee weken door met haar Franse vertaler als een boek van haar in Frankrijk verschijnt. Ik ben het eens met Kundera, die besloten heeft al zijn tijd in de vertalingen van zijn boeken te gaan steken. Het is tenslotte je gezicht naar de wereld.’
in nederlands
‘Naar probabiliteitsberekening een ongelooflijke toevalligheid,’ vindt Julien Weverbergh van Manteau-Antwerpen, die bij een recensie in Knak een ‘postzegelafbeelding’ zag van het omslag van Fontanes l'Adultera (uitgeverij Kwadraat): Exact hetzelfde detail van Gustav Klimts schilderij Dame mit Hut und Federboa was reeds bij zijn uitgeverij Manteau gekozen en gedrukt voor het omslag van een nieuwe uitgave van Hubert Lampo's Hélène Defraye. ‘Er is geen weg terug,’ schreef Weverbergh daarop aan Kwadraat, waar men het concurrerende omslag reeds gesignaleerd had op een aanbiedingsbeurs. ‘Leuk is anders,’ zegt de grafisch vormgever van Kwadraat, Eric Wittenbern, ‘maar gelukkig verschilt de kleurstelling: op onze omslag is de hoed paars, bij die van hen blauw, en zij hebben een heel ouderwetse belettering, de Arsis. Ik heb de Baskerville gebruikt.’ Waarom koos Wittenbern niet als omslagillustratie het schilderij van Tintoretto, waaraan Fontane immers de titel van zijn novelle ontleende? Wittenbern: ‘Ik heb in zestig boeken over Tintoretto naar een reproduktie daarvan gezocht, maar ik heb er geen afbeelding van kunnen vinden. Toen kwam ik op Klimt. Diens schilderij (uit 1909) paste naar tijd en onderwerp heel mooi bij de mondaine hoofdpersoon.’ Hélène Defraye speelt daarentegen in de jaren vijftig, en de hoofdpersoon moet men zich voorstellen als een moderne career-woman. Maar volgens Weverbergh is de dame met de boa juist heel tijdloos. ‘Hubert Lampo was zeer te spreken over de keuze. Hij zei: “Zó heb ik mij Hélène Defraye altijd voorgesteld.”’
De Anna Bijns-cocktail (witte muscadet met campari), die op het vrouwenboekenbal (23 februari in het Amsterdamse Concertgebouw) tegen betaling wordt ingeschonken, is belangeloos geleverd door de firma Ogni Beni, ter wille van de fondswerving van de Anna Bijnsprijs. De sponsoring is goed gelukt, vertelt één van de initiatiefneemsters, Renate Dorrestein: ‘De Tijd en Viva financierden het programmaboekje, tien uitgevers adverteerden erin, en Opzij betaalde de programmakaartjes. Ook met de particuliere giften gaat het uitstekend.’ Het lukt ‘die meiden’ dus om een alternatieve P.C. Hooftprijs in te stellen, zoals Aad Nuis het aanminnig uitdrukte. Onder hen is mevrouw Angèle Manteau (75), lid van het comité van aanbeveling. Door haar tussenkomst werd een persconferentie in Anna Bijns' geboortestad Antwerpen betaald door de Bank Brussel-Lambert. Caroline van Tuyll van de Anna Bijnsstichting is erg tevreden over de reacties van de Vlaamse pers: ‘Ze reageerden daar niet zo cynisch en sceptisch.’ Voor ex-uitgeefster Angèle Manteau is er alle reden voor een literaire vrouwenprijs: Vrouwen komen nog steeds heel weinig aan bod. In de literaire jury's zitten geen vrouwen, zodat je toch wel een starre houding moet vermoeden. Ik was me dat vroeger niet zo bewust, maar als je nu leest over het afgelopen PEN-congres in New York, over de geringe deelname van vrouwen, dan zie je toch hoe Norman Mailers houding beneden alle peil was. Dat zoiets in Amerika gebeurt, waar de vrouwen veel sterkere posities hebben verworven, dat moet toch te denken geven.’
‘Het zal een geheel nieuw beeld geven van de literatuurgeschiedenis.’ zegt Siem Bakker over zijn (rijk-geïllustreerde) compilatiewerk Literaire tijdschriften, dat over twee weken bij De Arbeiderspers zal verschijnen. Bakker, docent moderne letterkunde in Nijmegen, schrijft de geschiedenis van negenenvijftig literaire tijdschriften, ‘die de exponenten zijn of waren van literaire stromingen en opvattingen’. De collectie eerste nummers die hij bijeenbracht, en portretten van schrijvers (‘heel andere namen dan die in de literatuurgeschiedenis terecht zijn gekomen’) worden van 6 maart tot 5 april tentoongesteld in het Letterkundig Museum in Den Haag. Aan Bakkers strenge selectiecriteria (‘Een literair tijdschrift beoefent literaire theorie, literaire kritiek en literair werk’) voldeed bijvoorbeeld niet Bzzlletin: ‘Daar gooien ze poëzie in om subsidieredenen, net als bij De Gids, Annie Romein-Verschoor zei dat ook al van De nieuwe stem. Literaire tijdschriften wordt een soort moederboek. Afzonderlijke en uitgebreidere studies (omgewerkte doctoraalscripties van Bakkers studenten) zullen verschijnen bij uitgeverij Nijhoff. Het worden wetenschappelijke, (‘maar toch heel leesbare’, zegt de uitgeefster) monografieën over Barbarber, Forum, Tirade, Het getij, Chrysallis, Tijd en Mens, Podium en Hollands Maandblad.
Importeur Nilsson & Lamm in Weesp heeft zich voor het eerst op het gebied van de tijdschriftenmarkt begeven door de distributie op zich te nemen van Kaos, ‘Krant voor nieuwe wetenschap’. Uitgever Theo Knippenberg is tevreden met de verkoopresultaten. Van het tweede (januari-)nummer werden 15.000 exemplaren verkocht in Nederland, 7000 in België. Er zijn 9000 abonnees, maar tot schrik van de uitgever gaven vooral psychiaters en therapeuten zich op als abonnee: ‘Dat is een misverstand. Het derde nummer zal veel over economie bevatten.’ Het blad zal nog dit jaar maandelijks uitkomen, ‘want een tweemaandelijks ritme is onnatuurlijk, het maakt de mensen zenuwachtig of ze geen nummer gemist hebben’. Kaos (‘dat staat voor het ongeordende, in positieve zin: al wat bestaat is geordend maar keert weer terug naar de oorsprong’) is een essayblad over niet-Cartesiaanse, niet-mechanistische wetenschap. Het blad bevat géén advertenties, géén kookrubrieken, géén strips en géén cursiefjes. ‘Er is ook géén redactie: het eerste nummer heb ik bedacht in Londen, samen met R.D. Laing, het tweede samen met Fritjof Capra, toen die een paar dagen in Amsterdam was. Het blad heeft uitsluitend hoofdartikelen, wat volgens Van Dale helemaal niet kan.’ Een hernia bracht Theo Knippenberg op het idee om (samen met zijn partner Suzan Gabrielle) het blad op te zetten; zijn contacten met schrijvers (als Foucault, Hofstadter, Eco, Gardner) dateren uit de tijd dat hij programma's maakte voor de culturele zender van ITV. ‘Het maken van een blad was daardoor al heel simpel. Ik heb een lichtbakje en wat mesjes aangeschaft. De tekst laat je zetten, en dan kun je gaan plakken.’
kaos
|
|