Geletterd?
32
In Geletterd? worden lezers uitgenodigd de drie hier afgedrukte citaten uit de Nederlandse literatuur te achterhalen: wie is de schrijver en (eventueel) uit welk boek? Uit de goede antwoorden (één of meer citaten goed) wordt één winnaar gekozen die zich mag verheugen op een boekenbon van f30, -. Inzendingen vóór donderdag 13 februari opsturen naar Geletterd? Vrij Nederland, Postbus 1254, 1000 BG Amsterdam. De oplossing staat in Geletterd? 33 van 22 februari. De citaten zijn gekozen door Diny Schouten.
FYSIEK
1. | Nadat ze zich had afgedroogd wendde ze zich tot de spiegel. Haar stevig gebouwde lichaam begon hier en daar wat uit te zakken, maar dat was het leven. Het blozende vlees van haar lichaam herinnerde haar dikwijls aan het gladde vlees van een jong varken en haar gezicht liet zich, dank zij de kleine ogen en een wipneus, vergelijken met de kop van een varken. |
2. | Hij trok zijn voorhoofd op, het rimpelde maar bleef glimmen, met de witte glans van een porceleinen wasbak. En dan die dunne afstaande oren, zelfs nu nog roze en dan dat zijdeachtige witte haar, zelfs nu nog wit, hoewel lang niet gewassen en piekerig. De wangen, glad als een kinderbil en nog altijd bol, die kin zo week of er geen kaakbeen onder zat. |
3. | - Antinoüs, geen Apollo, zei de dokter, half sprekend tot zichzelf, en luisterde. |
Oplossing nummer 31 van 25 januari (Ouders):
1. | ‘Hij was meteen bereid om van alles hier op aarde afstand te doen (...)’: Jan Wolkers Terug naar Oegstgeest. |
2. | ‘(...) Zeg man, dat vlees hoeft vanavond niet op hoor’: Heere Heeresma, Han de Wit gaat in ontwikkelingshulp. |
3. | ‘De vader heeft het mes geslepen (...)’: Ida Gerhardt Het gebed. |
Winnaar: Jes Donkers, Eindhoven