Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenEen schrijvende tv-presentator, dat klinkt als het moderne equivalent van de zingende scharensliep. Uitgeverij Strengholt in Naarden heeft het debuut aangekondigd van Wibo van de Linde als schrijver van een roman voor volwassenen. Eerder schreef Van de Linde een jeugboek (Het geheim van Vredenhof) en maakte hij een boek over de euthanasiezaak-Van Bemmelen, op basis van de televisiedocumentaire. Van de Lindes debuut heet Code NPZ, en wordt aangekondigd als een ‘keiharde thriller’. Tijd van handeling is 1990, ‘als na het plaatsen van de kruisraketten het vreedzame protest is overgegaan in een golf van burgerlijke ongehoorzaamheid.’ Een rechtse journalist die communistische infiltratie bij de Vredesbeweging heeft onthuld, wordt na een scheepsongeluk vermist. ‘Is er sprake van een misdrijf?’ Dat weet Strengholts directeur F. Breitènstein ook nog niet: ‘Ik heb alleen nog het begin kunnen lezen, Van de Linde heeft zijn boek nog niet af. Het boek begint in Lauwersoog. Van de Linde, woonachtig in het Friese Balk, kon in dit boek zijn liefde kwijt voor de Waddeneilanden, speciaal Schiermonnikoog.’.
wibo van de linde
Eind vorig jaar vierde uitgeverij Het Spectrum het vijftigjarig jubileum met de uitgave Goud op snee, een ‘geschiedenis van boek en tijdschrift in de Lage Landen 1935-1985’, geschreven door Jo van Rosmalen, voormalig hoofd publiciteit van Het Spectrum. ‘Een schandalig geschrift,’ oordeelde Reinold Kuipers, de vorige directeur van Querido, in een ongewoon felle recensie in NRC Handelsblad. Kuipers' woede gold de vele feitelijke onjuistheden in het boek, maar hij toont zich vooral ontzet over Van Rosmalens suggestie dat uitgeverij Contact tijdens de bezettingsjaren een pro-nazi-beleid zou hebben gevoerd. Tot twee keer toe maakt Van Rosmalen gewag van de reeks Onsterfelijken, die aangekondigd zou zijn als ‘klassieken uit de wereldliteratuur, geen joden of decadenten’. Van Rosmalen besmeurt met die zinsnede de nagedachtenis van Contacts oprichter C.P. de Neve, vindt Kuipers, die wijst op de ongerijmdheid van deze forse beschuldiging met de intensieve samenwerking die Contact tijdens de bezetting onderhield met joodse en illegale auteurs, onder wie Victor van Vriesland. Kuipers attendeerde Chris Blom, tot 1974 uitgever van Contact, op de passage. Blom zond daarop aan Van Rosmalen een verzoek om zich te verantwoorden. Van Rosmalens teleurstellende verklaring was vervolgens reden voor Bloms opvolger Bert de Groot (van uitgeverij Veen/Luitingh/Kosmos, waarvan Contact nu deel uitmaakt) om van Het Spectrum een uitgebreide rectificatie te eisen, waaronder een verontschuldiging aan Blom en een erratum naar de ontvangers van het jubileumgeschenk, voor zover achterhaalbaar. Wat kunnen Van Rosmalens bronnen geweest zijn? Jo van Rosmalen, die als ik hem bel in de onjuiste veronderstelling verkeert dat De Groot een gerechtelijke procedure wil beginnen, wenst geen commentaar te geven: ‘Dat citaat was ergens vandaan, ja. Ik kreeg een ultimatieve brief van Blom, en voor ik antwoord had gegeven stond Kuipers’ stuk al in de krant. Op recensies reageer ik niet. ‘Ze spelen voor eigen rechter, dat is alles wat ik erover zeg.’ Reinold Kuipers vindt Van Rosmalens insinuatie over een samenzwering tussen hem en Blom te onzinnig om aandacht aan te schenken: ‘Ik ben razend over het boek. Het pijnlijke is dat dit het enige naslagwerk is over de geschiedenis van boekhandel en uitgeverij. Je houdt je hart vast voor toekomstige scriptieschrijvers en onderzoekers, die zich erop zullen baseren.’ Spectrum-directeur Joost Bloemsma vindt de fouten zeer betreurenswaardig. ‘De verontschuldiging aan Blom is al verstuurd, en de rectificatie komt er natuurlijk ook. Kuipers heeft volkomen gelijk dat Van Rosmalen de indruk wekt dat hij uit aanbiedingsfolders citeert. Gelukkig komt de verzetskant van Contact wel naar voren in het boek, Kuipers’ woede vind ik daarom wel buiten proporties. Waar Van Rosmalen zich op baseerde? O, Huib van Krimpen had het gezegd, in het boek van Lisette Lewin Het clandestiene boek 1940-1945. Waarom de passage daar nooit problemen heeft gegeven, begrijp ik niet zo goed.’ De oplossing van dat raadsel zit in slechts drie door Van Rosmalen weggelaten woorden: dat Contact de reeks ‘Onsterfelijken’, ‘voor zover de schrijvers geen joden of decadenten waren’, kon blijven verkopen. Slechts Schiller biedt hier troost: ‘Tegen domheid strijden zelfs goden tevergeefs.’
poëziewedstrijd
‘Schrijf een gedicht zoals dat in deze kalender zou kunnen staan,’ luidde de opdracht van de poëziewedstrijd die uitgeverij Meulenhoff verbond aan de ‘Dagkalender Nederlandse Poëzie’. Samensteller Hans Warren schat dat hij bij de sluitingsdatum (1 februari) zo'n 1500 inzendingen binnen zal hebben. Over de kwaliteit ervan laat hij zich wat minder enthousiast uit: ‘Misschien zullen tien gedichten voor “bekroning” (publikatie in de volgende kalender van het volgend jaar) in aanmerking komen. Met hen zal ik in een enkel geval contact opnemen, om een woordverandering voor te stellen waar het niet helemaal goed loopt.’ Onder wat dan nog ‘de beste’ inzendingen zijn worden vijfentwintig exemplaren verloot van Warrens Spiegel van de Nederlandse poëzie, De Spiegel van de Duitse poëzie van Jan Gielkens en Ton Naaijkens, en Komrijs bloemlezing van poëzie uit de romantiek, Aan een droom vol weelde ontstegen. Na de tijdrovende selectie hoopt Warren een samenvattend artikel te kunnen schrijven met conclusies over wat de zondagsdichters bezighoudt. Een paar vermoedens heeft hij al: ‘Heel erg populair zijn de thema's liefde en ouder worden. De meeste inzenders zijn over het algemeen óf heel jong óf heel oud, de oudste inzendster is van 1896. Ik denk dat het veel alleenstaanden zijn, die niemand hebben om over die onderwerpen te praten.’
Uitgeefster Minny Mock van uitgeverij Amphora, die in verband met haar emigratie naar Israël begin januari de produktie en exploitatie van haar uitgeverij aan de Haagse uitgeverij BZZTÔH overdroeg, heeft die samenwerking inmiddels verbroken. De beslissing is genomen na het bekend worden van het definitieve besluit van BZZTÔH om de uitgave door te zetten van Fassbinders geruchtmakende toneelstuk Het vuil, de stad en de dood. Tegen die uitgave is bezwaar gemaakt door het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI), het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap, het Haagse Initiatief tegen Fascisme en Discriminatie, en rabbijn Soetendorp. Hun protesten leidden tot een aantal toezeggingen van BZZTÔH: de uitgave zal eenmalig zijn, in een beperkte oplage (van duizend) verschijnen, (‘Zodat alleen de meest gemotiveerde lezers ermee kunnen kennismaken,’ aldus Phil Muysson van BZZTÔH), en zal voorzien worden van een uitvoerig nawoord waarin vertaler Gerrit Bussink de níét-antisemitische strekking zal beargumenteren. Het besluit van BZZTÔH om de uitgave, zij het met wat uitstel, toch door te laten gaan, is met teleurstelling ontvangen door CIDI, NIK, Haags Initiatief en rabbijn Soetendorp. Voor Amphora was het de reden om het eerste boek dat als coproduktie met BZZTÔH was aangekondigd (verhalen van Amos Oz) terug te trekken en zelf ‘uit te leveren’. ‘We zijn niet gekend in BZZTÔH's plannen met Fassbinder’, zegt Harry Mock van Amphora, ‘en de kleine bijsturing in hun beleid stelt ons niet tevreden. Onze signatuur is te uitgesproken joods om samen te kunnen werken.’ Muysson van BZZTÔH vindt het heel jammer dat Amphora de samenwerking heeft opgezegd, ‘maar we wilden ons principieel niet laten dwingen door hun argumenten. Het is jammer van de grootse plannen die we hadden om gezamenlijk contemporaine Israëlische literatuur uit te geven’. Muysson laat zich zorgelijk uit over het vinden van een toekomstige partner voor Amphora: ‘De Arbeiderspers (die Otto Weinigers Geslacht en karakter uitgaf) en Meulenhoff, met Céline in het fonds, vallen al af.’ |
|