In het thuisland van de fictie
Philip Roth's naschrift bij de Zuckerman-trilogie
The Prague Orgy door Philip Roth Uitgever: Jonathan Cape, 89 p., f33,25
Anthony Paul
Philip Roths Zuckerman-trilogie haalt niet altijd het niveau van het eerste boek, noch van de buitengewoon geslaagde novelle waarmee hij de reeks nu afrondt. De roman waarin Roths alter ego Nathan Zuckerman werd geïntroduceerd, de in 1979 uitgekomen The Ghost Writer, is een subtiele komedie over het thema van de joods-Amerikaanse schrijver die naar vaderlijke goedkeuring snakt, maar zich door zijn vak gedwongen ziet alle vaderfiguren aan te vallen. In de twee daarop volgende romans, Zuckerman Unbound en The Anatomy Lesson, leiden het conflict tussen de schrijver en zijn niet-begrijpende omgeving, en de ellende die het succes brengt, tot steeds wildere en grovere komedie. Aan het slot van The Anatomy Lesson blijft Zuckerman op het hoogtepunt van een woedende tirade tegen dode joden en de bejaarde vaderfiguur van dat moment, letterlijk sprakeloos achter nadat hij door drank en pijnstillers geveld, zijn kaak op een grafsteen in een joodse begraafplaats heeft gebroken.
Na die scheldpartij in romanvorm is de rustiger, minder groteske toon van The Prague Orgy een verademing. In de korte, bijzonder compacte novelle is Roth op zijn scherpst en diepzinnigst. Bovendien rondt de op zich al uitstekende novelle, de trilogie af op een manier die de reeks meer artistieke eenheid geeft dan de afzonderlijke romans leken te hebben.
Roth bereikt die eenheid onder andere door verschillende thema's uit de drie romans weer op te pakken. Zo verschijnt ook nu de geest van de joodse heilige Anne Frank weer. In The Ghost Writter zou Amy Belette, protegé van de vooraanstaande, oudere schrijver/vaderfiguur E.L. Lonoff, Anne Frank kunnen zijn; en de vurige jonge Zuckerman wil met haar trouwen. In Zuckerman Unbound heeft de oudere, geslaagde maar niet gelukkige held een jet-set affaire met het sekssymbool Caesara O'Shea, die in de rol van Anne Frank haar eerste triomf op de bühne boekte. In The Prague Orgy, dat in 1976 speelt, ontmoet hij een verbannen Tsjechische actrice die haar carrière met dezelfde rol was begonnen, iets wat door de antisemitische autoriteiten tegen haar werd gebruikt. Zuckerman is wederom in de ban van dezelfde sterke joodse mythe, of diens toneel-schim.
Philip Roth
david levine
Het tweede verdichtsel dat greep krijgt op de schrijver is het verhaal dat hem wordt verteld door de jongere metgezel van de actrice, de ironische, met overredingskracht begiftigde Sisovsky (een figuur waarvoor Roth, vermoed ik, heel wat aan Milan Kundera heeft ontleend). Sisovsky overtuigt Zuckerman ervan dat een Oosteuropese schrijver die het zwijgen is opgelegd beter af is dan een schrijver die in Amerika succes heeft. Een Amerikaanse schrijver krijgt zoveel stompzinnige reacties, dat hij aan het bestaan van een noemenswaardige literaire cultuur gaat twijfelen, terwijl de Tsjechische banneling zich alleen met schrijven hoeft bezig te houden, ook al wordt zijn werk volstrekt genegeerd. Vervolgens vertelt Sisovsky Zuckerman de geschiedenis van zijn vader, die in Amerika een gevierd joods schrijver geweest zou zijn, ware het niet dat hij in een absurde situatie in 1942 door een lid van de Gestapo werd doodgeschoten. Zijn jiddisch geschreven verhalen zijn in het bezit van de ex-vrouw van Sisovsky, Olga, die in Praag woont. Voor een beetje liefde doet ze alles, zegt hij, zelfs Zuckerman de verhalen geven.
Een van de weinige zekerheden in het boek is dat Sisovsky liegt, want hij dicht zijn vader de dood van de Poolse schrijver Bruno Schulz toe. Sisovsky parasiteert net als Philip Roth ongegeneerd op de werkelijkheid. Maar Zuckerman herkent het verhaal niet (evenmin als de recensenten wier artikelen ik heb gelezen); hij werpt zich op voor het unieke geschreven woord en de liefde van een joodse zoon voor zijn vader, en spoedt zich naar Praag.