Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenMinister Brinkman stelde voor 1986 vijf miljoen gulden ter beschikking voor de tijdelijke regeling van het leenrecht van auteurs, waaronder de ministeriële beschikking verstaat: schrijvers, bewerkers, vertalers, componisten, fotografen en illustrators. KNUB-bestuurslid Laurens van Krevelen waardeert de intentie van het ministerie om nog in november van dit jaar de gelden toe te kennen, ‘maar het is afwachten of dat lukt’. Voor het ministerie valt er inderdaad enig werk te verzetten: aanvraagformulieren moeten verstuurd en verwerkt, en voor het maken van schattingen van het aantal uitleningen per titel staat níét de automatisering van de bibliotheken ter beschikking: vooralsnog zijn de bibliotheken politiek gevrijwaard van elke financiële bijdrage aan de regeling. Naar schatting van Meulenhoff-directeur Van Krevelen komen zo'n veertigduizend titels in aanmerking voor toekenning van leengelden. ‘Een titel blijft ongeveer tien jaar actief, wij brengen per jaar tweehonderd titels uit, vandaar dat er voor de aanvrage van leengeld voor tweeduizend titels een extra arbeidskracht is aangesteld.’ Een aftopping moet voorkomen dat het meeste geld verdeeld wordt over slechts weinig (bestseller)auteurs; de maximum-bedragen zijn f8000,- voor de schrijver en f3500,- voor de uitgever. Een honderdste van dat bedrag lijkt Van Krevelen een reëlere schatting. Van Krevelen somt nog meer teleurstellingen op: ‘De regeling heeft niets geleerd van uitstekende regelingen in Frankrijk en Engeland, en zal ook niet in Europees verband te handhaven zijn: het leenrecht is hier voorbehouden aan auteurs met de Nederlandse nationaliteit. De regeling hoort ook niet in de (niet-aangenomen) Welzijnswet; het is onjuist dat de minister het beschikbare bedrag bepaalt; en er zou een onafhankelijke instelling horen te zijn die het geld verdeelt. Er wordt nu veel geld verspild, maar het is beter dan niks.’ Door persberichten, een advertentie in Boekblad en verzoeken aan uitgevers- en schrijversorganisaties om aan het bericht ruime verspreiding te geven onder de auteurs, heeft de afdeling Bibliotheekwerk van het ministerie van WVC laten weten dat de inzendtermijn van de formulieren met twee weken is verlengd, tot de onverbiddelijke datum van 14 februari. Ook Graa Boomsma, bestuurslid van de Vereniging van Letterkundigen, verwacht een financiële deceptie voor de auteurs die zo oplettend zijn hun aanvrage op tijd in te dienen. ‘Verder probeert de VVL de auteurs van wie we weten dat ze in het buitenland zijn, te waarschuwen, maar je kunt niet voorkomen dat enige tientallen auteurs het geld mislopen, door de haast waarmee het na al die jaren nu plotseling gebeuren moet.’
kaplan
Leon de Winters nieuwe roman, Kaplan, is voor juni aangekondigd door De Bezige Bij. ‘Maar het boek is nog niet af,’ haast De Winter zich te zeggen, ‘en het definitieve contract moet nog getekend worden.’ Bij Leon de Winters vorige uitgever, In de Knipscheer, heeft Frank Knipscheer daarom nog hoop: ‘Wij hadden hetzelfde risico kunnen nemen als De Bezige Bij. Leon beslist pas als hij het boek geschreven heeft. Maar onze relatie blijft goed. Als zijn nieuwe boek goed gaat, is dat ook goed voor de zes titels die wij van hem in ons fonds hebben. We vinden het natuurlijk wel hartstikke jammer dat hij naar De Bezige Bij is gestapt. De Winter is een van onze topauteurs, en het is de vraag of hij dat bij hen zal zijn.’ Welke motieven dreven de schrijver tot zijn transfer? ‘Nieuwsgierigheid, geloof ik,’ zegt De Winter enigszins onzeker. ‘Ik wilde graag ervaren hoe je boek bij een andere uitgeverij behandeld wordt. Hoe? O, ze hebben een grote hal.’ De Winter uit zijn tevredenheid over de relatie met In de Knipscheer, ‘al voelde ik geen bindingen met de vele Derde-Wereldtitels uit hun fonds’. Kaplan zal in meer opzichten een breuk betekenen met het verleden. Het zal niet alleen dikker zijn (De Bezige Bij belooft 400 pagina's), maar ook: ‘Breder, hilarischer, exuberanter, dynamischer, het zo zwaar geconstrueerde van vroeger is weg. Ik werd niet meer zo geleid door een structuur, die er natuurlijk wel is, maar ik heb het houvast van de vorm niet meer zo nodig. Ik denk dat het komt door een grotere levenservaring.’
Een droevig berichtje van vier regels in de International Herald Tribune meldt de dood van Bob Kaufman (60), ‘de dichter van wie gezegd wordt dat hij de vinding van het woord beatnik inspireerde’, op 11 januari in San Fransisco. Dat is al wat overbleef van de faam van Kaufmans ‘orale, automatische’ poëzie. Eind jaren vijftig werden zijn bundels (Abomunist Manifesto, Second April en Does The Secret Mind Whisper?) van de ene dag op de andere de klassieken van de beat-generation, jongelui wier diepe minachting voor alles wat boven de 26 is (‘squares’) men in het woordenboek kan terugvinden. Kaufmans naam is onvindbaar in de literaire handboeken, een obscuriteit die Kaufman zelf had nagestreefd. Afgrijzen over de moord op Kennedy en visioenen van totale vernietiging brachten hem ertoe een boeddhistische gelofte tot zwijgen af te leggen. Twaalf jaar lang sprak of schreef hij niet, wat hem verveemdde van familie en vrienden. Zijn stilte duurde tot de terugtrekking van de Verenigde Staten uit Vietnam en Cambodja, waarna jaren van verslaving, gevangenschap, onvrijwillige shocktherapie en dreigende lobotomie volgden. Maar in de gedichten uit de periode 1975-1978, (The Ancient Rain, Kaufmans laatste publikatie) ‘is de woede vervangen door mededogen, en bereikt de filosofische reflectie het niveau van het sublieme’, schreef het tijdschrift Beatitude, dat in 1979 het twintigjarig jubileum vierde met een hommage: ‘To Bob Kaufman. The Unconquered Flame’.
‘We verkopen hier heus niet alleen viezigheid,’ zegt Piet van der Waals van boekhandel Vrolijk in de Amsterdamse Voetboogstraat. Berlijn, Parijs en Londen hebben er elk maar één, Amsterdam bezit er twéé: we hebben het hier over homoboekhandels. Boekhandel Vrolijk, ooit begonnen met een half plankje boeken dat de lezersservice vormde van het blad Homologie, is sinds 1 januari een zelfstandige stichting, ‘maar we blijven broer en zus’. De boekhandel heeft nog steeds een landelijke functie, waardoor de concurrentie met het naburige Intermale niet zo direct gevoeld wordt. ‘Qua sfeer en instelling zijn wij anders gericht, Intermale richt zich uitsluitend op mannen, en is minder schuw ten opzichte van porno.’ Van der Waals' gay bookshop is geen erkende boekhandel, ‘maar we houden ons wel aan de regels van de geëigende (import)kanalen. Zo nodig importeren we zelf, als we het idee hebben dat er voor onze marginale bestellingen niet zo hard gelopen wordt.’ Een top-honderd over 1985 maakt duidelijk welk een fatsoenlijk assortiment gevoerd wordt. De vijf best verkochte titels: Amsterdam in je kontzak, Verkeerde nachten van Jan Rot, Een jongen met vier benen van Kees Verheul, Verliefd van Jaap van Maanen en Is het waar dat Lefert aids heeft? Een vrouwelijke schrijver (Juf is ook zo) figureert pas op de negentiende plaats. Daarom werd een vrouwelijke top-25 samengsteld, waarop Peter Jaspers (Het elfde gebod) Sjuul Deckwitz en Marie Louise Doudart de la Gree (Vae Solis) de eerste drie plaatsen innemen. ‘Met de complimenten aan kleine en middelgrote uitgeverijen als SUA, Van Gennep en Sara,’ zegt Van der Waals, ‘zonder hun lef zouden we niet kunnen bestaan.’ |
|