Vrij Nederland. Boekenbijlage 1986
(1986)– [tijdschrift] Vrij Nederland– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 2]
| |
Diny SchoutenJan Geurt Gaarlandt, uitgever van het ‘imprint’ De Haan, heeft zijn ontslag genomen bij Unieboek in Weesp. Gaarlandt gaat zich samen met zijn plaatsvervangend uitgeefster en assistente Babs Luyken zelfstandig vestigen in Amsterdam. ‘De messen waren niet getrokken,’ zegt Toine Akveld, die vervroegd is aangetreden als directeur van Unieboek. Akveld klinkt tevreden dat hij Gaarlands vertrek ‘mee kan nemen’ bij het opstellen van een nieuw organogram van Unieboek. Bij de plannen tot sanering van de zestien imprints van Unieboek behoort níét het verdwijnen van het label De Haan, dat men wil gaan reserveren voor cultuurhistorische uitgaven. Voor het fonds van De Haan zal naar het zich laat aanzien zelfs een vacature ontstaan. ‘Van de (tien) zittende redacteuren is hier inmiddels iedereen herplaatst.’ Ongebruikelijk aan Gaarlandts vertrek is dat Gaarlandt zestien titels uit zijn fonds kocht. ‘Dat je auteurs met je meegaan als je als uitgever ergens weggaat, wordt in dit vak wel als een voldongen feit geaccepteerd. Maar nu kan ik een vliegende start maken door ook hun eerdere boeken in mijn nieuwe fonds te kunnen aanbieden.’ Om welke titels en auteurs het gaat wil Gaarlandt nog niet kwijt, maar het lijkt onwaarschijnlijk dat in zijn eerste aanbieding (die hij heeft gepland voor september 1986) niet de namen van Etty Hillesum of Pieter Lakeman te vinden zullen zijn.
De voltooiing van de uniforme uitgave van Vestdijks tweeënvijftig romans wordt door uitgeverij De Bezige Bij gevierd met een index op alle personages. Rob Schouten, die Wie is wie bij Vestdijk samenstelde én zette op tekstverwerker en computer, bekent wel even geschrokken te zijn bij het bericht dat korte tijd geleden al een register op Vestdijk verschenen bleek te zijn. Met naam en toenaam. Proeve van een register op het werk van Vestdijk (56 pagina's, f 13,50), een jarenlang project van Flip Hammann en André Jansen, verscheen eind vorig jaar in eigen beheer (Van der Meerstraat 15, 2023 DX Haarlem). Het verbaast Hammann dat Schouten, tenslotte redactielid van de Vestdijkkroniek, niets bekend was: ‘Het moet hem ontgaan zijn dat wij ons project al vier jaar geleden in het Mededelingenblad van de Vestdijkkring hebben aangekondigd.’ Tussen de Vestdijk-vorsers lijkt zoiets als een methodenstrijd gevoerd te worden. Hammann en Jansen wilden met hun register op zeven willekeurige romans (waaronder Kind tussen vier vrouwen) de discussie losmaken over de gewenste opzet. Ze zouden zich graag opgevolgd willen zien door een grotere redactie, voor wie een computerprogramma klaar ligt waarmee alle mythologische verwijzingen, straatnamen, in de romans genoemde literaire werken, muziekpassages, dieren of historische feiten gecategoriseerd kunnen worden. Schoutens compendium is heel anders van opzet. Hij geeft middels karakterbeschrijving van alle belangrijke personages uittreksels van de romans. ‘Nee, niet wie Ina Damman in het echt was, dat interesseert me niet. Wat het nut is? Op de niet-kenner zal mijn encylopedie een wat surrealistische indruk maken. Maar ik geef veel leuke citaten, zodat de samenvattingen wervend kunnen zijn voor de niet-fans.’ Hammann ziet emplooi voor zijn arbeid voor door Maarten 't Hart op hun ziel getrapte liefhebbers. In het jongste nummer van de Vestdijk kroniek waagde 't Hart te beweren dat er bij Vestdijk nauwelijks concrete verwijzingen naar muziek te vinden zijn. Hij kan nu om de oren geslagen worden met Köchelnummers.
De Leidse stichting voor letterkundige en wetenschappelijke uitgaven Dimensie houdt zich staande door een ‘antiek’ soort mecenaat, zegt coördinator Jan Biezen. Particuliere sponsoring moet de (commercieel niet interessante) uitgaven bekostigen. Sponsors worden geëerd met de vermelding van hun naam in de Nieuwsbrieven (bijdragen van f 100, - en meer), of in het colofon van een boek in voorbereiding (f 1000, - en meer). Minder kapitaalkrachtigen (donaties vanaf f 15, -) ontvangen de nieuwsbrieven gratis, en krijgen 15% korting op aankopen. De stichting Dimensie bewaakt haar onafhankelijkheid door waar mogelijk per project subsidies aan te vragen. Het fonds (onderwerp: Denken en dichten) is sterk in literair-historische essays. De nieuwe serie Leidse opstellen bevat essays van de door de stad Rome bekroonde latinist prof. dr. J.H. Waszink, studies over Christine d'Haen (door Paul Claes), Vestdijk en Vergilius (beide van Rudi van der Paardt), Elisabeth Eybers (Hans Ester), Kloos (P. Kralt), en het bekroonde essay van de Dimensie Essayprijsvraag 1984, ‘Aandenkend Hölderlin’, door Pieter Bras. Uit ideële motieven (‘Er wordt veel meer poëzie geschreven dan er kan worden uitgegeven’) geeft Dimensie (Morssingel 91, 2312 ET Leiden) ook poëzie uit. Dit jaar organiseert de stichting een poëzie-prijsvraag. Manuscripten van minimaal zestien, maximaal veertig bladzijden moeten - met de naam van de dichter op een afzonderlijk vel in een afzonderlijke enveloppe - worden ingezonden vóór 30 juni 1986. De (Nederlands/Vlaamse jury) bestaat uit Peter Berger, Pierre H. Dubois, Corina Engelbrecht, Annie Reniers en Willie Verhegge. Jan Biezen is niet eens verbaasd dat hij zijn stelling, dat Nederland een land vol poëten is, bevestigd kreeg: al meer dan een half jaar lang krijgt hij tien aanvragen per dag binnen voor het prijsvraagreglement.
Het succes van zijn blad Schrijven groeide free-lance journalist Frans van der Beek boven het hoofd. De ideële onderneming werd te kostbaar, reden waarom de produktie van het blad (er verschenen zeven nummers sinds december 1984) is stopgezet. ‘Voor een adempauze.’ zegt Van der Beek. Hij zoekt naar mogelijkheden om het blad een steviger financiële basis te geven, waarvoor tot nu toe de steun van uitgevers node gemist wordt. Blijkens de ingezonden-brivevenrubriek en de stapels post die bij Van der Beeks particuliere stichting Wie schrijft die blijft (Postbus 5581, 1007 AM Amsterdam) binnenkomst, wordt Van der Beek door zijn publiek (dat hij omschrijft als zondagsschrijvers) op handen gedragen. Het blad (3000 abonnees) geeft schrijftips, interviews met hobbyschrijvers, ter instructie van de lezers, die met eigen verhalen in het blad kunnen debuteren. Zij kunnen gebruik maken van een uitgebreide service: de stichting verstrekt leesrapporten van ingezonden manuscripten. Maar ook de vijfentwintig vrijwilligers waarover Van der Beek beschikt (studenten van lerarenopleidingen en Frederik Muller Academie) kunnen het werk niet aan: dagelijks komen vijf à tien manuscripten (verhalen- en dichtbundels, romans, veelal om therapeutische redenen geschreven, binnen. Van der Beek wordt gedreven door: ‘De illusie dat ik talenten naar boven kan halen die anders in de anonimiteit zouden zijn gebleven.’ Dat talent wordt met omzichtigheid begeleid: ‘Als wij vinden dat iemand ordinair schrijft, blijft zo'n kwalificatie voor intern gebruik, en krijgt de schrijver of schrijfster een advies in tactvoller termen.’ De enige uitgeverij die het initiatief ondersteunt is Elsevier, door het uitschrijven van de Elsevier Roman Prijs. Daar buigt men zich nu over tweehonderd inzendingen. De verplicht gestelde meezending van een synopsis werkt tijdbesparend, maar toch kan het nog wel een paar maanden duren voor een winnaar bekend gemaakt kan worden. Als de prijs (f 10.000, - en publikatie door Elsevier) tenminste wordt toegekend. Van der Beek, die ook in de jury zit, zegt: ‘Tenslotte is het niet zeker of er een manuscript tussen zit met voldoende kwaliteit.’ Dat voorbehoud werd - tactvol? - verzwegen in de aankondiging van de prijs.
schrijven
|
|