Burlesk
Zoals gezegd, onlangs verscheen de zesde bundel ‘paraproza’ van de hand van Gust Gils, deze keer met als titel Het zoemen van de bierkaai. De term ‘paraproza’ is door de schrijver zelf uitgevonden en vormt de benaming voor de korte vertellingen waarin steeds sprake is van een mengeling van absurditeit en logica.
Zelf zegt hij hierover: ‘Para, ja, in alle betekenissen die dat woord kan hebben. (...) Ik heb het gevoel dat ik nergens aansluiting heb met het beschrijvend proza. In mijn stukken tref je bijvoorbeeld geen dialogen aan. Ik werk op een manier en kom tot resultaten die veel gemeen hebben met poëzie. Ik schep een niet-bestaande, misschien niet eens verstaanbare realiteit. Misschien een soort van para-realiteit. Mijn eigen realiteit overigens, die soms burleske vormen aanneemt en die ook maar het resultaat is van mijn ervaringen en de wijze waarop ik die verwerk. Die ervaringen en vooral de verwerking ervan zijn strikt persoonlijk, zodat ik een innerlijke wereld opbouwde die grondig verschilt van enig ander individu. Over die innerlijke wereld breng ik verslag uit op een improvisatorische wijze. Dat is mijn paraproza.’
In het paraproza van Gust Gils bepaalt een paralogica een para-realiteit. Vaak is er sprake van een absurd uitgangspunt dat consequent wordt uitgewerkt volgens een schijnbaar geldige logica. De in wezen absurde situatie wordt door het heldere en doorzichtige taalgebruik en door de beredeneerde gang van zaken steeds geloofwaardiger en ‘normaler’. Op deze manier toont Gils ons dat wat wij als abnormaal ervaren er helemaal niet zo abnormaal meer uitziet als het in een iets ander daglicht is geplaatst. Dit iets andere daglicht bereikt hij door gemeenplaatsen letterlijk te nemen, door omkering, paradoxen, relativering van zowel wetenschap als metafysica, door er een subjectief tijdsbesef op na te houden, door doorgevoerde parallellie, woordassociaties en surrealistisch beeldgebruik. Alles wat vertrouwd en logisch is wordt op deze manier ontregeld. De omkering en de consequente doorvoering van absurde situaties vormen de belangrijkste kenmerken van de groteske, het genre waarin Paul van Ostaijen en Gaston Burssens uitblonken.
Na zijn eerste twee bundels paraproza waarin de pessimistische en solipsistische levensvisie van Gust Gils nog vooral een grimmige en gruwelijke neerslag vond, heeft deze wrange toon in Dank voor de Blijdschap (opgedragen aan Laurel en Hardy die tevens op de omslag pronken) plaatsgemaakt voor groteske kolder en ironie. In deze derde bundel paraproza beoefent Gust Gils voor het eerst de literaire slapstick, maar de slapstick heeft nog wel een dubbele bodem en het is net als bij Paul van Ostaijen de bedoeling dat de lezer zich van alles gaat afvragen naar aanleiding van de absurde verdraaiingen en situaties. Ook bij het lezen van de nieuwste bundel, Het zoemen van de bierkaai, ga je je als lezer weer van alles afvragen, zoals bijvoorbeeld: is het verschil tussen normaal en abnormaal, tussen leven en dood, tussen wetenschap en metafysica, tussen logica en drogredeneringen, nu wel zo groot als men altijd heeft doen voorkomen? Is het terecht bepaalde uitgangspunten te vertrouwen? Is de mens ooit meer dan een toeschouwer, een buitenstaander?
Gust Gils
eddy de jongh
Dit soort vragen staat regelmatig centraal in allerlei literaire genres, maar dan worden ze expliciet gesteld, terwijl Gust Gils alleen maar verslag doet van (meestal) absurde situaties, zonder daarop serieus commentaar te leveren. Gust Gils maakt het de lezer niet gemakkelijk: keer op keer moet deze de onvoorspelbare kronkelingen en associaties van de verteller nauwgezet volgen, constant moet hij bereid zijn te lezen wat er staat maar óók te lezen wat er niet staat, steeds weer moet hij zich inleven in onvoorstelbare voorvallen uit het leven van veelal onsympathieke personages. En hoe je je als lezer ook inspant, je blijft altijd met vragen zitten over diepere betekenissen die niet zomaar zijn op te lossen.
Wat bedoelt Gust Gils bijvoorbeeld met ‘Het zoemen van de bierkaai’? Wat ‘tegen de bierkaai vechten’ betekent weten we wel, en in het laatste verhaal is sprake van een zoemende telefoon. Dit laatste verhaal heet ‘Hoe ik het telefoonnummer van de wereld kwijtraakte’ en geeft, als ik het goed begrepen heb, de voortdurende strijd weer die Gust Gils (alleen in dit verhaal met name genoemd) levert om het contact met de rest van de wereld niet te verliezen. ‘Je bestaat alleen zolang ergens iemand aan je denkt. Uit deze volzin valt een pracht van een smartlap te breien, al zeg ik het zelf. En toevallig is die vaststelling nog waar ook, zoals veel van wat in smartlappen wordt beweerd.’ Zo'n levensopvatting is op zich al geen pretje, maar je moet je er vooral niet ook nog in verliezen. Je moet zorgen dat je aangesloten blijft op de telefooncentrale van de wereld. ‘Een onbestaande smartlap worden doordat niemand meer aan mij denkt, daar pas ik voor! Nog liever word ik uitgeroepen tot kampioen van Het Opgeschroefd Verdriet. Want tranerig gedoe of geen, zo blijf ik tenminste verzekerd van mijn aansluiting op de sentrale.’ Ik stel me voor dat ‘Het zoemen van de bierkaai’ zowel de strijd tegen het solipsisme moet verwoorden als de zwakke aansluiting die een mens nog heeft met de rest van de wereld. Maar voor mijn interpretatie vele andere.
Ook de drie tussentitels die het boek in drie maal twaalf verhalen verdelen, zijn niet zomaar te begrijpen: ‘Kurken zielen’, ‘De geperforeerde performer’ en ‘Het telefoonnummer van de wereld’. Toch, ondanks al deze interpretatieve en andere hoge eisen die Gust Gils aan zijn lezers stelt, lukt het hem de aandacht vast te houden. Door de vreemde invalshoeken, de bruuske wendingen en overgangen, de absurde situaties en het onveranderlijk speelse taalgebruik bereikt Gust Gils onvervalste humoristische effecten. Alle ernstige en soms zelfs bloedserieuze onderstromen worden hierdoor gerelativeerd en tot menselijke proporties teruggebracht. Tot slot van deze bespreking zal ik het kortste verhaal (een halve pagina) uit de nieuwste bundel paraproza van Gust Gils in zijn geheel citeren, zodat u zelf kunt beoordelen of de bizarre humor, de absurde logica en de serieuze ondertoon u ook aanspreken.