Verzot op werkwoordelijke uitdrukkingen
Bonkige strofen van Bart Chabot
!Stand door Bart Chabot Uitgever: De Bezige Bij, 34 p., f 24,50
Joost Zwagerman
Bart Chabot
In 1977 dienden de eerste tekenen van de woelige punkrage zich aan in Groot-Brittannië, en de Nederlandse dichter Bart Chabot was erbij. Behalve door de dreigend gebalde vuisten, de schreeuw om anarchie en de daarmee vergezeld gaande monotone en dwingende popmuziek, was Chabot vooral gecharmeerd door de hoekige en vaak onluisterende songteksten. Inspiratie putte hij onder andere uit optredens van de performing poet John Cooper Clarke en de teksten van popmusicus Elvis Costello. Zo'n twee à drie jaar later, toen de punkbeweging zowel in Engeland als in de rest van West-Europa vaste grond onder de voeten had weten te krijgen, vond voor Bart Chabot een belangrijke confrontatie met het grote publiek plaats: tijdens een van de zomerse Holland Festival-avonden in Carré, gepresenteerd door Freek de Jonge, doemde de boomlange dichter plotseling ergens achterin de zaal op en las krijsend zijn poëzie voor. Het optreden was kort en goeddeels onverstaanbaar, herinner ik mij, maar het gedicht dat hij voordroeg werd een regelrechte hit. ‘De Dag Dat De Derde Wereldoorlog Ook Aan Ons Land Niet Onopgemerkt Voorbijging’ verscheen op single en werd bovendien week in week uit vanaf vele podia van jongerencentra en popfestivals het publiek ingeschreeuwd.
Weer wat later, in 1981, kwam Chabots officiële debuutbundel uit (daarvóór had een nogal op de marge gericht boekje, Als u zó gaat beginnen, het licht gezien), en de dichter verklaarde dat deze bundel, Popcorn, moest worden gezien als een programmaboekje voor zijn optredens. Door al deze activiteiten wist Bart Chabot zich een prominente plaats te veroveren binnen de club van de zogenaamde popdichters, die overigens onderling weinig meer gemeen hebben dan het maken van veel (verbaal) lawaai en het gebruik van clichés die worden opgeblazen tot ze met geweld uit elkaar spatten. Waar iemand als Jules Deelder echter - met opzet? - blijft steken in nihilistisch cabaret in poëzievorm en nostalgische anekdotes, en er van de voordrachtskunst van Ton Lebbink, Diana Ozon en, recentelijk, Casper van den Berg op papier weinig overblijft, probeert Chabot zijn poëzie uit te tillen boven het niveau van vluchtig amusement. In Popcorn valt op dat de verschillende clichés, opgeduikeld uit allerlei pulpblaadjes, in een directe, afgemeten poëtische context worden geplaatst. ‘Shadowdancing’ is hiervan een voorbeeld:
& ze vouwt open als een boek
hij checkt de uitdraai van het lichaam
volgt de hartslag op een monitor
elk gebaar wordt ondertiteld
laat z'n naam vallen als hij binnenbreekt
zij doet het woord met haar bekken
zijn kus is een schot in het donker
z'n mond de open wond van het alfabet
geen woord is meer op ware grootte
Het lijkt me dat in dit gedicht Chabots voorliefde voor het jargon uit de boekjes uit de Jasmijn- en Bouquet-reeks zich aftekent (‘zijn kus is een schot in het donker’), en ook schuwt hij geen pornografisch getinte en armetierige beeldspraak à la Xaviera Hollander (‘zij doet het woord met haar bekken’) om het gedicht wat lecturale kracht bij te zetten.
Was zijn debuut vrij verrassend en sympathiek, Chabots tweede bundel, Captain America (1983), is al minder opvallend. Wel ziet het boekje er smakelijk uit, vooral dank zij de bemoeienissen van Chabots vriend, de alom geprezen (pop)fotograaf Anton Corbijn. In deze bundel wordt echter wel heel nadrukkelijk geflirt met de vluchtige, consumptieve amusementsindustrie. ‘Unlash the spirit’ staat er, vergezeld van een bloedspetter, te lezen op de achterflap, gevolgd door ‘Extra-rich fortified European junk’. Het boekje bevat onder andere een Jerry Cottonachtige verhaaltje over de fictieve held Captain Steve Rogers, er is iets leuks te lezen over ‘Zombie Heavens’, het tweede succesnummer van Chabot, en verder valt vooral het eerste gedicht uit de bundel op want dat bestaat enkel uit een vijf pagina's tellende opsomming van achternamen, gevolgd door: ‘They died with their boots on / New York Parijs Genève Wenen en Helsinki / Amerika een vriendin / de efteling had een goed seizoen.’