Geletterd? 27
In Geletterd? worden lezers uitgenodigd de drie hier afgedrukte citaten uit de Nederlandse literatuur te achterhalen: wie is de schrijver en (eventueel) uit welk boek? Uit de goede antwoorden (één of meer citaten goed) wordt één winnaar gekozen die zich mag verheugen op een boekenbon van f 30, -. Inzendingen vóór donderdag 28 november opsturen naar Geletterd? Vrij Nederland, Postbus 1254 1000 BG Amsterdam. De oplossing staat in Geletterd? 28 van 7 december. De citaten zijn gekozen door Diny Schouten.
Culinair
1. | Maar, lieve Saartje, ik wens wel, dat gij zo een tafel eens gezien hadt! In 't midden stond een dampend stuk Hamburger ossenrib, van een dertig pond, denk ik. Daarbij was een ham, een kalfskop, een varkensrib, en een gestoofde kabeljauw. De groenten waren niet minder talrijk of voedzaam; zodat aan ons familiaar soupeetje zouden een dozijn of twee moffen hun genoegen hebben kunnen krijgen. |
2. | Hoor reis; we hebben't goed in et Huis; de Regenten zijn goed; op vastenavond krijgen we bollen met botter; over drie weken, as de slacht is, krijgt et Huis 'en os, ik weet niet van wat voor groot heer die lang dood is. Dan eten we allemaal gehakt; en de heren hebben 'en partij en eten de tong. |
3. | Mijn God, wat zijn er veel verschillende manieren om met lijken van dieren om te springen. Gerookt, gekookt, gebraden, in gelei, bloedrood, zwartwit geblokt, vetroze, beslagen wit, gemarmerd, gesneden lag de dood uitgestald op het blauw getekende Meissen. Geen kostschool had dit op kunnen krijgen. Taads, die in dit huis veel kleiner leek, stond achter de hem aangewezen stoel en overzag het slagveld. |