Mens en machine
Vervolg van pagina 16
voorwoord staat vermeld wie de primaire verantwoordelijkheid draagt voor welk hoofdstuk. De vier hoofdstukken waar Draaisma voor tekent zijn over het algemeen goed geschreven. De zes hoofdstukken van Vroon zijn afschuwelijk.
Vroon lijkt in zijn hoofdstukken een auteur die bij een psychoanalyticus op de bank ligt en aan wie de opdracht is gegeven om alles te vertellen wat bij een bepaald onderwerp in hem opkomt. De handicap van Vroon is, dat hij zich in dit boek geen beperkingen oplegt. Hij ratelt maar door. Veel van zijn opmerkingen zijn op zichzelf wel zinvol, maar vaak sluiten ze nauwelijks op elkaar aan. Vroon schiet sterk tekort op het punt van compositie. Iemand moet hem toch eens een schaar cadeau doen.
Vroon is in dit boek een omgevallen boekenkast. En Draaisma? Hij is een bibliothecaris die uit de grote hoop weer wat boeken netjes bij elkaar heeft gezet. Misschien is De mens als metafoor te vroeg geschreven. Op de kaft staat, dat Draaisma momenteel werkt aan een proefschrift over geheugenmetaforen in de psychologie. Dat proefschrift zou best eens een uitbreiding kunnen worden van de vier hoofdstukken die hij nu heeft bijgedragen. Die dissertatie wil ik te zijner tijd graag lezen. Het boek dat er nu ligt, is een dieptepunt in het oeuvre van Pieter Vroon.
■