Pocket & Paperback
The true adventures of the Rolling Stones door Stanley Booth (Vintage Books, 540 p., f 20,35). De auteur van dit boek heeft in 1969 een contract gesloten met de Stones om een boek over de band te schrijven. Al voor die tijd reisde hij mee met de popartiesten - ook tijdens hun tournee in 1969 - en was ooggetuige van het Altamontdrama. Nadien deed hij in Engeland, waar hij te gast was bij Keith Richards, onderzoek en schreef vervolgens in vijftien jaar tijd zijn boek. Zijn verhaal gaat niet alleen over de Stones maar geeft een beeld van de generatie van de jaren zestig. Hij besluit met de dood van Brian Jones en de dramatische gebeurtenissen in Altamont. Veel verder gaat het volgende boek: Symphony for the Devil door Philip Norman (Dell, 414 p., f 18,55. Ook verkrijgbaar onder de titel The Stones bij Corgi, 432 p., f 21,95). Ook Norman ging mee op tournee met de Stones en wel in 1981/82, maar al veel eerder had hij als journalist gesprekken met de bandleden. Zijn boek gaat voornamelijk over de beginjaren van de Stones, met de meeste aandacht voor Jagger en Richards. De crisis in de jaren zeventig beschrijft hij zo: ‘The mutual tolerance that had kept the Stones together through so many trials and aberrations, showed signs of severe strain in the later seventies as Mick Jagger rose higher into society with his new model girl-friend and Keith Richards sank lower, with Anita, into heroin.’ Wie graag alles wil weten over de conflicten om geld, het gebruik van middelen van de heren, de huwelijken, affaires en kinderen, komt met dit lijvige werk goed aan zijn trekken. Philip Norman schreef eveneens Shout! The Beatles in Their Generation.
John Lennon door Ray Coleman (Futura, 534 p., f 24,50) is eerder in twee aparte delen verschenen, John Winston Lennon 1940-1966 en John Ono Lennon 1967-1980. Het is een degelijk boekwerk compleet met chronologie, discografie, register en 32 pagina's foto's over de man van wie weduwe Yoko zei: ‘He was a simple, complex man.’ Coleman zegt in zijn voorwoord dat sinds de dood van Lennon ‘millions of people have feit enriched by looking back on his life and his music’. Zelf kende hij Lennon achttien jaar; op lyrische toon schetst hij nu zijn portret. ‘Tragically, incredibly, the moment of his death was also the time he came alive in the minds of millions.’ Het zal wel, maar Lennon zelf was niet gesteld op persoonsverheerlijking van wie dan ook, dus waarom dan niet een iets zakelijker toon aangeslagen?
Bessie Smith door Elaine Feinstein (Penguin, 108 p., f 19,05). In de serie ‘Lives of modern women’ een kort biografisch portret van de zwarte zangeres die met een rauwe stem over het hartezeer van vrouwen zong. Ze was grof in de mond, vaak driftig en ze dronk veel. In de crisisjaren ging het ook met haar slecht, ze werd geslagen door manlief en in 1937 stierf ze een vroege dood. Het boekje is mooi uitgegeven, de tekst is nu eens niet geëxalteerd maar beknopt en aangevuld met enkele foto's, een bibliografie en een discografie. Met een beetje goede wil en minder wit zou het allemaal ook op zestig pagina's gepast hebben. Veel schreeuweriger van tekst en opmaak is Tina Turner van Laura Fissinger (Ballantine, 163 p., f 12,75). Uit de success-story van ‘the hottest female performer in America’ blijkt dat ook Tina door haar voormalige echtgenoot Ike - met wie ze jarenlang een succesvol duo vormde - regelmatig flink geslagen werd. (Wat zou er van Lennon, Jagger en Springsteen geworden zijn wanneer ze door hun respectieve dames afgerost zouden zijn?) In 1981 kwam Tina Turner alleen terug in de muziekwereld, uiteindelijk met steeds meer succes. Het boekje bevat wel een discografie en een paar pagina's met fotomateriaal, maar helaas valt er niets te lezen over Tina's filmactiviteiten in Mad Max.
The Thomson Twins door Rose Rouse (Virgin Books, 128 p., f 34,30). De zevenmansformatie van deze naam maakte in 1980 haar eerste single. In 1982 kromp de band in tot een driemansgroep, die enkele hits maakte. Nu al ligt de ‘official biography’ in de winkels. Een groot woord voor dit boekwerk. Het bevat veel fotomateriaal, biografische portretjes van de bandleden, een vraag-met-antwoordhoofdstuk van het schoolkranttype, informatie over de fans en tot slot de discografie. Een mooiere en goedkopere uitgave is Bruce Springsteen door MichaelStewart (A Star Book, 60p., f 16,65). Een aardig geschreven en beknopt commentaar op de carrière van deze superartiest begeleidt de prachtige paginagrote foto's op glanzend papier. Een discografie en een alfabetische lijst met al zijn songs completeren het geheel. Het is wel spijtig dat er geen onderschriften en datering bij de foto's staan. In Fortunate Son van Dave Marsh (Random House, 338 p., f 35,85) is het laatste artikel aan Springsteen gewijd. De rookjournalist Marsh heeft een selectie gemaakt uit de artikelen die hij de afgelopen vijftien jaar geschreven heeft. Zijn uitgangspunt is dat rockmuziek een vorm van cultuur voor de niet-culturelen is en het uitdrukkingsmiddel bij uitstek voor diegenen voor wie andere vormen van cultuur niet makkelijk toegankelijk zijn. Hij is bijtend in zijn kritiek, bijvoorbeeld op Mick Jagger, en lovend over zijn idolen Elvis en Springsteen. De anekdote over het gesprek van de kleine Springsteen met God die hij ook vaak op het podium schijnt te vertellen, staat in beide boeken. Eerder schreef Marsh Born to Run: The Bruce Springsteen Story.
REINTJE GIANOTTEN